PTT en Philips bezorgd over prijzenslag AT & T

Van onze verslaggever

Fokke Obbema

LONDEN

In de jaren tachtig was de Nederlandse markt voor bedrijfstelefooncentrales nog een onderonsje voor de PTT en Philips, waarbij het Eindhovense concern de apparatuur leverde en het staatsbedrijf dank zij zijn monopoliepositie niet of nauwelijks op de prijs hoefde te letten.

Maar sinds 1989 zijn de prijzen van centrales met circa 60 procent gedaald als gevolg van de liberalisering van de telecommunicatie-sector. De Europese markt, tot dan toe in handen van lokale marktpartijen, werd overstroomd met kwalitatief hoogwaardige en veel goedkopere produkten van Aziatische en Amerikaanse aanbieders.

AT & T probeert nu zijn marktaandeel in Europa te vergroten door te stunten. Die prijsslag komt bovenop de toch al bestaande druk op de tarieven als gevolg van het overaanbod. In 1993 daalde de prijs voor een bedrijfstelefooncentrale in Europa met gemiddeld 15 procent. In Nederland en Duitsland lag dat zelfs nog wat hoger.

PTT Telecom heeft zijn dominante positie op de Nederlandse markt, waarvan de waarde geschat wordt op een jaarlijkse omzet van 170 miljoen gulden, in de afgelopen jaren steeds verder zien teruglopen. Van het marktaandeel van 100 procent is nu nog iets minder dan 60 procent over, luidt de schatting van Philips. 'Een redelijk goede prestatie, vergeleken met andere PTT's in Europa', meent een kenner van de branche. 'Een nationale PTT moet minimaal circa 40 procent van de markt kunnen behouden.'

Op dit moment betrekt PTT Telecom circa de helft van zijn grotere bedrijfstelefooncentrales bij Philips, zo stelt het Eindhovense concern. De rest is afkomstig van Siemens en Northern Telecom. Philips levert daarnaast onder meer aan de Duitse Bundespost via zijn dochterPKI. Die dochter maakt een zware crisis door vanwege zijn te eenzijdige afhankelijkheid van de Deutsche Bundespost. PKI bleek veel te optimistisch over de omvang van de orders voor publieke telefooncentrales van de Duitse PTT.

In een poging zich te handhaven als speler op de markt voor bedrijfstelefooncentrales kondigde Philips dinsdag in Londen een nieuwe generatie toestellen aan. In de afgelopen drie jaar is in de ontwikkeling daarvan circa 350 miljoen gulden gevesteerd. De produktie zal volgende maand in de Philips-fabriek in Hoorn van start gaan.

Met de toestellen wil Philips inspelen op de trend bij bedrijven om de kosten omlaag te brengen. Zo wordt gepoogd automatisch informatie aan bellers te verschaffen. Dat ontlast de telefooncentrale. Onderzoek heeft uitgewezen dat een telefoniste gemiddeld zeventien seconden doet over het doorverbinden. Daar kunnen zeven seconden vanaf door de begroeting, de naam van het bedrijf en de vraag 'Hoe kan ik u helpen?' aan de computer over te laten.

Andere toepassingen bemerkt de consument bij het automatisch bestellen van bioscoopkaartjes of het toegestuurd krijgen van brochures door het intoetsen van zijn telefoonnummer. In het ontwikkelen van dergelijke toepassingen zit voor de spelers op de telecom-markt het grootste winstpotentieel. Terwijl de toelevering van hardware, de bedrijfstelefooncentrales, in de komende vier jaar als een stagnerende markt van circa drie miljard dollar wordt gezien, schat het onderzoeksbureau Dataquest dat de Europese markt voor nieuwe toepassingen zich ruimschoots zal verdubbelen tot 5,2 miljard dollar in 1997.

In de slag om die markt zullen PTT Telecom en Philips niet alleen concurrentie ondervinden van telecom-bedrijven als AT & T. De komende jaren zullen in het teken staan van de integratie van telefoon- en computergebruik. Ook automatiseringsbedrijven als Microsoft en Novell azen op een deel van deze lucratieve markt. Het goedkoop aanbieden van hardware wordt een manier om bij bedrijven binnen te komen. De prijzenslag met bedrijfscentrales zal daarom vermoedelijk blijven doorwoeden.