INTERVIEWRISICOSPECIALIST DAVID ZARUK
Risicospecialist David Zaruk: ‘Voorzorg is vergif’
Beleidsmakers kunnen niet meer met risico’s omgaan, stelt risicospecialist David Zaruk. Daarom vluchten ze, ook in coronatijd, in voorzorg: zet alles stop – en dat is een ongezonde reflex.
Al in februari vroeg David Zaruk zich af waarom leiders in Europa zaten te slapen. Hij was in de Filipijnen, waar zijn voorhoofd op verhoging werd getest voor hij een winkelcentrum of kantoorgebouw binnen mocht, maar terug in Brussel hoorde Zaruk alleen dat hij zijn handen moest wassen. Voor hem was dit het ultieme bewijs dat beleidsmakers niet meer kunnen omgaan met risico’s. Hun enige antwoord werd een voorzorgsmaatregel: gooi maar op slot, die samenleving.
Voorzorg is het veilige uitgangspunt waarvoor Europese politici steeds vaker kiezen. Het idee is simpel: voorkomen is beter dan genezen. Deze volkswijsheid vormt de basis voor wetten en verdragen, vooral bij de Europese Unie en de Verenigde Naties, rond milieubescherming, voedselveiligheid, duurzame ontwikkeling en internationale handel. Het voorzorgsprincipe leidde ertoe dat cfk’s niet langer de ozonlaag aantasten, dat ons voedsel gevrijwaard blijft van sommige E-nummers en dat genetische modificatie in de landbouw aan banden werd gelegd.
Al twintig jaar werkt Zaruk op het gebied van risico’s en communicatie. Hij is medeoprichter van de website GreenFacts, die beoogt wetenschappelijk bewijs over de risico’s van stoffen, producten en technieken toegankelijk te maken. Tot 2006 stond risicoperceptie centraal in zijn werk voor de Belgische farmaceut Solvay en de Europese Raad voor de Chemische Industrie (Cefic).
Als externe expert was hij betrokken bij rapporten en evaluaties van de Europese Unie. Zo zag hij van nabij hoe ongefundeerde zorgen over minieme hoeveelheden chemische bestanddelen in alledaagse producten – kleurstoffen in verf, weekmakers in plastic, brandvertragers in meubels – leidden tot Reach, alom gezien als Europa’s meest complexe regelgeving. Hij was docent risicomanagement en doceert tegenwoordig communicatie aan Odisee University College in Brussel. Op zijn blog, The Risk-Monger, toont de tot Belg genaturaliseerde Canadees zich een van de meest uitgesproken critici van het voorzorgsprincipe.
Wat is het probleem als we voorzorg centraal stellen?
‘Dan achten we een technologie, ingrediënt of product gevaarlijk totdat we zeker weten dat het veilig is. Dat is problematisch, want wat de een zeker of veilig vindt, is voor de ander nog niet zeker of veilig genoeg. Het voorzorgsprincipe keert de bewijsvoering om, alsof je schuldig bent totdat het tegendeel is bewezen.’
Dat kan best een gezonde houding zijn als de invloed van een innovatie op de volksgezondheid of het milieu nog ongewis is.
‘Soms is het gerechtvaardigd, zoals toen lood niet langer werd toegestaan in brandstof. Voorzorg kan, maar pas nádat je andere maatregelen hebt genomen. In de auto doen we een gordel om, zodat we bij een ongeluk niet door de voorruit vliegen, maar nog altijd rijden en remmen we zodanig dat we liever niet in een ongeluk belanden.’
Waarom vindt u de nadruk op voorzorg dan schadelijk?
‘Dan staren we ons blind op mogelijke gevaren, terwijl we juist moeten kijken naar het totale plaatje: wat zijn voordelen, wat zijn nadelen, kunnen we negatieve aspecten terugdringen, et cetera. Als je vanuit voorzorg naar de eerste mobiele telefoon had gekeken, zou je de straling opmerken en concluderen dat zo’n ding niet op de markt mag komen. Dan mis je dus ook alle voordelen die een mobiele telefoon met zich meebrengt. Je kunt fabrikanten beter verplichten de straling terug te dringen naar een zo laag mogelijk niveau, zo laag als redelijkerwijs haalbaar is, zodat deze geen schade meer kan aanrichten. Dat is een normale risicoanalyse. Helaas zijn we in de Europese Unie op het punt gekomen dat voorzorg zo ongeveer de vervanger is geworden van risicomanagement. We zijn het verleerd om met risico’s om te gaan.’
En toen brak er in China ineens een nieuw coronavirus uit...
‘... en daar konden onze beleidsmakers dus niet mee omgaan. Ze hielden vol dat het virus geen enkele bedreiging vormde, zolang je maar niet naar Wuhan of Noord-Italië zou reizen en je je handen met zeep zou wassen. Dat was het! Dit ging door tot half maart, toen al zeker tien weken duidelijk was dat het virus een ernstig probleem vormde. En uiteindelijk was het enige antwoord om van de ene op de andere dag de samenleving en de economie vrijwel volledig dicht te gooien – een voorzorgsmaatregel, want het besluit was helemaal gericht op het uitsluiten van gevaar, koste wat kost.’
Bent u tegen de lockdown?
‘Nee, die is inmiddels nodig, maar alleen omdat er geen fatsoenlijk risicomanagement was. Voorzorg móést wel worden toegepast, omdat niemand in staat was eerder maatregelen te treffen.’
Hoe zou een echte risicomanager hebben gereageerd?
‘In januari was je dan al gaan werken aan scenario’s. Dan ging je uitzoeken hoe we zo veel en zo goed mogelijk konden testen, hoe we geïnfecteerden konden isoleren en monitoren, hoe we de kwetsbaarste groepen zouden beschermen. Oftewel: je schetst een reeks van mogelijkheden en fasen waarin je risico’s beperkt, terwijl de samenleving zo veel mogelijk blijft draaien. En als dat allemaal niet werkt, tja, dán pas ga je naar een lockdown.
‘Als zo’n proces was gevolgd, hadden onze leiders zich al veel eerder afgevraagd of er wel genoeg bedden waren. Maar ook zouden we al eerder hebben gekeken naar de negatieve gevolgen als je het land dichtgooit: voor de werkgelegenheid, de geestelijke gezondheid, het huiselijk geweld, noem maar op.’
Hoe kunt u er zo zeker van zijn dat dit niet is gebeurd?
‘Er is toch helemaal geen actie ondernomen? En omdat er niets gebeurde, zat er niets anders op dan de weg van voorzorg: leg alles stil, sluit de scholen, blaas alle evenementen af, gooi de grenzen dicht. Dat heeft niets meer te maken met hoe je omgaat met een risico, maar met onzekerheid.’
Nederland sloot de scholen, hoewel het RIVM dit niet noodzakelijk achtte. Typisch voorzorg?
‘Scholen zijn een lastige kwestie, want kinderen kunnen asymptomatisch zijn. Maar je wilt niet dat één kind komt te overlijden door het virus. De leiders in Zweden hielden de scholen open, maar zij namen daarmee een risico dat de meeste leiders niet durven te nemen.’
In het gesprek via Skype schetst David Zaruk in grote lijnen hoe het voorzorgsprincipe juist in Brussel invloed kreeg, zo’n twintig jaar geleden. Het was bedoeld om vertrouwen te kweken, als reactie op een diep besef dat er weinig mandaat was voor Europese politieke samenwerking. Er moest naar het publiek worden geluisterd, er kwamen consultaties met belangengroepen. De taal veranderde: het woord ‘stakeholder’ werd bedacht, bedrijven moesten ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Als teken van hun betrokkenheid betuigden politici steun aan milieuactivisten en gingen ze op de foto met beroemdheden die de wereld wilden verbeteren.
Zaruk zag dat alles aan – en zag vooral een toneelstukje. Zo was van een werkelijke dialoog geen sprake, vond hij. ‘Iedereen mocht iets in een microfoon zeggen en daarna kwam een conclusie waarover niemand bijster enthousiast was, maar waarop niemand echt tegen was.’ Het is immers nog niet zo gemakkelijk om het ergens over eens te worden als je allerlei belangengroepen laat meepraten. Voorzorg bleek een korte route naar consensus, want: wat is er nu op tegen om enige voorzichtigheid te betrachten?
Voorzorg is per definitie een behoudend, conservatief beginsel. Waarom werd het zelfs populair bij progressieve beleidsmakers?
‘Laat ik u vragen: als u een paraplu mee naar buiten neemt op een stralende dag, zit u dan goed?’
Eh, nee.
‘Precies, u zit níét goed, want er is geen wolk te bekennen. Maar: zit u met uw paraplu dan verkeerd?’
Hm... Nee, dat ook niet.
‘Inderdaad. U zit ook niet verkeerd, want het is nooit verkeerd om een paraplu mee te nemen. Daarom is voorzorg zo aantrekkelijk voor alle beleidsmakers, links of rechts: je hebt nooit ongelijk.’
En intussen wordt het voorzorgsprincipe aangewend om de eigen politieke agenda door te drukken?
‘Ja, na de terroristische aanslagen op 9/11 wilden de Republikeinen uit voorzorg Irak aanvallen, ook al was vrij duidelijk dat Saddam Hussein geen massavernietigingswapens had. Maar diezelfde Republikeinen willen niet uit voorzorg de CO2-uitstoot terugdringen. Het progressieve kamp beroept zich op zijn beurt alleen op voorzorg als het aansluit op de eigen agenda en het er bijvoorbeeld grote winstcijfers voor de industrie mee kan voorkomen.
‘We passen voorzorg selectief toe. In Europa moet van pesticiden worden aangetoond dat ze de hormoonhuishouding niet verstoren, maar in koffie zitten óók stoffen die de hormoonhuishouding verstoren. Toch hoeven koffieproducenten de veiligheid niet aan te tonen, kennelijk omdat we de voordelen van koffie beter kennen en risico’s dus accepteren. Voorzorg grijpen we aan bij dingen we niet leuk vinden of waarvan we denken dat we ze niet nodig hebben.
‘Het uitfaseren van kernenergie is illustratief. Binnen drie maanden na de tsunami in Fukushima in 2011 besloot Angela Merkel om uit voorzorg de Duitse kerncentrales te sluiten. Dat kon ze doen, omdat Duitsland nog altijd elektriciteit uit Frankrijk kan importeren en niemand ineens zonder stroom komt te zitten. Het heldere, kordate besluit om kerncentrales te sluiten wordt beter ontvangen dan een ingewikkelde afweging van alle risico’s, kosten en baten, voor- en nadelen van kernenergie én van alle alternatieven. Bovendien zijn de beslissers alweer met pensioen of gepromoveerd wanneer de negatieve gevolgen van zo’n besluit zichtbaar worden.’
Met het coronavirus is dat anders. We zien nu onmiddellijk de negatieve gevolgen van de keuze om de samenleving uit voorzorg op slot te gooien.
‘Klopt.’
Zal deze crisis onze perceptie van hoe we met risico’s moeten omgaan veranderen?
‘Misschien worden we nu wakker. Als burgers gingen we denken dat de politiek alles voor ons regelt en alle gevaren uit ons leven wegpoetst. Dat droombeeld valt abrupt uiteen. We realiseren ons ineens dat we al onze verdiensten kunnen verliezen. Je kunt nu eenmaal niet alles wegnemen dat een zweempje gevaar heeft en verwachten dat het leven dan fantastisch zal zijn.
‘Op dit moment luisteren we goed naar wat wetenschappers ons vertellen, over hoe we ervoor staan en wanneer we langzaamaan ons leven weer kunnen oppakken, en hoe dan precies. Die aandacht is een verademing, nadat goeroes en opiniemakers ons jarenlang hebben verteld dat wetenschap ook maar een mening is en dat wetenschappers lakeien zijn van de industrie. Het falen van voorzorg leidt ons terug naar de ratio van de wetenschap, al zal dat niet gemakkelijk gaan.’
Waarom niet?
‘Het voorzorgsprincipe heeft geleid tot een fundamentele verandering in de wijze waarop de moderne samenleving tegen de toekomst aankijkt. Het heeft een flinke aanhang opgebouwd. Kijk naar de eisen die Greta Thunberg, Extinction Rebellion en ook gematigde klimaatactiegroepen stellen aan het beëindigen van de mondiale opwarming. Ze willen dat we stoppen met vlees eten, niet meer het vliegtuig nemen, de intensieve landbouw beteugelen, het kapitalisme afbreken, de internationale handel afbouwen... De hele agenda is geen roep om nieuwe, schonere technologieën die onze levensstijl ondersteunen, maar is geheel gebaseerd op voorzorg: stop met wat we doen, want er zitten nadelen aan. Dat is het werkelijke vergif van voorzorg: de enige manier om nog met een probleem om te gaan, is om het hele probleem te laten verdwijnen.’
Moeten we dan van al die voorzorg af?
‘Nee, op zichzelf is voorzorg een gezonde, natuurlijke reflex. Een baby die leert lopen, houdt zijn handen omhoog, zodat hij beter in balans is en niet zal snel vallen. Voorzorg verdient een plaats in het proces van risicomanagement: om naar te kunnen uitwijken als andere maatregelen niet werken. Dus niet als basis, maar als laatste redmiddel.’