Regeringspartijen CDA en D66 komen met plan om verspreiding van nepnieuws tegen te gaan
Regeringspartijen CDA en D66 willen met drie maatregelen de verspreiding van desinformatie via sociale media tegengaan.
Het gaat om openheid over algoritmes die bepalen wat mensen op Twitter en Facebook te zien krijgen, een overheidscampagne genaamd 'Trap er niet in' en meer informatie over de geldschieters achter politieke advertenties.
Met deze voorstellen, die Kamerleden Harry van der Molen (CDA) en Kees Verhoeven (D66) vandaag indienen bij de begrotingsbehandeling van Binnenlandse Zaken, hopen de partijen ongewenste inmenging door buitenlandse partijen - bijvoorbeeld bij de verkiezingen - te voorkomen.
Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) liet dinsdag weten dat ze in gesprek wil met technologiebedrijven om de dreiging van nepnieuws tegen te gaan. Ze stelt, zoals eerder ook de AIVD deed, dat Nederland in het vizier is van Russische inlichtingendiensten.
Ook verwijst ze naar de veel aangehaalde Russische pogingen om de Amerikaanse verkiezingen te beïnvloeden. De afgelopen weken moest de top van Google, Facebook en Twitter zich in het Amerikaanse Congres verantwoorden voor het misbruik van hun netwerken. Voorafgaand aan de verkiezingen zijn tachtigduizend berichten vanuit Rusland op Facebook geplaatst met als doel de Amerikaanse presidentsverkiezingen te beïnvloeden. 126 miljoen Amerikanen zagen Russische berichten - 40 procent van de Amerikaanse bevolking. Twitter vond 2.752 accounts die direct zijn verbonden met Rusland.
Kamerlid Verhoeven onderstreept dat het gevaar niet alleen uit Rusland komt. 'We moeten niet kleurenblind zijn: elke vorm van inmenging moeten we weren, ongeacht waar het vandaag komt.' Hij wil Facebook en Twitter uitnodigen en aanspreken op hun verantwoordelijkheid. 'Ze hebben zich altijd verdedigd door te zeggen dat ze enkel een platform bieden. Maar het zijn nieuwskanalen van jewelste.'
Daarop ingrijpen door een overheid lijkt hem niet nuttig. 'Dan dreigt het gevaar van censuur, zoals in Duitsland.' Daar werd een wet aangenomen die sociale media verplicht aanstootgevende berichten binnen 24 uur te verwijden op straffe van een boete die kan oplopen tot 50 miljoen euro.
De vrees is dat de Amerikaanse bedrijven uit angst voor boetes twijfelachtige uitingen zullen weren en zo aan censuur gaan doen. Daarom willen Van den Molen en Verhoeven het anders aanpakken. 'Maak de gebruikers duidelijk dat een tijdlijn wordt bepaald door een algoritme.'
Hij denkt verder aan een register waarin staat wie welke politieke advertenties betaalt. In de Verenigde Staten is een wet in de maak die internetplatforms verplicht openheid te geven over advertenties waarvoor meer dan 500 dollar is betaald. Sociale media moeten dan registreren wie ervoor heeft betaald en met welk doel. Ook bij de advertentie zelf komt informatie te staan wie betaalde, net zoals bij politieke reclamespots op televisie.
CDA en D66 hopen daarnaast dat voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 een overheidscampagne kan beginnen, die waarschuwt voor nepnieuws. Ze denken aan iets vergelijkbaars als de campagne tegen phisingsmails. 'Hang op! Klik weg! Bel uw bank!'. Verhoeven: 'Niet alles wat je leest hoeft waar te zijn. Zo'n campagne kan ertoe bijdragen dat mensen beter echt van nep kunnen onderscheiden.'
Trap er niet in! Lees alles over nepnieuws
De regering gaat praten met Facebook en Google over nepnieuws. Maar heeft zo'n gesprek wel zin?
De belofte van Facebook en Twitter was dat ze ons blikveld zouden verruimen, dat kennis zou toenemen, dat feiten zouden winnen. Maar het tegendeel is gebeurd. De techbedrijven vormen een bedreiging voor de democratie.
Ook perswoordvoerders worstelen met nepnieuws, blijkt uit een enquête onder collega's. Voorlichters zien hun werk zwaarder worden, maar ook belangrijker.
Haatpropaganda waar je nauwelijks iets over hoort, maar die elke dag over het internet klotst. Maarten Keulemans wordt er onpasselijk van en bespreekt drie voorbeelden. Bekijk de video hieronder