Rijstgriespudding met marmergruis
Wat gebeurt er met ons voedsel voordat het op tafel komt? Deze week, wetenschapsweek, wordt geprobeerd deze vraag te beantwoorden....
O.A. Corver nam in Aaltje Nieuw Nederlandsch Kookboek (1893) een apart hoofdstuk op: 'Iets over vervalschingen'. 'Hoe zullen we ons tegen vervalschingen en slechte levensmiddelen vrijwaren? Koffie, peper, meel, kaneel enz. enz., alles kan vermengd worden met waardelooze, verkeerd en zelfs met voor de gezondheid schadelijke bestanddeelen. Stel u voor, dat men rijstmeel heeft aangetroffen waarin 56 procent marmergruis werd gemengd! Zoo zoudt ge toch onwillekeurig uwen kinderen steenen voor voedsel geven en dat nog wel, als ge ze eens recht dacht te tracteeren op een lekkeren rijstgriespudding. Ge meent veel te kunnen voorkomen door zelfs alles te maken? Ja, maar 1e moet ge dan een geheele reeks van molens hebben; 2e kost het u zeer veel tijd, dien ge nuttiger kunt besteden, en 3e zou het ongemalen produkt al vervalscht kunnen zijn. Want men heeft al heel mooi nagemaakte koffieboontjes van meel of deeg ontdekt.'
Corver waarschuwt voor augurken en doperwten die omwille van een groene kleur met koper worden bewerkt. Boter wordt vermengd met 'kunstboter', ofwel margarine. Corver pleit dan ook voor keuring door 'bevoegde scheikundigen' en controle van rijks- en gemeentewege, 'bij wijze van politie'.
Amsterdammers konden op het raadhuis levensmiddelen laten controleren als zij twijfelden aan de kwaliteit. Overigens bestond er aan het eind van de negentiende eeuw een soort voorloper van de Consumentengids: Maandblad tegen Vervalschingen.
Mej. A.C. Manden waarschuwt in Recepten van de Haagsche Kookschool (7e druk, 1898) voor vis waarvan de kieuwen met rode verf bewerkt zijn, zodat die vers lijkt. Ze beveelt fabrieksmatig ijs aan boven natuurlijk ijs, omdat 'in ijs afkomstig uit grachten, slooten en rivieren tal van bacteriën kunnen voorkomen'. Zelfs kraanwater is niet te vertrouwen: 'Het leidingwater is ook niet altijd onschadelijk te noemen; dikwijls is bewezen dat er nu en dan lood in voorkomt. Te Amsterdam komt het ook dikwijls voor in het regenwater, hetgeen moet worden toegeschreven aan de vele oude, looden regenbakken.'
Ook Manden is voor controle: 'Naar eene strenge wet op de vervalsching van natuurboter met margarine wordt zeker door menigeen reikhalzend uitgezien.' En in het hoofdstukje over paddestoelen meldt ze: 'Men beweert dat truffels ook dikwijls vervalscht in den handel worden gebracht.'
Gevaar loerde dus overal, ook al was van genetische manipulatie nog lang geen sprake.