Ranke, door Strauss gedroomde, Salome

Salome, van Richard Strauss, Nationale Reisopera. Utrecht, Stadsschouwburg (17/1). Tournee...

ROLAND DE BEER

OPERA

Salome, de stiefdochter van Herodes Antipas die volgens het Evangelie een koninklijk banket opluisterde met een dans, waarna de bijeenkomst enigszins uit de hand liep (Marcus 6:14-29), wilde volgens Oscar Wilde het hoofd van Johannes de Doper gepresenteerd zien op een zilveren schotel. Richard Strauss kortte de toneeltekst van Wilde flink in voor zijn opera, maar vond de gedachte aan het flonkerende zilver goed genoeg voor een akoestisch kunststukje in de vorm van een reeks tinkelende arpeggio's van de celesta (Salome, vierde tafereel).

Het is een van die geraffineerde, naar het kitscherige neigende details waarin Strauss vooral in latere opera's zou grossieren, maar die in de kolkende heksenketel van de Salome-partituur alleen opvallen als het orkest volmaakt in balans wordt gehouden.

Er tegenaan gaan, dat is het Brabants Orkest wel toevertrouwd. Het helder blijven en niet haasten, tetteren of joelen is minder goed verzorgd in de Salome-reprise van de Nationale Reisopera. Generalmusikdirektor Guido Johannes Rumstadt uit Regensburg, weet zijn bedoelingen kennelijk onvoldoende over te brengen op de in opera weinig ervaren Brabanders.

Het was ook geen ongevaarlijke reprise, die de Reisopera dit weekeinde presenteerde. Op tournee met Salome, de opera waarmee het gezelschap anderhalf jaar geleden grote successen boekte tijdens het Rotterdamse Gergjev Festival. En nu: weg Rotterdams Philharmonisch. Valeri Gergjev: niets meer van te bekennen. Noch van de Russen die toen Herodes en Jochanaan zongen. Karen Huffstodt (Salome) zal ook wel ergens op een podium staan dat een maatje groter is dan de Utrechtse schouwburg.

Dat deze Salome desondanks overeind is gebleven, is een prestatie die op het conto kan worden geschreven van intendant Langevoort, die een interessante cast bij elkaar heeft gekregen, en van de hulpregisseurs Jean Louis Cabané en Hans Nieuwenhuis, die de nieuwelingen met goed gevoel voor hun individuele kwaliteiten hebben ingepast in de ijzersterke enscenering die Willy Decker ooit creëerde voor de Hamburgse Staatsoper.

Zo is Salome in de persoon van de Britse sopraan Helen Field niet meer bij uitstek de gevaarlijk geëxalteerde, naar het schizofrene neigende gestalte die Huffstodt ervan maakte. Field betreedt het witbeschenen trappendecor in een jongere, rankere en ook onschuldiger dispositie - waarmee ze in feite dicht bij de Salome staat die Strauss zich droomde.

Harry Peeters is een Jochanaan wiens orgelende Dopers-profetieën met gepast ontzag worden aangehoord. Overtuigender nog dan zijn voorganger Ploesjnikov is de tenor Julius Best, in een scherp uitgetekende karikatuur van de parvenu en aartstwijfelaar Herodes. Maar het overtuigendst is het hele ensemblespel - tot in de mimiek van de Zwei Soldaten en het stille spel van de aandoenlijk getuigende Fünf Juden.

Roland de Beer

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden