Rechts-populistische partijen vinden elkaar alleen in afkeer
Rechts-populistische partijen in Europa zijn tegen de euro en tegen immigratie. Maar hun economische programma's lopen verder wijd uiteen. Dat schept verwarring: want waarvoor kiezen Wilders-stemmers woensdag eigenlijk?
Het is een vreemde vraag, minder dan een week voor de verkiezingen. Maar zij dringt zich onvermijdelijk op: wat wil de partij die samen met de VVD al maanden de peilingen aanvoert nou eigenlijk in sociaal-economisch opzicht? Wat mag de kiezer verwachten van een PVV-kabinet?
Inspiratie zoeken bij zijn buitenlandse geestverwanten, zoals Wilders in het verleden vaak deed, biedt gezien de onderlinge verdeeldheid geen soelaas. Eerder dit jaar presenteerden zij zich op een bijeenkomst in het Duitse Koblenz als 'de leiders van het nieuwe Europa'. De rechts-populistische partijen vinden elkaar in hun afkeer van immigratie, moslims en 'Brussel'. Maar economie? De één wil 'intelligent protectionisme', de ander is principieel voor vrijhandel.
Het meest in de buurt van een samenhangende economische ideologie komt het Front National. De partij van Marine Le Pen, de vrouw die in mei president van Frankrijk hoopt te worden, kiest consequent voor nationalisme. Dat betekent dus importtarieven, belasting op buitenlandse werknemers en een overheidsbeleid van 'koopt Franse waar'. Lijnrecht daartegenover staan de Duitse en Britse geestverwanten. Zij zijn veel liberaler.
Die tegenstelling speelt net zo goed binnen veel rechts-populistische partijen zelf. Zo pleiten ook sommige leden van UKIP en de Duitse AfD voor een meer sociaal-nationale koers als het om economie gaat. Het zijn precies de tegengestelde geluiden die de regering-Trump tot nog toe zo ongrijpbaar maken. Wordt het ouderwetse, liberale Reaganomics? Of leggen de belangen van het bedrijfsleven het straks af tegen een politiek van torenhoge importtarieven en muren langs de grens?
Voor dat dilemma staat ook de PVV. Op het eerste gezicht lijkt het simpel. Op haar verkiezings-A4'tje pleit de PVV voor het schrappen van het eigen risico in de zorg. Huren moeten omlaag, de AOW terug naar 65 en de bezuinigingen op de thuis- en ouderenzorg worden teruggedraaid. 'Nog linkser dan Emile Roemer van de SP', noemt premier Rutte Wilders dan ook. Dat is geen nieuw geluid. Als het om immigratie, veiligheid en minderheden gaat, luidt de gangbare analyse, staat de PVV uiterst rechts. Maar in sociaal-economisch opzicht is zij links.
Het probleem is: dat imago strookt niet met de feiten. Uit onderzoek van politicologen blijkt dat de PVV veel meer een traditioneel rechtse partij is dan gedacht. Ze stemt doorgaans mee met VVD, CDA en SGP. De verschillen zijn het grootst met die andere partij die vaak populistisch genoemd wordt: de SP.
Daarbij gaat het niet enkel om culturele thema's. De website De Correspondent wees vorige maand op het rechtse stemgedrag van de PVV. Juist op sociaal-economische onderwerpen. Zo diende Tweede Kamerlid Machiel de Graaf een motie in tegen het algemeen bindend verklaren van cao's. Dat is een klassiek stokpaardje van werkgevers - en een klap in het gezicht van werknemers en vakbeweging. 'Een partij die cao's wil afschaffen', concludeerde de site, 'de hypotheekrenteaftrek wil behouden, om het minste of geringste de bijstand wil afpakken, schuldenaren het leven onmogelijk maakt - zo'n partij kunnen we niet 'links' noemen.'
Dat hoeft gezien de ontstaansgeschiedenis van de PVV niet te verbazen. Als VVD-Kamerlid volgde Geert Wilders zes jaar lang braaf de liberaal-economische partijlijn. Die achtergrond is ook nog zichtbaar in het eerste verkiezingsprogramma van de PVV uit 2006. Daarin pleit zij voor 'een kleine, weerbare overheid' en flexibilisering van de arbeidsmarkt. Pas geleidelijk aan richtte Wilders zich tot zijn armere achterban als voorvechter van de verzorgingsstaat. Het wekt de indruk dat dit onderdeel van zijn politieke programma vooral voor de bühne is - als gedoogpartner van VVD en CDA liet Wilders in 2010 direct zijn eis vallen om de AOW-leeftijd terug te draaien naar 65 jaar.
In datzelfde jaar schreef Martin Bosma, de ideoloog van de PVV: Ik lees liever Hayek en Ayn Rand dan Keynes en Etty'. De filosoof Friedrich Hayek (1899-1992) is hét idool van economisch-liberale hardliners. De Russisch-Amerikaanse Ayn Rand schetste in haar romans een anarcho-kapitalistische utopie, waarin de vrije concurrentie boven alles gaat.
Waar kiezen PVV-stemmers op 15 maart voor? De waarheid is: ze kunnen het onmogelijk weten. In economisch opzicht blijkt het rechts-populisme een grabbelton. Dat is lastig, zeker bij een partij die bezweert als enige écht te luisteren naar het volk.
Intelligent protectionisme
Marine Le Pen - Frankrijk
Als Marine Le Pen in mei tot president wordt gekozen, zal Frankrijk de euro verlaten, mits de Fransen daar per referendum mee instemmen. Voorts wil ze 'de nationale voorrang' in de Grondwet laten opnemen. Werkgevers die buitenlanders inhuren zullen extra belasting moeten betalen. Er komt een heffing van 3 procent op geïmporteerde goederen. De overheid zal haar opdrachten alleen aan Franse bedrijven gunnen, op voorwaarde dat ze niet veel duurder zijn dan hun buitenlandse concurrenten. Om dit programma van 'intelligent protectionisme' te kunnen doorvoeren, zal Frankrijk waarschijnlijk de Europese Unie moeten verlaten.
Le Pen stelt economische globalisering vaak op een lijn met immigratie. Zij hekelt de vrijhandel als een van buitenaf opgelegd systeem waarin 'slaven' uit de Derde Wereld goedkope producten maken voor 'werklozen' in het Westen.
Le Pen wil terug naar de gelukkige dagen van het gaullisme, de naoorlogse trente glorieuses, toen elke Fransman een fatsoenlijke boterham verdiende, door de staat beschermd tegen 'oneerlijke' concurrentie uit lage-lonenlanden.
Le Pens programma zal op een catastrofe uitdraaien, zeggen economen. Le Pen is daarvan niet onder de indruk. Economen behoren tot de 'ultraliberale' elite die de gewone man zo veel ellende heeft berokkend, stelt zij.
Peter Giesen
Hogere pensioenen
Vlaams belang - België
Niet links en niet rechts: dat is het sociaal-economische programma van het Vlaams Belang. Zo radicaal als de partij uit de hoek kan komen over migratie en islam, zo gematigd klinkt ze over de economie. 'We volgen een derde weg', aldus partijkopstuk Gerolf Annemans. 'Een tussenweg tussen neoliberale ideeën en het oude, vastgeroeste socialisme.'
De partij wil de belastingen voor bedrijven verlagen en tegelijk de pensioenen verhogen. Ze pleit voor soepeler arbeidstijden, maar verdedigt tegelijk een protectionistisch statuut voor havenarbeiders. Of zoals De Tijd schreef: 'De partij heeft nooit durven kiezen tussen werkgevers en werknemers.'
Als separatistische partij heeft het Belang natuurlijk een mirakeloplossing voor alle economische problemen: de Vlaamse onafhankelijkheid. De sociale zekerheid onbetaalbaar? De overheid te log? Dat wordt allemaal beter als de Vlamingen hun zaakjes zelf kunnen regelen. En met een immigratiestop worden nog eens miljarden bespaard.
Onlangs is het Vlaams Belang wel naar links opgeschoven, in het zog van Donald Trumps economisch nationalisme. Terwijl de partij in haar programma pleit voor 'optimale waarborgen voor de vrije concurrentie', klinkt het op Twitter dat vrijhandel aan banden moet worden gelegd. Het toont dat economie bijzaak is voor de partij. Doe hun maar Trumps moslimban.
Leen Vervaeke
Gooi de mijnen weer open
UKIP - Verenigd Koninkrijk
'UKIP is een partij die gelooft in lage belastingen, ondernemerschap en eerlijkheid.' De eerste zin van het manifest zet de toon van de partij die voor een Brexit heeft gezorgd. Margaret Thatcher had ermee kunnen leven. UKIP, met Paul Nuttall aan het hoofd, wil de erfbelasting ('death tax') afschaffen, de belastingvrije voet verhogen en belastingvoordeel voor gehuwden uitbreiden. Bierdrinkers en rokers zullen niet langer worden uitgeknepen. Maar het heeft ook 'linkse' ideeën: er zal meer geld gaan naar zorg, naar pensioenen en naar de mensen die amper kunnen rondkomen. De partij wil bedrijven aanpakken die misbruik maken van nulurencontracten. Ook dierenleed bestrijden staat hoog op UKIP's agenda, alsmede het versterken van het leger en het bouwen van een miljoen goedkope woningen. Waar komt het geld vandaan voor al dit moois? Groene belastingen zullen verdwijnen, terwijl het winnen van schaliegas en het heropenen van koolmijnen oude industriegebieden een nieuw leven moeten geven en de schatkist moeten vullen. Verder zal er worden gesneden in ontwikkelingshulp, zal er minder geld gaan naar Schotland en zal de aanleg van de peperdure hogesnelheidslijn worden geschrapt. UKIP belooft dat multinationals gaan betalen wat ze moeten betalen. En natuurlijk gaat er geen geld meer richting Brussel.
Patrick van IJzendoorn
Weg met handelsverdragen
AFD - Duitsland
De Alternative für Deutschland (AfD) met politiek leider Frauke Petry wil een eind maken aan de 'uitbuiting van de burger door de staat', klinkt het op elke partijbijeenkomst. Waarschijnlijk dankt de AfD aan deze uitspraken het imago van partij voor de kleine, minderbedeelde, man. Maar juist die man moet stevig schrikken als hij het programma leest. Ja, de AfD wil het twee jaar geleden ingevoerde Duitse minimumloon handhaven. Maar verder is het programma minstens zo neoliberaal als dat van de CDU of de liberale FDP. De AfD wil de inkomstenbelasting voor iedereen verlagen en de belastingvrije som verhogen. De in Duitsland lage belasting op erfenissen en vermogen houdt de AfD intact, terwijl er zelfs binnen de liberale FDP stemmen opgaan voor verhoging van deze belastingen. Het bedrijfsleven belooft de AfD een gunstig investeringsklimaat door deregulering en 'kappen in de jungle van subsidies'. Handelsverdragen à la TTIP en CETA zijn uit den boze. Protectionistisch is de AfD alleen als het aankomt op het Duitse goud. De AfD wil 'al het geld van de Bundesbank in Duitsland bewaren'. Het sociale gezicht richt zich vooral of uitsluitend op kinderrijke gezinnen met een werkende vader. De moeder past op de kinderen. Maar dankzij de AfD bouwt ze daarbij toch pensioen op. Daarbij geldt: hoe meer kinderen, hoe hoger moeders pensioen. Werklozen krijgen het onder de AfD zwaar. De partij wil het uitkeringsstelsel zo vormgeven 'dat niet-werkenden hoe dan ook minder geld te besteden hebben dan mensen met een baan'.
Sterre Lindhout