Rechtbank staakt vervolging van verdachte na twee hersenbloedingen

Een bijzonder einde van een bizarre zaak. Zo kan het vonnis van de Bredase rechtbank, eerder deze week, om de vervolging van een 61-jarige Tilburger te beëindigen, worden getypeerd....

Van onze verslaggever Peter de Graaf

Het Tilburgse slachtoffer wordt in 2001 als vermist opgegeven. De politie doet onderzoek, maar vindt geen aanwijzingen dat sprake is van een misdrijf. In 2002 worden langs de Bergsche Maas in Raamsdonkveer stoffelijke resten gevonden. De politie tast in het duister over de identiteit.

Er wordt aanvankelijk geen verband gelegd met de verdwenen Tilburger en geen DNA-onderzoek verricht. Volgens het OM was het destijds wettelijk niet mogelijk om een ‘blinde match’ te maken. Er was nog geen databank voor vermiste personen.

Pas drie jaar later wordt een DNA-match gemaakt. Dat gebeurt na nieuwe getuigenverklaringen: iemand had gezien dat de man op de dag van zijn verdwijning werd gemolesteerd. Na een concrete opdracht van het OM is het in juni 2005 bingo: de langs de Bergsche Maas gevonden lichaamsdelen, zijn van de vermiste Tilburger.

Kort na de zomer wordt K. van den D. aangehouden op verdenking van moord, in een verzorgingstehuis waar hij verblijft na twee hersenbloedingen. Vanwege zijn lichamelijke en geestelijke toestand wordt hij niet vastgezet. De getrouwde man blijkt een geheime homoseksuele relatie met het slachtoffer te hebben gehad. Hij wordt urenlang ondervraagd door de politie.

Uit de verhoren, vastgelegd op zestien dvd’s, wordt volgens het OM duidelijk dat hij iets te maken heeft met het ‘wegmaken van het lichaam’. Maar uit de verwarde verklaringen kan niet worden opgemaakt dat hij het slachtoffer heeft gedood. Daarom besluit het OM hem slechts te vervolgen voor het verstoppen van het lichaam onder aarde en bladeren ‘met het oogmerk om de oorzaak van het overlijden van het slachtoffer te verbergen’.

Zijn advocaat heeft altijd betoogd dat de verklaringen van zijn cliënt absoluut onbetrouwbaar zijn. Tijdens de zitting, twee weken geleden, concludeerden ook deskundigen dat de verklaringen van de verdachte niet serieus genomen konden worden. Hij wist niet eens waarvoor hij vervolgd werd. Daarop vroeg het OM zelf aan de rechtbank om de vervolging te schorsen, op basis van het zelden toegepaste artikel 16 van het Wetboek van Strafvordering, dat stelt dat niemand terecht mag staan die de betekenis daarvan niet begrijpt.

De rechtbank beëindigde uiteindelijk de zaak helemaal, op basis van het nog minder toegepaste artikel 36. Want herstel van de verdachte is uitgesloten. Voor de geestelijke rust van de verdachte en zijn familie is het beter om de zaak te sluiten, aldus de rechtbank.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden