Rechts moet poot nu wel stijf houden
Het kabinet Van Agt-Wiegel maakte zijn saneringsbeleid niet waar. Broer Akkerboom vraagt zich af of het vergelijkbare kabinet Balkenende-Zalm het onder zware druk van oppositie en samenleving wel zal redden....
De situatie anno 2003 is vergelijkbaar met die vlak na het roemruchte kabinet-Den Uyl in 1977. Ook toen bestond er een economische situatie die niet echt als een crisis aanvoelde, maar ook toen waarschuwde menig econoom dat het met de economie de verkeerde kant op ging. Ook toen had de collectieve sector net een zeer sterke groei doorgemaakt, terwijl in linkse kring nauwelijks het besef leefde dat dit had plaatsgevonden, laat staan dat er bereidheid was dit groeitempo te vertragen. Toen ook genoot links een respectabele steun bij de bevolking, maar werd zij door rechts niet als een serieuze regeringspartner gezien. Ook toen zocht de PvdA haar vrienden, vooral ter linkerzijde, en dreigde de vakbeweging de kabinetsplannen te dwarsbomen met hoge looneisen (en dus werkgelegenheidsafbraak!).
Het is voor politici, met name voor de linkse onder hen, niet makkelijk om met de schommelingen in de economische conjunctuur om te gaan. Tijdens de conjuncturele opgang blijkt het verhaal dat budgettaire meevallers tot extra overheidsbestedingen en tot extra maatregelen voor de laagstbetaalden moeten leiden, erg goed aan te slaan.
Tijdens de conjuncturele neergang is de argumentatie populair dat de zwaksten in de samenleving extra moeten worden ontzien en met name de overheidsinvesteringen moeten worden vergroot. Kortom: in goede èn in slechte tijden moet de collectieve sector worden vergroot en dienen de inkomensverschillen te worden verkleind.
Links en een partij als de PvdA die deze argumentatie tot de hare maakt, beschikt niet over het consistente gedachtegoed om een economische cyclus goed door te komen. Iets dat door anderen maar al te goed wordt aangevoeld. De gedachte kan dan makkelijk postvatten dat de PvdA alleen bij uiterste noodzaak in de regering moet worden opgenomen.
De urgentie van een doordacht beleidsantwoord klemt overigens des te meer, wanneer zich, zoals nu blijkt, naast conjuncturele problemen ook structurele problemen voordoen. De loonkosten zijn in Nederland wel heel erg sterk opgelopen. De sterk stijgende pensioenpremies dreigen die lasten nog verder op te stuwen. Door het afnemende verschil tussen lonen en uitkeringen dreigt de arbeidsmarkt slechter te gaan functioneren.
De gevolgen van de aanslagen op 11 september en SARS zullen zich nog lang laten voelen. En op de iets langere termijn zal de Nederlandse afzet flinke klappen krijgen als Duitsland eindelijk de sanering van de overheidsfinanciën serieus ter hand neemt. Het terugdringen van het begrotingsoverschot om een buffer voor slechtere tijden te vormen is daardoor dringend noodzakelijk. Mooi meegenomen is dan dat vanwege de lagere aflossings- en rentelasten de jeugd van nu straks gemakkelijker de rechten van de grote, met de naoorlogse baby-boomers uitgebreide, grijze generatie kan financieren.
Links heeft destijds, eind jaren zeventig, politiek gezien opmerkelijk effectief geopereerd. De oppositie was fel en aansprekend - journalisten jubelen nu nog over de polarisatie van toen. De vakbeweging wist massaal haar achterban de straat op te krijgen en bovendien kon er regelmatig in de sociale vleugel van het CDA worden ingebroken.
Het CDA-VVD-kabinet Van Agt-Wiegel bezweek in feite onder deze druk; de stevig sprekende, maar uiterst slap handelende politici Van Agt en Wiegel lieten zelf hun minister van Financiën, Frans Andriessen, vallen toen die het saneringsbeleid (Bestek '81) echt serieus ging nemen.
Het dramatische gevolg was dat Nederland in luttele jaren zijn weerstandsvermogen volledig kwijt was: het begrotingstekort van het Rijk liep op van net 3 procent in 1977 tot bijna 7 procent 4 jaar later! Het land werd daardoor begin jaren tachtig op gruwelijke wijze het slachtoffer van de terugval in de wereldeconomie.
Het heeft meer dan tien jaar, tot midden jaren negentig, geduurd voordat de overheidsfinanciën weer op orde waren en de werkloosheid tot een acceptabel niveau was teruggedrongen. Honderdduizenden ouderen zijn toen van een baan beroofd; vele tienduizenden jongeren hebben jarenlang op een baan moeten wachten.
Dit sociale gruwelbeeld dreigt ook nu. Als onbegrip over de noodzakelijke maatregelen zich vertaalt in een breed maatschappelijk verzet en oplopende loonkosten, en mede daardoor de voorgenomen sanering van de overheidsfinanciën en verbetering van de arbeidsmarkt niet volop ter hand worden genomen, is een sterk oplopende werkloosheid die onevenredig zal neerslaan bij kwetsbare groepen in de oude wijken onvermijdelijk. Balkenende en Zalm staan met dit CDA-VVD (en D66) kabinet voor de taak te slagen, waar het toenmalige duo Van Agt-Wiegel volkomen onderuit ging.