Rapportvergaderingen

Het is een harde mededeling, die echter toch wordt gedaan in het belang van de leerling. Hij heeft twee opties: hij betert zijn leven en gaat aan het werk, of hij telt zijn knopen en kiest voor een MBO-opleiding elders.

Ferry Haan

Rapportvergaderingen. Ik heb me altijd afgevraagd wat daar besproken werd. Tijdens mijn eigen schooltijd vermoedde ik vooral veel geroddel en kwaadsprekerij over de leerlingen door de docenten. Nu ik voor het eerst in mijn prille lerarenbestaan een week van dit soort vergaderingen heb meegemaakt, is het mysterie voor mij opgelost. Docenten vergaderen van maandag- tot en met donderdagmiddag urenlang over eigenlijk maar één onderwerp: het probleemgeval.

Het probleemgeval kent vele verschijningsvormen. Het kan een leerling zijn die ziek is geweest. Of het is een leerling met een moeilijke thuissituatie. Het kan een luxeprobleem zijn met een slimme leerling die misschien wel tussentijds van de havo naar het vwo kan. Het standaard probleemgeval is echter een leerling die niet wil werken en blijft zitten als er niet 'als-de-sodemieter' iets verandert.

De meeste van dit soort leerlingen zitten op de havo, maar ook op het vwo komt het probleemgeval voor. Tijd om leerlingen te bespreken waar het goed mee gaat, is er op de vergaderingen niet. Sterker nog, er is niet eens tijd om alle probleemgevallen te bespreken. Vanwege allerlei onderwijs- en schoolregels, zijn er altijd twee vergaderingen tegelijk waar de docent uit moet kiezen. Hij laat dus een deel van zijn leerlingen schieten. Mijn collega's zijn hier zeer ontevreden over.

Voor mij als beginnend docent zijn de rapportvergadering toch heerlijk. De leerlingen waar ik het moeilijk mee heb, blijken bijna allemaal een probleem. De lastigste klassen voor mij blijken ook de lastige klassen voor mijn collega's. Natuurlijk zijn er tijdens elke vergadering docenten die juist geen enkele moeite hebben met zo'n leerling of klas. 'Dat zijn de ergsten', verzekeren andere collega's mij. Het gros van de leerkrachten blijkt echter tegen dezelfde problemen aan te lopen als ik. Heel fijn. Voor mij.

Of het probleemgeval geholpen is met de vergaderingen is een heel andere vraag. Opvallend zijn de moeilijkheden met een grote groep in havo 4. Dit jaar zijn er op mijn school veel leerlingen afkomstig van de mavo (vmbo-t heet op mijn school nog ouderwets mavo) doorgestroomd naar havo 4. Normaal gesproken zijn mavo-leerlingen die door gaan naar de havo juist extra ijverig. Dat geldt dit jaar slechts voor een deel van de doorstromers.

Op dit moment blijft een grote groep leerlingen in de 'mavo-stand' hangen, zo bleek tijdens de vergaderingen. Dat betekent gemiddeld gesproken dat ze helemaal niets uitvoeren. Niet in de klas en niet thuis. Je vraagt je af hoe het mogelijk is om een opleiding af te ronden met zo'n houding, maar dat blijkt geen enkel probleem. In mijn havo 4-klassen zitten ook een paar leerlingen die elke dag lijken te willen bewijzen dat ze nog minder kunnen uitvoeren dan gisteren. Gevoelig voor druk van docenten, ouders of slechte cijfers zijn deze leerlingen nauwelijks, zo merk ook ik dagelijks.

De school zit in zijn maag met deze groep en rijdt nu één van de zwaarste motivatiekanonnen naar buiten: het MBO-traject. Een mavo-leerling mag in havo 4 niet blijven zitten. Lukt het niet in één jaar, dan moet de leerling van school af, zo vereisen de schoolregels. Wanneer de docenten voorzien dat het niet goed komt met een leerling, dan wordt eerder ingegrepen. Een ex-mavo-leerling op de havo die er slecht voor staat, wordt schrik aangejaagd met een boekje met beroepsopleidingen en een gesprek met de decaan. 'Kies maar uit', is de boodschap: 'want je haalt het niet als je zo doorgaat'.

Het is een harde mededeling, die echter toch wordt gedaan in het belang van de leerling. Hij heeft twee opties: hij betert zijn leven en gaat aan het werk, of hij telt zijn knopen en kiest voor een MBO-opleiding elders. Met het boekje komen de leerlingen vaak tot de ontdekking dat MBO geen optie voor hen is, zo leert de ervaring. Ze kiezen meestal juist een HBO-opleiding uit het aanbod en beseffen dan dat ze de havo nodig hebben.

Voor degene die toch kiezen voor het MBO is ook veel gewonnen. Soms winnen ze tijd, vaak blijken de leerlingen voor een beroepsopleiding gemotiveerder dan voor de havo. Voor deze leerlingen is de havo een 'parkeerstudie'. Ze weten het nog even niet.

Hoe het ook zij, linksom of rechtsom moet de 'mavo-stand' worden doorbroken. Normaal gesproken halen mijn collega's het MBO-traject pas uit de kast bij het tweede rapport. Dat doet de school dan ook uit verantwoordelijkheid voor de leerlingen die immers door moeten na de mavo (vmbo) voor een startkwalificatie. Daar helpt de school deze leerlingen zo veel mogelijk mee.

Vanwege de ernst van de huidige situatie is voor het eerst in de schoolhistorie gekozen om het dreigement al in november in te zetten. Het is een paardenmiddel, zo beseft iedereen. Voor de leerlingen en hun ouders volgen heftige gesprekken en beslissingen.

Het mysterie van de rapportvergaderingen is voor mij opgelost. De gebrekkige motivatie bij sommige leerlingen blijkt het grote probleem. Ik kijk nu al uit naar de volgende ronde vergaderen. Werkt het paardenmiddel?

null Beeld

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden