Retourtje Luik, uitputtingsslag voor serieuze mannen
De oudste wielerklassieker jubileert. De koers die ooit in 1892 begon, kent zondag honderd edities. De beklimming van de steile Redoute breekt sinds 1974 geregeld de wedstrijd open.
REMOUCHAMPS - Door een erehaag van campers, waarvan de bezitters op stretchers zichtbaar de tijd doden, gaat de fietstoerist vrijdagmorgen omhoog. Eerst gaat het parallel langs een autoweg en dan linksaf. Daar begint de Redoute pas echt. Een slang van grijs asfalt is het, die zich ruim een kilometer lang omhoog slingert door het groen van de weilanden.
Voor oud-wielrenner Michael Boogerd begon Luik-Bastenaken-Luik hier, preciezer gezegd: in Remouchamps, het dorp waarin de Redoute aanvangt. In galop langs het riviertje Amblève, vervolgens rechtsaf een paar vage straatjes door. En dan het tunneltje.
'Eigenlijk is Luik iets waar je vreselijk veel zin in hebt, maar wat nog niet kan. De eerste 150 kilometer voel je je net een jongen die op een schoolreisje wacht. Je zit je de hele dag op te vreten, dan ga je onder dat tunneltje door en zie je links de top liggen. Op dat moment weet je: nu gaat het beginnen.'
Van alle voorjaarsklassiekers reed Boogerd het liefst Luik-Bastenaken- Luik. 'Zo zwaar, zo mooi', aldus vatte deze krant ruim tien jaar geleden zijn gevoelens samen. In het retourtje Luik kwam voor Michael Boogerd alles samen wat het wielrennen zo mooi maakte. Een keten van historische beklimmingen, die eindigde op de Saint-Nicolas en werd samengebald in een erelijst om u tegen te zeggen.
'Vergeleken met de andere voorjaarsklassiekers zie je eigenlijk nooit een groep aankomen', zei Boogerd in 2001. 'Daarom trekt deze wedstrijd me ook zo, meer dan de Amstel Gold Race of San Sebastian. Luik heeft een heel eigen status. Hier staan alleen maar serieuze mannen aan de start, ook de renners die in de zomer het gezicht van een koers bepalen.'
Zondag wacht de honderdste editie van Luik-Bastenaken-Luik. Er is geen andere eendaagse wedstrijd met zo'n lange staat van dienst. Daarom wordt ze 'La Doyenne' genoemd, een mooi Frans woord waarin ouderdom en meesterschap samenvloeien.
'O ja', zegt Bauke Mollema donderdagavond in het Maastrichtse hotel waar zijn ploeg verblijft. 'Dat had ik inderdaad ergens gelezen, dat het de honderdste keer is.' Voor hem heeft dat dus geen bijzondere betekenis. 'Ik was het eigenlijk alweer vergeten.'
Voor Mollema is er maar één koers en dat is de Tour de France. Van de klassiekers heeft de Amstel Gold Race een streepje voor omdat die in eigen land is. 'Maar Luik ligt me wel het best. Het is de zwaarste en de langste, een echte uitputtingsslag. Het is ook de eerlijkste koers. De besten komen bovendrijven.'
Tot nu toe stond Bauke Mollema drie keer aan de start op de Place Saint-Lambert in Luik. Bij zijn tweede deelname behoorde hij tot degenen die kwamen bovendrijven. Dat goede gevoel van 2012 heeft de kopman van Belkin nu weer. Opnieuw gingen een goede Amstel en Waalse Pijl vooraf aan Luik-Bastenaken-Luik. 'Ik heb echt supergoede benen, zowel op de training als tijdens de wedstrijd. Het is prettig dat het wordt bevestigd in de uitslagen.'
Vrijdag verkennen Mollema en zijn ploeggenoten de nieuw uitgetekende finale. Als eresaluut aan de geschiedenis keren de C¿te de la Vecquée en de C¿te des Forges daarin terug. 'Het schijnt alleen maar lastiger te zijn geworden', zegt hij de avond ervoor. 'Dat is in mijn voordeel.'
Mocht Mollema zondag aan het langste eind trekken, dan treedt hij in de traditie van Léon Houa. Deze Luikenaar van goede komaf was in 1892 de eerste winnaar van Luik-Bastenaken-Luik. Samen met 32 andere amateurs was hij om half zes 's ochtends uit het centrum vertrokken om er bijna elf uur later als eerste terug te keren. Keerpunt was het stationsplein in Bastenaken, waar de officials per trein de deelnemers vooruit waren gereisd.
Na nog eens twee overwinningen van lokale held Houa viel er een gat van 14 jaar, waarna Luik-Bastenaken-Luik als professionele wedstrijd aan zijn status kon bouwen. De reeks, die verder slechts door beide wereldoorlogen werd onderbroken, heeft veel gedenkwaardige koersen opgeleverd. Nederland leverde tot nu toe slechts drie winnaars: Ab Geldermans, Steven Rooks en Adrie van der Poel.
Eddy Merckx is met vijf zeges, behaald tussen 1969 en 1975, recordhouder. Over zijn tweede zei hij: 'De zwaarste koers uit mijn loopbaan en misschien daarom ook wel mijn mooiste overwinning.' Een verzorger verklapte later dat de Kannibaal uit pure vermoeidheid op een krukje moest zitten tijdens het douchen.
In 1974 werd de Redoute in het parcours opgenomen en werd ook meteen een scherprechter. Decennia lang werd de koers hier opengebroken. Legendarisch is het titanengevecht dat Frank Vandenbroucke en Michele Bartoli in 1999 uitvochten. De slang van asfalt veranderde in een boksring waar Frank Vandenbroucke als de brutale uitdager Cassius Clay de vloer aanveegde met oude leeuw Sonny Liston. Verderop, op weg naar de eindstreep deed hij hetzelfde met Michael Boogerd, die dacht eindelijk zijn slag te slaan. 'Zoals Vandenbroucke me voorbijreed, dat kan ik nog altijd niet begrijpen', zei Boogerd in 2001. Met de kennis van nu én de bijbehorende achterdocht is dat allicht wat duidelijker geworden.
De laatste jaren ligt het epicentrum van de wedstrijd in de finale en dat heeft van de Redoute min of meer een feestberg gemaakt. Op de laatste egale strook weiland richt de fanclub van Philippe Gilbert een tentenkamp in. Op de luifel staat 'Vas-y champion' geschreven. Binnen staat een tap van dertig meter lengte, waar op de kampioen kan worden geproost. Er worden zondag tienduizend belangstellenden verwacht in 'Philippeville'.
Philippe Gilbert is geboren en getogen in Remouchamps. De plaatselijke Brasserie du Cheval Blanc fungeert als lokaal van zijn fanclub. Aan de gevel hangen een fiets en een pop, gekleed als Gilbert. Het aantal overwinningen van dit seizoen is vastgelegd in een reusachtige 2.
Het is de bedoeling dat zijn naam, afgekort tot koosnaampje Phil, 800 keer het asfalt van de Redoute zal sieren. Daarmee wordt het oude record van 600 ruim gebroken. Op het steilste stuk is een vrouw met emmer en kwast het laatste gat aan het dichten.
De fietstoerist raakt er vrijdagmorgen van in trance. Elke pedaalslag is goed voor één Phil. Maar vlak voor de top wordt hij naar de zijkant geschreeuwd. De Spaanse ploeg Movistar beproeft de Redoute. Alejandro Valverde, misschien wel de belangrijkste rivaal van Gilbert, leidt de dans.
Vijf sportieve hoogtepunten uit de geschiedenis
undefined
1892
De allereerste Luik-Bastenaken-Luik was op 29 mei 1892. De renners gingen om 05.39 uur van start aan Les Terrasses de Liège, Avenue Rogier. 33 deelnemers wagen zich aan een heus avontuur. Ze rijden 125 kilometer naar het zuiden, keren om en rijden dezelfde weg weer terug. Winnaar Léon Houa, inwoner van Luik, doet 10.48,36 uur over de tocht en fietst gemiddeld 23,322 kilometer/uur. Zijn fiets weegt 11,6 kilogram. Houa wint de wedstrijd nog twee keer. Daarna verdwijnt de koers van de kalender, om er pas in 1908 voorgoed terug te keren.
undefined
1957
De enige editie met twee winnaars: Frans Schoubben en Germain Derycke. Voor aanvang van de koers is het zo koud dat van de 244 ingeschreven coureurs er slechts 107 aan de start verschijnen. Ook onderweg verdwijnt de ene na de andere renner uit de wedstrijd. Sommigen kunnen niet meer staan van de kou. Er ontstaat een kopgroep van vier: twee Italianen, een Fransman en de Belg Derycke. Als ze voor een gesloten overweg komen, kruipen drie van de vier onder de slagbomen door. Derycke blijft staan; hij weet dat het verboden is een gesloten overweg over te steken. Als hij het drietal ziet wegrijden, zwicht hij alsnog. Dat levert aan de finish problemen op, want Derycke wint de wedstrijd. De nummer twee, Schoubben, protesteert aanvankelijk. De jury besluit Derycke niet uit de uitslag te schrappen omdat de omstandigheden zo zwaar waren. Drie dagen later trekt Frans Schoubben zijn protest in. Dan verzoekt Derycke de jury in een brief ook Schoubben uit te roepen tot winnaar. Zo krijgt de editie van 1957 als enige twee winnaars.
undefined
1980
Er is veel over gezegd en nog meer over geschreven: de editie van 1980 was misschien wel de verschrikkelijkste Luik-Bastenaken-Luik ooit. Het sneeuwde, was koud en het waaide guur. Na 100 kilometer hadden al 110 van de 174 deelnemers opgegeven. Bernard Hinault zette zijn rode bivakmuts op en nam op 80 kilometer voor de streep in zijn eentje de leiding. De Fransman lijkt onverwoestbaar, maar aan de streep is ook hij te uitgeput voor een zegegebaar. Sinds die dag heeft de Breton bij kou last van zijn vingers.
undefined
1988
99 edities en maar drie keer won een Nederlander. Adrie van der Poel was in 1988 de laatste; Ab Geldermans in 1960 de eerste. Daartussenin zat de meest verrassende: Steven Rooks in 1983. Het werd de grote doorbraak van de Nederlander. Later zei Rooks dat die zege misschien te vroeg was gekomen in zijn carrière. 'Ik was onbevangen in 1983. Het was aanvallen en maar kijken waar het schip strandt. Ik reed toen alleen voor mezelf en opeens moest ik aan de verwachtingen van anderen voldoen.'
undefined
1999
Zelden zal de oudste klassieker zo voorspelbaar zijn verlopen als op 18 april 1999. Frank Vandenbroucke had zijn aanval immers op voorhand aangekondigd. Nog beter: hij had de specifieke plek van zijn demarrage al verklapt. Op de laatste klim van de dag, de Saint-Nicolas, en daarvan in de steilste bocht, daar zou het allemaal gaan gebeuren. Aan huisnummer 256 liet Vandenbroucke, die eerder die dag op de Redoute al een hanengevecht had geleverd met de gedoodverfde winnaar Michele Bartoli, Michael Boogerd verbaasd achter.
undefined