Recessievrees laat burgers koud
Media berichten volop over de dreigende recessie, maar de Nederlander koopt gewoon door. De meeste burgers zullen ook weinig hinder ondervinden....
Alleen de kranten voor de gevel van de sigarenwinkel suggereren naargeestigheid. Voor de rest gonst de Utrechtse binnenstad van een nijver consumentisme. Bij de makelaar was het de eerste dagen na 11 september ongewoon rustig, maar de klanten lijken hun schroom om grote aankopen te doen inmiddels weer enigszins te hebben overwonnen. Zelfs de reisbureaus weten hun najaarsaanbiedingen vakkundig te slijten. 'Vliegen is nu tenslotte veiliger dan twee maanden geleden', veronderstelt een broze vijftiger, die juist een weekje Kreta heeft geboekt.
Van een aarzeling om breedbeeld-tv's of DVD-spelers te kopen, is de naburige elektronica-keizer niets bekend. Laat staan van een recessie. 'Het is maar een woord, hè', zegt hij. 'En daar kunnen we ons niet bang door laten maken.' Die opvatting wordt breed gedragen. Op vrijwel alle winkeldeuren zijn de symbolen van de hoogconjunctuur nog bevestigd: briefjes waarmee het personeel de aandacht van leuke, spontane en enthousiaste collega's hoopt te trekken.
'Voor de meeste mensen is economische tegenwind een abstractie', meent CNV-voorman D. Terpstra. 'Een psychose die hoegenaamd niet door feiten wordt geschraagd. Neem de prognoses die meteen na 11 september de ronde deden. De olieprijs zou omhoog schieten, de inflatie zou verder aanwakkeren, en de beurskoersen zouden imploderen. Nou, dat lijkt allemaal reuze mee te vallen. Toch heerst er een hardnekkig recessie-sentiment. Ikzelf wacht de cijfers van het CPB liever af. Die vormen voor mij de enige objectieve profetie.'
De Amsterdamse econoom H. Keuzenkamp veronderstelt dat een recessie 'gedefinieerd als een economische krimp gedurende tenminste twee kwartalen' Nederland bespaard zal blijven. Maar tegen de achtergrond van de uitbundige groei van de afgelopen jaren zal het de komende tijd ongetwijfeld wat frisjes aanvoelen. 'De gemiddelde consument zal van de malaise overigens maar weinig hinder ondervinden', denkt Keuzenkamp. 'De arbeidsmarkt zal eindelijk weer eens uit de kramp schieten waarin zij de laatste jaren heeft verkeerd. De loondruk neemt af, sommige diensten zullen weer wat betaalbaarder worden, de rente zal verder dalen, en de inflatie - nu zo'n 5 procent - wordt mogelijk gehalveerd. Een economische omslag heeft onmiskenbaar positieve gevolgen voor de burger.'
Voor massa-ontslagen hoeft die burger voorlopig evenmin beducht te zijn, verwacht Keuzenkamp. 'Nederland mag dan op de Angelsaksische toer zijn gegaan, het arbeidscontract is nog altijd minder conjunctuurgevoelig dan in de VS, waar mensen vaak al bij de eerste zucht van een recessie de laan worden uitgestuurd.'
Terpstra maakt zich hier vooralsnog evenmin grote zorgen over, maar vraagt zich wel af welke groepen het eerst voor ontslag in aanmerking komen. 'Te vrezen valt dat de klappen vooral langs de rand van de arbeidsmarkt zullen vallen. Hier bevinden zich de laatste reservisten op wie de werkgevers, vaak noodgedwongen, een beroep moesten doen. En zij zullen ook als eerste weer afvallen als diezelfde werkgevers gaan snoeien in het personeel.'
Een woordvoerster van de Haarlemse belangenorganisatie Miss Minima vraagt zich oneerbiedig af of dat zo erg is als Terpstra meent. 'Er is de laatste jaren een veel te grote druk op deze mensen gelegd. Eerst werden ze in de WAO en soortgelijke regelingen gedumpt, vervolgens werden ze jaren met rust gelaten, en toen moesten ze opeens aan het werk, werk, werk. Op straffe van sociale uitsluiting, want wie de laatste jaren geen baantje wist te bemachtigen, stond er gekleurd op. Enfin, als je na een afwezigheid van vijf jaar of meer een rentree maakt op de arbeidsmarkt, gaat dat vaak mis. Zeker als je ook nog voor een gezin moet zorgen. De ervaring in Haarlem leert dat het in de helft van de gevallen niet goed gaat. '
K. Duijvesteijn van het Komitee Vrouwen in de Bijstand ondervindt nu al dat werkgevers nog onwilliger zijn dan voorheen om een beroep te doen op langdurig werklozen. 'Tot voor kort wilden ze nog wel eens bijstandsmoeders paaien met flexwerk, maar nu heerst alweer de mentaliteit: je aanvaardt een hele baan, of blijft zitten waar je zit. Mensen met een halve poot moeten met twee benen de arbeidsmarkt op. En straks vliegen zij er ook weer als eerste uit. Een recessie is altijd ongunstig voor marginale groepen.'
Maar als werk weer wat schaarser wordt, zullen werklozen wellicht ook wat minder worden gestigmatiseerd, hoopt Duijvesteijn. En misschien wordt de samenleving weer wat ontvankelijker voor de gedachte dat onbetaald werk ook arbeid is. De Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk durft hier echter niet op te rekenen. 'Wij ondervinden meer concurrentie van andere vormen van vrijetijdsbesteding dan van betaald werk', aldus een woordvoerder.