Psychisch lijden is nooit uitzichtloos

Euthanasie voor mensen die levensmoe zijn, is moreel niet te rechtvaardigen, want er gloort altijd hoop.

Renée Braams

Annegreet van Bergen vindt het betreurenswaardig dat de euthanasiewens van haar levensmoede moeder niet is gehonoreerd, schrijft ze in haar boek Mijn moeder wilde dood, en deze week op de opiniepagina van de Volkskrant.

Ik vind het terecht dat Van Bergens moeder geen euthanasie heeft gekregen. Haar lijden was niet uitzichtloos. Iemand kan zich nog zo intens op en uitgeleefd voelen, er is altijd een reële kans dat die persoon zich leert schikken in zijn levensomstandigheden en weer vreugde in het leven vindt.

Prima wet
De Nederlandse euthanasiewet stelt dat euthanasie mag als degene die daarom vraagt ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, en als dat lijden onbehandelbaar is. Het is een prima wet, waar we zuinig op moeten zijn. Verruiming van de criteria, zoals de actiegroep Uit Vrije Wil bepleit, zal leiden tot een maatschappij waarin zieken, bejaarden en tobbers die het moeilijk hebben met het leven, zich minder welkom zullen voelen. Zo’n maatschappij wil niemand.

Psychisch lijden is eigenlijk nooit uitzichtloos, er gloort altijd hoop. Ik zal u vertellen over het ergste lijden dat ik het laatste jaar heb gezien op de psychogeriatrische afdelingen waar ik muziek maak. Mevrouw Daman stond altijd achter de deur, jas aan, tassen in de hand, woedend. ‘Laat me eruit! Mijn kinderen zitten alleen thuis! Er is niemand die op ze let! Er kan brand uitbreken! Ik moet er heen! Nu! Ik word hier opgesloten! Bel de politie! Bel nú de politie!’

Verschrikkelijk. Week in week uit stond ze daar. Maar ineens was de woede weg, en stond ze op haar plekje achter de deur onbedaarlijk te huilen. ‘U bent hier in een verpleeghuis, mevrouw Daman. Er wordt hier heel goed voor u gezorgd!’ ‘Ja maar, dat wil ik niet! Ik word hier opgesloten!’

Zo was het, een maand geleden. Nu is het lijden voorbij. Mevrouw Daman heeft verkering gekregen op de afdeling, met een statige, geestige zeventiger, een knappe Indisch-bruine man. De handen innig verstrengeld zitten ze nu samen op de bank te fluisteren en te koeren met elkaar. Ze is soms nog wel verdrietig, maar dan streelt hij haar hand net zo lang tot het weer over is. Mevrouw Daman heeft zich geschikt in haar lot en het leven lacht haar weer toe.

Uit het raam kijken
De zon kan altijd weer achter de wolken tevoorschijn komen, ook als je dement bent. En wanneer er nog perspectief is, is het moreel niet te rechtvaardigen om een arts te vragen een einde aan je leven te maken.

‘Ik ben lid geworden van de zelfmoordclub’, zei Karel van het Reve begin jaren negentig in zijn laatste interviews. De zelfmoordclub, de NVVE, vroeg mij daarop hun illustere nieuwe lid te interviewen voor hun clubblad. Tijdens het gesprek bleek dat Van het Reve helemaal niet van plan was eruit te stappen. ‘Als ik alleen nog maar kan zitten en uit het raam kijken, wil ik wel eens zien hoe dat is, voor ik me van kant maak’, zei hij. Het artikel, verschenen in Intermediair, staat in een bundel van interviews met Karel van het Reve, U mag alles over mij schrijven, die deze week bij Van Oorschot is verschenen. Ik was ontroerd en blij toen ik het weer las.

In zijn laatste jaren heeft Karel veel uit het raam gekeken. ‘Een weekje geleden reden ze hier schaats voor de deur’, vertelde hij, met een glimlach. ‘Zelf durf ik niet meer op het ijs. Maar ernaar kijken maakte meer indruk op me dan vroeger. Ik kan me niet herinneren dat ik daar ooit eerder zó van heb genoten.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden