PvdA staat te weinig pal
Volgens SP-Kamerlid Sadet Karabulut konden SP en PvdA samen strijden voor gelijkwaardigheid, als de sociaal-democraten niet zo jammerlijk zwalkten...
Gelijkwaardigheid lijkt vaak een vanzelfsprekendheid, maar moet nog dagelijks worden bevochten op mensen die dit ideaal ondermijnen vanuit hun culturele en levensbeschouwelijke opvattingen. Niemand is gelijk, maar een moderne, beschaafde samenleving erkent dat alle mensen wel gelijkwaardig zijn. Progressieve politici voelen dan ook van oudsher de morele plicht zich in te zetten voor actieve bestrijding van discriminatie en achterstelling.
Vanuit de sociaal-democratisch traditie was de PvdA altijd een bondgenoot van hen die streden voor gelijkwaardigheid: of je arm of rijk bent, man of vrouw, jong of oud, wel of geen handicap hebt, en wat je seksuele voorkeur of etnische achtergrond ook is. Maar bij het afschudden van de ideologische veren lijkt ook het ideaal van de gelijkwaardigheid voor veel PvdA’ers te hebben afgedaan. Het toetreden tot een door christenpolitici gedomineerd kabinet lijkt de partij ook geen goed te hebben gedaan, want er wordt vaak jammerlijk gezwalkt zodra de gelijkwaardigheid van verschillende mensen in het geding is.
Als gemeenten gescheiden inburgeringlessen gaan aanbieden, hoort de PvdA die trend glashelder en eensgezind te bestrijden. Ondanks de oproep van PvdA-minister Van der Laan dit volgend jaar niet langer te doen, blijven wethouders van zijn partij de scheiding van mannen en vrouwen verdedigen. Als er tijdens openbare voorstellingen in een culturele instelling gescheiden zitplaatsen voor mannen en vrouwen zijn, wordt een verstandige veroordeling door Van der Laan direct ondermijnd door lokale partijgenoten die deze apartheid bagatelliseren. Moeten die vrouwen toch zelf weten, denken ze daar. Blijkbaar zijn ze vergeten dat de vrijheid geen grotere vijand kent dan de gelukkige slaaf.
In de strijd voor gelijkwaardigheid is geen ruimte voor marchanderen. Als mensen vanwege hun etniciteit niet in bepaalde winkels mogen werken, dienen progressieve politici er met gestrekt been in te vliegen. Als de PVV en SGP bepleiten dat alleen moslims geen geestelijk verzorger in het leger mogen worden, moeten we dat onomwonden benoemen als idiote discriminatie. Als lokale PvdA’ers zich niets aantrekken van het principe ‘scheiding van kerk en staat’ en in de moskee gescheiden informatieloketten subsidiëren, moet hun partij dat onacceptabel noemen en er consequenties aan verbinden.
En als PvdA-minister op de Gay Pride kun je een hoofdrol opeisen, maar Plasterk had er beter voor kunnen zorgen dat de homoseksuele leraar op de school met de bijbel in Emst nu het komend schooljaar aan het voorbereiden was in plaats van dat hij nu vanwege zijn geaardheid werkloos thuis zit. Plasterk blijkt helaas de sfeer in het kabinet belangrijker te vinden, waardoor zijn imago als voorvechter van homo-emancipatie rap aan glans inboet.
Helderheid en standvastigheid horen natuurlijk belangrijker te zijn dan rust in de coalitie, posities van lokale bestuurders of gevoeligheden van een deel van de achterban. Het zou mooi zijn als de PvdA zich voorneemt dit nieuwe politieke jaar klare wijn te schenken in de discussies waarin de gelijkwaardigheid op het spel staat.