PvdA kan beter niet alle kaarten op Kok zetten
'IK BEN echt niet jaloers op Bolkestein', zei Karin Adelmund woensdagavond tegenover Het Parool. Zo'n houding siert de hervormingsgezinde medemens....
Het kan toch niet anders of menig partijtijger heeft woensdagnacht wanhopig in bed liggen malen. Wat hebben we in hemelsnaam verkeerd gedaan? Zo slecht gaat het nu toch ook weer niet met het paarse kabinet? Hoe kan Bolkestein in hemelsnaam worden gestopt?
Er is de afgelopen dagen al heel wat afgepraat over de oorzaken van de landslide die woensdag door de kiezers werd veroorzaakt. Dualisme, populisme en politieke duidelijkheid zijn daarbij, wat Bolkestein betreft, sleutelbegrippen. De liberale leider heeft vaardig gebruik gemaakt van zijn politieke positie en zijn niet geringe talenten.
Behalve nadat hij daartoe door anderen (Maij) werd geprovoceerd, heeft hij in de korte, maar hevige verkiezingscampagne steeds de bal en niet de man gespeeld. Terwijl Wallage en Van Mierlo vrolijk ruzieden over elkanders spuit elf-gehalte, greep Bolkestein feilloos naar het grote thema waarmee hij nu al jaren furore maakt: de vreemdelingenangst, het genoeg-is-genoeg gevoel, de onmiskenbaar bij zeer veel kiezers levende gedachte dat Nederland wat betreft de toestroom van vreemdelingen zijn portie wel heeft gehad.
Daar hadden ze bij PvdA niet van terug. Zoals ze trouwens ook geen antwoord hebben op het dualisme zoals dat door Bolkestein vanuit de Kamer wordt gepraktizeerd. De liberale leider eet daardoor voortdurend van twee walletjes: als het beleid hem bevalt, haalt hij het naar zich toe, kan het vanuit liberaal gezichtspunt niet door de beugel, dan wordt het scherp bekritiseerd.
'Je ziet dat degenen die zich het scherpst profileren ook het meeste profiteren', concludeerde Jacques Wallage terecht na de nederlaag. 'Maar we moeten ons de stijl van anderen niet laten opdringen', zei hij er achteraan.
Dat is inderdaad verstandig, want Bolkesteins populisme past niet bij de PvdA, maar welke stijl, welke strategie eigenlijk wel?
Wallage en Rottenberg lijken voorlopig niet van plan de koers van de laatste paar jaar te laten varen. Die komt er op neer, dat als Kok op het moment suprême wordt ingezet, het bij kamerverkiezingen zo'n vaart niet zal lopen met de teloorgang van de PvdA.
Daarvoor zijn ook wel argumenten. Vorig jaar hield de partijleider het verlies tot elf zetels beperkt, en uit verkiezingsonderzoek blijkt dat de PvdA ook nu bij kamerverkiezingen nog een aanmerkelijk betere score zou halen.
Toch begint dat blinde 'gokken op Kok' langzamerhand wat suïcidale trekjes te krijgen. Want de premier/partijleider moge in de verkiezingscampagne dan een weinig prominente rol hebben gespeeld, onzichtbaar was hij natuurlijk allerminst. Tijdens de bijna-watersnood een paar weken geleden was de premier even prominent als vertrouwenwekkend aanwezig. Hoe komt het dat de PvdA daarbij geen baat heeft gehad? Daar zouden ze zich in de partij eens over moeten buigen.
Daaraan kan trouwens een zo mogelijk nog pijnlijker vraag worden toegevoegd. Want het is natuurlijk denkbaar dat Kok ook bij deze verkiezingen het verlies wèl heeft gedempt, maar dat zijn uitstraling niet sterk genoeg is om het offensief van Bolkesteins VVD voldoende af te remmen.
Er zijn, helaas voor de PvdA, nogal wat argumenten die voor die laatste hypothese pleiten. Want het succes van de liberalen mag dan sterk met de persoon van Bolkestein zijn verbonden, het heeft ook een structurele kant.
De VVD zit, de politicoloog Hans Daudt heeft er een tijdje terug in Socialisme en Democratie op gewezen, eigenlijk al een paar decennia in de lift. Met ups and downs natuurlijk, maar de tendens is toch dat het liberalisme als politieke stroming sterker wordt.
Van de PvdA kan in ieder geval sinds 1989 het omgekeerde worden gezegd. De cijfers zijn wat dat betreft bikkelhard. De uitslagen van gemeenteraadsverkiezingen (20,4 procent) van vorig jaar, waren aanmerkelijk slechter dan die van 1990 (26,2 procent). Voor de kamerverkiezingen vorig jaar (24 procent tegenover de 32,9 procent van 1989) geldt hetzelfde. En sinds woensdag weten we dat de PvdA het ook bij de statenverkiezingen weer slechter heeft gedaan: 17,1 procent tegenover 20,4 vier jaar geleden.
Dat zijn cijfers die er op wijzen dat Kok op zijn best als rem functioneert van een vehikel dat in volle vaart bergafwaarts gaat. Dat is voor de PvdA nog altijd een goede reden om de beste man te koesteren, maar het noopt ook tot enig realisme: de kans dat Kok bij de volgende verkiezingen het huzarenstukje van vorig jaar herhaalt, is niet bijster groot.
Wat kunnen de sociaal-democraten doen om het tij te keren?
Om te beginnen kan het wellicht geen kwaad als de PvdA, en vooral Jacques Wallage, het nieuwe dualisme wat serieuzer neemt. Bolkestein behandelt het regeerakkoord als compromis - wat het natuurlijk ook is - maar steekt niet onder stoelen of banken dat hij nog andere noten op zijn zang heeft. Dat zou de PvdA ook wat meer kunnen doen: laten merken dat de horizon verder reikt dan paars.
Natuurlijk is dat niet zonder gevaar. Wallage is anders dan Bolkestein niet de politiek leider van zijn partij en het gevaar van een afgang à la Brinkman ligt op de loer. Maar daar staat tegenover dat het wat zot is Bolkestein zijn gang te laten gaan.
Een dergelijk dualisme vereist, naast veel voorzichtigheid en evenwichtskunst, natuurlijk wel dat de PvdA helder voor ogen staat wat ze wil en daarvoor ook durft uit te komen. Aan beide voorwaarden schort het nog al.
De PvdA durfde uit vrees voor een deel van de eigen, cultureel conservatieve achterban tijdens deze verkiezingscampagne geen enkel weerwerk te bieden aan Bolkesteins vreemdelingenverhaal.
Dat is dodelijk. Wie er niet voor durft uit te komen dat Nederland een open, multiculturele maatschappij is en zal blijven, moet niet vreemd staan kijken dat benauwde, etnocentrische en xenofobe opvattingen over het burgerschap steeds meer invloed krijgen.
Maar naast zo'n, je zou bijna zeggen progressief-liberaal, verhaal over de samenhang van de natie, zouden Wallage, Kok en Rottenberg, misschien ook eens moeten proberen in één of twee A-viertjes op te schrijven wat nu eigenlijk hun concrete sociale doelstellingen zijn.
Volgend jaar gaat de coalitie, of de PvdA dat nu leuk vindt of niet, in de slag over de toekomst van de sociale zekerheid. Als de PvdA - en dat is dus niet paars, niet het kabinet of zelfs de minister van sociale zaken - daarop dan geen eigen, voor het electoraat herkenbare, visie heeft geformuleerd, moet ze niet vreemd staan kijken als Bolkestein na de volgende verkiezingen definitief te boek komt te staan als working class hero.