Risico op verslavingsproblemen in gokhal groter dan online
Nederland kent 80 duizend probleemgokkers en 100 duizend risicospelers. Vooral in gokhallen is het risico op een gokverslaving groot: 12 procent van de bezoekers vertoont problematisch speelgedrag. Dat blijkt uit nieuw onderzoek, dat is uitgevoerd omdat onlinegokken binnenkort legaal wordt.
Volgens dit wetsvoorstel, dat nu ter goedkeuring bij de Eerste Kamer ligt, mogen onlineaanbieders die een licentie krijgen straks voor het eerst reclame maken in Nederland, waardoor het aantal gokkers waarschijnlijk zal toenemen. Tegenstanders van de wet vrezen dat hiermee ook het aantal verslaafden fors zal stijgen.
Om de gevolgen van de nieuwe wet te kunnen meten, is het nodig te weten hoeveel probleemgokkers er nu al zijn. Voor het eerst werd in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie nauwkeurig onderzoek gedaan naar het aantal mensen met gokproblemen. Onderzoekers van onderzoeksbureau Intraval ondervroegen zesduizend burgers en verzamelden gegevens bij 100 kansspelaanbieders. 'Heel goed dat dit onderzoek is uitgevoerd', zegt Trimbos-onderzoeker Ferry Goossens. 'Nu hebben we een solide basis om te kijken wat de effecten zijn als onlinegokken straks legaal wordt.'
Uit het onderzoek blijkt dat 62 procent van de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder het afgelopen jaar heeft deelgenomen aan een kansspel. Verreweg het vaakst ging het om loterijen, op grote afstand gevolgd door krasloten, speelautomaten, bingo en casinospelen. 4 procent nam deel aan illegale kansspelen, vaak gokken via internet, waaronder pokeren of het wedden op sportwedstrijden.
In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten gokkers. De probleemspelers hebben mogelijk te maken met kansspelverslaving, door de onderzoekers gedefinieerd als 'een aanhoudend en toenemend onvermogen om weerstand te bieden aan de drang tot spelen'. Risicospelers vertonen enkele geestelijke of fysieke kenmerken van kansspelverslaving. Recreatieve spelers zien kansspelen vooral als een spel en zijn niet verslavingsgevoelig.
'Iedereen is hier verslaafd, behalve ik'
Nee, écht verslaafd zijn ze niet, zeggen de gokkers in het Flamingo Casino in Hoorn. Maar ze komen wel vaak terug. Het casino zelf zegt er alles aan te doen om verslaafden te helpen. Lees hier de reportage (+)
Het grootste pijnpunt in de Nederlandse gokbranche zit in de gokhallen, concluderen de onderzoekers. Exploitanten van deze 'minicasino's', die vooral zijn gevuld met fruitautomaten, informeren spelers niet of summier over de risico's, signaleren probleemgedrag nauwelijks en grijpen vrijwel nooit in als een speler verslaafd raakt.
Voorzitter van brancheorganisatie VAN Kansspelen Frits Huffnagel noemt het onderzoek belangrijk, omdat casino's 'net als cafés' zijn. 'Als je allemaal alcoholisten aan de bar hebt zitten, komen de andere mensen niet meer.' Maar we moeten het risico op een gokverslaving ook weer niet overdrijven, vindt Huffnagel. 'Gokken komt natuurlijk niet in de buurt van drank of drugs.'
Trimbos-onderzoeker Goossens ziet dat anders. 'Er zijn positieve ontwikkelingen gaande: de gokkast is uit nagenoeg uit de kroeg verdwenen en het aantal gokverslavingen daalt jaarlijks. Toch is het hoog tijd om de verslavingspreventie weer eens af te stoffen. Er moet nog strenger worden opgetreden.'
Als de nieuwe wet wordt aangenomen, worden ook de bestaande kansspelaanbieders en vooral de gokhallen strenger gecontroleerd. Staatssecretaris Klaas Dijkhoff zegt dat het aantal probleemspelers eens temeer aantoont dat de Nederlandse consument gebaat is bij een snelle inwerkingtreding van de wet. 'Zo kan de onlinegokker beter worden beschermd en wordt ook in andere kansspelsectoren de zorgplicht aangescherpt.'