Nieuwsduurzaamheid
Rapport opwekking duurzame elektriciteit: nog veel onzekerheden bij halen doelstellingen Klimaatakkoord
Nederland lijkt aardig op weg de doelen te halen uit het Klimaatakkoord voor de opwekking van duurzame elektriciteit op land. De plannen van de dertig regio’s die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de jaarlijkse opwekking van 35 terawattuur (TWh) groene stroom, tellen op tot 52,5 terawattuur.
Ruim voldoende, zo lijkt het. Maar veel is nog onzeker, aldus het Planbureau voor de Leefomgeving, dat alle plannen inventariseerde en optelde. Volgens het bureau, dat maandag een rapport hierover publiceert, ziet het er nu naar uit dat er in 2030 tussen de 31 en 46 TWh aan groene stroom wordt opgewekt, voornamelijk uit wind en zon, met een middenwaarde van 38. Daarmee zouden de afspraken uit het Klimaatakkoord nipt worden nagekomen.
Hoofdonderzoeker Jan Matthijsen van het tussentijdse PBL-rapport formuleert het voorzichtig: het is mogelijk dat de doelen worden gehaald. ‘Maar geen gegeven. Er moet nog veel gebeuren, zeker op het gebied van ruimtegebruik, draagvlak onder de bevolking, de capaciteit van het stroomnetwerk en bestuurlijk-maatschappelijk.’
Het Planbureau heeft een opsplitsing gemaakt van alles wat de dertig regio’s op tafel hebben gelegd. Ongeveer de helft van het aanbod bestaat uit bestaande capaciteit uit wind en zon, en plannen die in de pijplijn zitten. Daarvan zijn de vergunningen en financiering goeddeels geregeld.
Minder florissant zijn de vooruitzichten voor het deel dat het Planbureau omschrijft als ‘ambities’. Daar zijn de onzekerheden groot, aldus Matthijsen. Voor deze plannen zijn nog geen vergunningen of subsidie beschikbaar en is er nog geen afstemming met de omgeving.
Zo bestaat met name tegen de plaatsing van windmolens veel verzet bij omwonenden, maar ook bestuurlijk zijn er bezwaren. Om de weerstand bij de bevolking weg te nemen, lijken de regio’s in de ‘ambitiefase’ vooral te kiezen voor stroomopwekking met zonnepanelen, dat doorgaans op minder tegenstand stuit.
Zonnestroom
Ongeveer de helft van de ambitie bestaat uit zonnestroom en dat leidt mogelijk tot grote druk op het elektriciteitsnet. Doordat de zon grote schommelingen in de productie kent, zowel in de dag als over de seizoenen, hebben netwerkbeheerders nu al de grootste moeite het aanbod te verwerken.
Door de verwachte extra toevloed van zonnestroom zullen deze problemen waarschijnlijk groter worden. Er zijn forse investeringen nodig in nieuwe kabels en grondstations om alle zonnestroom het net in te krijgen. Maar de grootste uitdaging is niet alleen technisch van aard; het Planbureau voorziet dat netbeheerders vooral moeite zullen hebben om voldoende arbeidskracht te vinden voor de uitbreiding van het stroomnet.
Vooral de uiteindelijke verhouding tussen zon en wind zal in belangrijke mate bepalen of het doel gehaald kan worden. Daar staan de sterren niet gunstig: waar de plannen op korte termijn vooral bestaan uit wind, mikken de regio's voor de lange termijnambities vooral op zon. Het Planbureau verwacht dat uiteindelijk maar de helft van deze ambities zal worden gerealiseerd.
Grote onzekerheid is verder de bereidheid van de burgers. ‘We zien in de kranten dat mensen wakker worden’, zegt Matthijsen. ‘En dat er soms ook enorm geschrokken wordt. Participatie is daardoor een onzekerheid.’
Hoe staan de plannen voor groene stroom er voor?
Overal in het land vinden verhitte discussies plaats over windmolens en zonnepanelen, vanwege de Regionale Energiestrategie (RES), die een begin moet zijn van de uitvoering van het Klimaatakkoord. In Abcoude ontaarden die discussies soms in gescheld, verwijten en verdachtmakingen.
Ze zijn voorstanders van windmolens. Maar niet zo dicht bij hun Amsterdamse woonwijk IJburg.
Voorkeur voor zonnestroom gaat een miljard euro extra kosten.