Reis door het schimmenrijk
EEN kerkhof is niet alleen een verzameling monumenten - in Italië wordt het kerkhof vaak cimitero monumentale genoemd -, maar ook een stad....
'Ikzelf heb op dit kerkhof mijn graf', zegt het hoofdpersonage uit de inmiddels vergeten roman Un vivant chez les morts van Maurice Hamel, een verhaal dat zich op een kerkhof afspeelt. 'Het is het mooiste graf op deze plek. Van tijd tot tijd ga ik ernaar kijken, als iemand die een appartement heeft gehuurd.'
Zegt een ander: 'Vergelijk jij dan een graf met een woning?'
'Eh, waarom niet? Vanaf deze plaats heb ik een mooi zicht op de eeuwigheid. Het is wel niet goed gestoffeerd, maar de huur wordt nooit hoger en mijn buren zijn rustige mensen.'
Al sinds de prehistorie geloven mensen uit allerlei culturen in een leven na de dood, in een soort parallelle wereld in het hiernamaals. De dode gaat op reis.
In Graftombes van de eeuwigheid, onder redactie van egyptoloog Alberto Siliotti, maken we een wereldreis langs kerkhoven, van megalithische graven in Bretagne en Ierland naar de koninklijke pre-Columbiaanse Moche-graven.
Kerkhoven zijn eeuwenlang bewaarplaatsen van de dood geweest, deel van de stad, met woningen en wegen waar het leven kan voortgaan. Achter een hek, achter een muur of achter cipressen blijven de doden aanwezig in hun grafkelders, mausolea en kapellen: ze maken nog deel uit van het leven.
Al sinds het neolithische tijdperk werden 'rustplaatsen voor de eeuwigheid' gebouwd. De complexiteit en de vaak enorme afmetingen van de bouwwerken moesten de doden een duurzame bescherming meegeven; ze gingen daardoor langer mee dan de huizen van de levenden.
Soms zijn begraafplaatsen echte dodensteden, zoals in Tarquinië en Cerveteri, of Monterozzi. De grafkamers werden beschilderd. Aan de hand van de taferelen kunnen we het sociale leven van toen, de vroegere rituelen en gebruiken, reconstrueren. Want dodenkamers zijn ook archieven; koninklijke grafkelders ook schatkamers.
In het mausoleum van de eerste keizer van de Chinese Qin-dynastie werd een compleet leger aangetroffen, met duizenden levensgrote terracotta beelden van de soldaten van Qin Shihuangdi's leger in gevechtskleding en met cavalerie-eenheden en strijdwagens. Bij de sarcofagen van Egyptische koningen en koninginnen stonden meubelen, vergulde bedden en stoelen, en zelfs een koninklijk schip.
Toekomstige bewoners van de dodenstad, de onderaardse stad die de Italiaanse schrijver Italo Calvino in zijn Onzichtbare steden beschreef, kopiëren soms exact hun steden in het schimmenrijk, opdat de overgang tussen het leven en de dood zich niet te brutaal zou voltrekken.