Proza met een wit kraagje
DE ROMANS VAN Margaret Atwood worden wel feministisch genoemd. In haar boeken wordt aandacht besteed aan sociale verschillen en de positie van de vrouw, meestal zijdelings maar ook wel rechtstreeks....
Atwood heeft in de eerste plaats een helder oog voor de verhoudingen tussen mannen en vrouwen, of die zich nu afspelen in het heden zoals in Cat's Eye, in het verleden zoals in Alias Grace, in een gefantaseerde toekomst zoals in A Handmaid's Tale, of in een combinatie van die drie zoals in The Blind Assassin. Het meest kenmerkende van Atwoods romans is dat ze van een negentiende-eeuwse omvang zijn en even veelomvattend. Het zijn ouderwets lange, wijdvertakte verhalen, ze zijn breed opgezet, met veel personages, ze ontrollen zich langzaam, strekken zich uit over vele jaren, hebben meerdere plots en een duidelijke ontknoping aan het eind.
The Blind Assassin is gecompliceerder dan zijn voorgangers. Het is een verhaal in een verhaal dat goeddeels draait om een fictieve roman met dezelfde titel. De vertelster is de tachtigjarige Iris Griffen-Chase, de enkele jaren oudere zuster van Laura Chase, schrijfster van de roman The Blind Assassin. Aan het eind van de twintigste eeuw schrijft Iris, met de dood voor ogen, haar memoires. De verhouding tussen de twee zusjes is de spil van het verhaal, of liever gezegd de mate waarin Iris haar leven lang geleden heeft onder de roem van Laura die in 1945 zelfmoord pleegde (maar nog altijd aanbeden wordt door haar lezers). Iris leeft 'in de lange schaduw die haar zusje over haar wierp'.
Over de schouder van Iris lees je de familiesaga van de welgestelde fabrikantenfamilie Chase in de kleine Canadese provincieplaats Port Ticonderoga. Vader is geestelijk en lichamelijk zwaar gehavend door de Eerste Wereldoorlog, Iris en Laura worden kort na die oorlog geboren, moeder sterft jong en in de jaren van de Grote Depressie raakt de familie in ernstige financiële moeilijkheden.
Een van de fabrieken wordt in brand gestoken. Vermoedelijk is dat het werk van de linkse activist Alex Thomas, die Laura en Iris beiden kennen, in het geheim bewonderen en in bescherming nemen.
Om het familie-imperium te redden wordt Iris gedwongen met een rijke, extreem-rechtse industrieel te trouwen. Laura gaat ten onder en laat een scabreus manuscript na over een clandestiene liefdesverhouding in de jaren dertig tussen een vrouw uit de hogere klasse en een voortvluchtige linkse held die sneuvelt in de Tweede Wereldoorlog. De door Iris uitgebrachte roman groeit uit tot een cultroman en bezorgt Laura postuum grote faam, vooral in feministische kring.
De herinneringen van Iris worden onderbroken door korte krantenartikelen uit de jaren dertig en door lange fragmenten uit de (vermoedelijk autobiografische) roman van Laura. Dat is een verhaal van een geheime liefde, van gepassioneerde ontmoetingen in morsige hotelkamers en geleende appartementen.
Tussen de bedrijven door vertelt de minnaar zijn minnares een gewelddadig sciencefiction-verhaal. Een vervolgverhaal dat duidelijke raakvlakken vertoont met de omstandigheden waarin Iris zich lange tijd bevonden heeft.
Langzaam beginnen de verschillende verhalen voor je ogen te draaien. Wie is de blinde moordenaar? Wie is er schuldig aan de dood van Laura? Wie is de vader van Iris' dochter? Wie schrijft wat? Wie beleeft wat? Wat is feit en wat is fictie? Tot alles aan het slot tot staan gebracht wordt.
The Blind Assassin is een indrukwekkend, bijkans geniaal geconstrueerd verhaal. Het is ook spannend en niet ondiepzinnig. Er is meer dan het verhaal alleen: de familiekroniek geeft een mooi kleinschalig beeld van de sociaal-politieke geschiedenis van het interbellum. Het gaat in op de verstrekkende gevolgen van de beide wereldoorlogen en het geeft aan hoe dun de scheidslijn tussen werkelijkheid en fictie kan zijn. Wie zijn memoires schrijft, haalt herinneringen op, maar reconstrueert ook. Overpeinzingen over de verhouding tussen schrijven en lezen, schrijver en lezer, woord en werkelijkheid liggen voor de hand.
Niets dan goeds dus, maar waarom treedt er dan toch een zekere verveling op? Het heeft iets te maken met de afgerondheid van Atwoods betoog. Ze heeft de touwtjes als het ware te strak in handen. Het heeft ook iets te maken met de stramme ordelijkheid van haar stijl. Het is een onaangedane stijl, zonder passie. Zelfs erotische passages houden een zekere keurigheid, proza met een wit kraagje waarvan het bovenste knoopje dichtblijft.
Atwood verdient deze kritiek niet, want ze behoort ongetwijfeld tot de beste Engelse schrijvers van deze tijd. Ze staat nu voor de vierde keer op de shortlist van de Booker Prize. De hoofdprijs heeft ze tot nu toe nooit gekregen. Ze moest hem dit jaar maar eens winnen.