Redder in nood Kemperman

Zoals het duel tussen Huissenaar Mark Kemperman, de NK-finalist van 1997, en veteraan Bert Kain van het Drentse Pekelsma. Met zijn zwaarbevochten overwinning, de enige van de hele wedstrijd, behoedde Kemperman de landskampioenen voor een sensationele uitschakeling: bij een 4-4 gelijkspel geldt de regel dat de laagst spelende vereniging dóórgaat naar de volgende ronde...

M. Kemperman - Kain

(KNDB-Beker 1998)

1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 22-27 5.32x21 17x26 6.38-32 11-17 7.42-38 7-11 8.47-42 1-6 9.34-30 19-23 10.40-34 14-19 11.44-40 20-24 12.29x20 15x24 13.32-28 23x32 14.37x28 26x37 15.41x32 16-21 16.36-31 21-27 17.31x22 18x27 18.32x21 17x26 19.42-37 12-18 20.38-32 10-14 21.43-38 18-23 22.49-43 5-10 23.30-25 10-15 24.34-29 23x34 25.40x20 15x24 26.39-34 24-30 27.35x24 19x39 28.43x34 13-18 29.46-41 8-12 30.34-29 12-17 31.45-40 18-22 32.41-36 17-21 33.28x17 11x22 34.32-28 9-13 35.28x17 21x12 36.38-32 13-18 37.33-28 12-17 38.40-34 6-11 39.32-27 2-8 40.48-42 11-16 41.42-38 3-9 42.38-32 17-21 43.29-24 8-13

Zie diagram 1

44.28-22!

Inderdaad schuilt wits enige serieuze winstkans in deze Ghestem-doorstoot, die het terugruiltje 44...18-22 en 45...21x12 uit de stand haalt.

44...18-23 45.24-20!

En niet 45.34-30? wegens 45...4-10! enz. met remise.

Op de tekstzet mag zwart niet met 45...14-19? reageren wegens 46.34-30! +, terwijl de dubbele afruil 45...13-18 enz. eveneens kansloos verliest. Dus:

45...13-19(!) 46.34-30 23-29 47.22-18! 29-33?

Voor de hand liggend maar foutief. Ik geef toe dat de 2x2 ruil 47...19-24! 48.30x10 4x24 er weinig vertrouwenwekkend uitzag, maar toch is het niet eenvoudig een sluitende winst voor wit aan te geven. In elk geval is na 49.18-12 29-34 50.12-7/8 34-40! de thematische rondslag-met-de-dam 51.37-31, 52.7/8-2 en 53.2x4 ontoereikend wegens 53...28-33 54.4-27 33-39 55.27-49 16-21 56.49x16 39-44 =.

48.20-15!!

De zwartspeler moet deze fraaie, temporiserende voortzetting hebben overzien. Plotseling is het uit:

48...9-13 49.18x20 19-23 50.20-14 33-39 51.14-9! 4x13 52.15-10

Nu vormt 53.37-31! enz. wel degelijk een dreiging. Kain heeft derhalve geen keuze:

52...23-28 53.32x23 21x41 54.36x47 39-43 55.10-4! 43-49 56.4x36!

Alleen zo verhindert wit 56...49-35 door 57.23-18! +. Het slot van deze partij spreekt voor zich:

56...49-32 57.23-18 32-19 58.18-12 19x35 59.36-41 35-2 60.25-20 26-31 61.20-15 16-21 62.15-10 31-36 63.10-5 21-27 64.41-28 27-31 65.28-46

Zwart geeft het op.

Ook de Wit-Russische crack Alexander Presman, al geruime tijd kopman van het Limburgse CEMA/DVZ Geleen, voorkwam dat zijn team het toernooi voortijdig moest verlaten. Dat deed hij door Cor Kuystermans van het Tilburgse TDV in een interessante partij te kloppen.

Presman - Kuystermans

(KNDB-Beker 1998)

1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.37-31 20-24 5.42-38 14-20 6.47-42 10-14 7.41-37 17-22 8.28x17 12x21 9.34-29 23x34 10.40x29 5-10 11.45-40 21-26 12.32-28 19-23

De inleiding tot een 3x3 ruil die in een weinig voorkomend spelbeeld (schijf 45!) resulteert.

13.28x30 20-24 14.30x19 14x45 15.33-28 10-14 16.37-32 26x37 17.42x31 14-19 18.46-41 1-7 19.41-37 7-12 20.38-33 18-23 21.39-34 15-20 22.48-42 2-7 23.43-38 20-24 24.33-29 24x22 25.27x29 13-18 26.44-39 18-23 27.29x18 12x23 28.39-33 9-14 29.31-27 3-9 30.36-31 8-13 31.33-28 13-18 32.35-30 7-12 33.38-33 12-17 34.30-24 19x39 35.28x10 4x15 36.33x44 9-13 37.44-39 13-19 38.42-38 17-21?

Pas na deze zet krijgt zwart met groot, mogelijk al beslissend nadeel te kampen. Daarentegen heb ik na 38...17-22! 39.38-33 15-20 niets gevonden dat op serieuze winstkansen voor wit lijkt. Dit ondanks het feit dat zwart na 40.32-28 20-25 (misschien kan zelfs hier al 40...11-17!?) 41.28x17 11x22 42.37-32 verplicht is met 42...6-11 43.32-28 11-17 'in' de kettingstelling te gaan staan. Maar wie goed kijkt, zal zien dat wit daar op geen enkele manier van kan profiteren, bij voorbeeld 44.39-34 19-24! 45.34-29 24-30! enz.

39.38-33 18-23

Misschien is dit evenmin de beste, maar inmiddels ziet de zwarte stand er tòch niet meer goed uit.

40.33-28

Zie diagram 2

40...23-29

Anders 41.39-34! met winst voor wit, bijvoorbeeld 40...15-20 41.39-34 21-26 42.49-44! 20-25 43.44-39! 11-17 44.27-22! 17-21 45.31-27 6-11 (want 45...25-30 46.34x25 23-29 faalt op 47.25-20 29-33 48.28-23! 19x17 49.39x28 +) 46.39-33 en wit heeft precies het laatste tempo!

41.28-22! 21-26

Van doorslaggevend belang is dat zwart na 41...19-23 42.31-26! 23-28?? 43.22x24 in tempodwang zou verkeren. En 41...19-23 42.31-26 11-17 43.22x11 6x17 44.27-22! 17x28 45.26x17 lijkt eveneens te verliezen. Vandaar de tekstzet.

42.22-17! 11x22 43.27x18 6-11 44.31-27!

Tegen de dreiging 45.18-12! valt nu niets meer uit te richten.

44...26-31 45.37x26 11-17 46.26-21 17x26 47.18-12 16-21 48.27x16 26-31 49.32-27 31x22 50.12-8 22-28 51.8-2 19-24 52.2x35 28-32 53.35-19 32-38 54.19-37

En na nog enkele zetten gaf zwart het op.

Tot besluit geef ik, zonder technisch commentaar, een spannende partij in de Keller-variant (!) uit de wedstrijd tussen Rijnsburg en PWG 's-Gravenpolder. U mag zelf uitzoeken of het klopt dat eerst wit gewonnen heeft gestaan en later zwart.

M. Bremer - E. Hamers

(KNDB-Beker 1998)

1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1-6 5.31-26 16-21 6.32-28 19-23 7.28x19 14x23 8.35-30 10-14 9.30-24 5-10 10.37-31 20-25 11.24-20 15x24 12.29x20 14-19 13.20-15 10-14 14.40-35 22-27 15.31x22 17x28 16.26x17 12x21 17.33x22 18x27 18.41-37 8-12 19.34-30 25x34 20.39x30 12-18 21.44-39 7-12 22.45-40 11-16 23.40-34 6-11 24.39-33 2-7 25.33-29 21-26 26.38-33 16-21 27.43-39 11-16 28.47-41 18-22 29.29x18 12x23 30.33-29 13-18 31.37-31 26x37 32.42x31 7-12 33.39-33 9-13 34.31-26 12-17 35.49-43 27-32 36.36-31 21-27 37.41-36 3-8 38.43-39 8-12 39.30-25 16-21 40.46-41 23-28 41.35-30 19-23 42.25-20 14x25 43.30-24 32-38 44.33x42 28-32 45.42-37 32-38 46.37-32 38-42 47.48x37 27x38 48.39-33 23-28 49.33x42 21-27 50.42-38 28-33 51.38-32 27x38 52.37-32 38x27 53.29x38 18-23 54.41-37 23-28 55.34-29 12-18 56.37-32 28x37 57.31x42 22-28 58.42-37 18-22 59.24-20 25x14 60.29-23 28x19 61.37-32

Remise.