analyse

Proef-bevolkingsonderzoek naar longkanker: zegen voor de patiënt of weggegooid geld?

Honderdduizenden Nederlanders krijgen dezer dagen een oproep om mee te werken aan een proef-bevolkingsonderzoek naar longkanker. Het zou het aantal overlijdens onder (ex-)rokers aan de ziekte fors moeten terugdringen. Critici spreken van weggegooid geld.

Michiel van der Geest
Een röntgenfoto laat longkanker zien in de linkerlong (op de foto rechts) van een 55-jarige patiënt.  Beeld ANP / Science Photo Library
Een röntgenfoto laat longkanker zien in de linkerlong (op de foto rechts) van een 55-jarige patiënt.Beeld ANP / Science Photo Library

De Europese proef moet onderzoekers in Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië en Nederland informatie opleveren over de manier waarop screening naar longkanker er moet uitzien in de praktijk. Artsen van het Erasmus MC in Rotterdam hebben de leiding over het Nederlandse deel. Zij willen weten hoe zij stevige (ex-)rokers het beste kunnen overtuigen mee te werken aan het onderzoek, voor welke leeftijdsgroep het onderzoek het meest relevant is, en of een ct-scan om de één of om de twee jaar herhaald moet worden. De Gezondheidsraad adviseerde vorig jaar positief over deze proef-screening.

Het is de bedoeling dat de longkankerscreening op den duur in de gehele Europese Unie wordt ingevoerd. De Europese Commissie legt dan ook de ruim 8 miljoen euro op tafel die nodig is voor de naar verwachting 66 duizend ct-scans die gemaakt gaan worden, waarvan 22 duizend in Nederland. Op basis van vragenlijsten bepalen artsen wie voor screening in aanmerking komt.

Het idee is dat minder mensen aan longkanker overlijden als de ziekte in vroegtijdig stadium wordt ontdekt, zegt Harry de Koning, hoogleraar publieke gezondheid en screening evaluatie. Het proef-bevolkingsonderzoek bouwt voort op een grootschalige studie van het Erasmus MC waarin onderzoekers tot de conclusie kwamen dat screening een kwart van de sterfgevallen aan longkanker kan voorkomen.

Wordt de ziekte in een vroeg stadium ontdekt, dan is na vijf jaar 40 procent van de patiënten overleden. Signaleren de artsen longkanker in een laat stadium dan haalt slechts 3 procent de vijf jaar. ‘Wij verwachten dat door grootschalig jaarlijks bevolkingsonderzoek zo’n 2.000 mensen 8 tot 10 jaar langer zullen leven’, zegt De Koning.

In Nederland overlijden jaarlijks ruim 10 duizend mensen aan longkanker. Daarmee is het de dodelijkste vorm van kanker. De doelgroep voor de screening, die zich richt op zware rokers, is fors. Zo’n half miljoen Nederlanders rookt dagelijks meer dan 20 sigaretten.

‘Money down the drain’

Toch heeft grootschalig, preventief bevolkingsonderzoek naar longkanker geen enkel nut, vinden critici. ‘Dit is een pure screeningslobby van de medische industrie’, vindt onder anderen hoogleraar klinische epidemiologie van het UMC Utrecht Yolanda van der Graaf. ‘Je maakt hier echt niemand blij mee.’ Belangrijkste kritiekpunt: uit de eerdere studie van het Erasmus MC bleek ook dat na tien jaar net zo veel mensen waren overleden uit de screeningsgroep als uit de controlegroep. Ze gingen alleen iets minder vaak dood aan longkanker.

Maar, zegt De Koning, ‘die studie was niet groot genoeg om iets te kunnen zeggen over algemene sterfte. Als je een landelijke screening invoert, kan het niet anders dan dat we de sterfte wel degelijk zien teruglopen.’

Hier komt bij, vindt Van der Graaf, dat bevolkingsonderzoek alleen zou moeten worden ingezet als je met het benodigde geld geen effectievere maatregelen zou kunnen bekostigen dan de screening. ‘Er is geen enkele studie die aantoont dat bevolkingsonderzoek de meeste gezondheidswinst oplevert. Helaas blijken conclusies van wetenschappelijk onderzoek vaak geen enkele motivatie voor het gevoerde beleid.’ Stoppen met roken-programma’s, of preventie op het gebied van overgewicht – de grote maatschappelijke gezondheidsproblemen – daar zou het geld heen moeten gaan, vindt Van der Graaf. ‘Dit is money down the drain.’

Vals-positieven

Bovendien levert het screeningsprogramma zelf ook nadelen op. De onderzoekers verwachten uit de eerste 66 duizend scans in eerste instantie ruim 1.300 positieve gevallen te identificeren, van wie er 222 door de opsporing niet aan longkanker zullen overlijden.

Maar 750 mensen (ruim 55 procent) zijn vals-positief. Een groot probleem, zegt Joost Zaat, huisarts en Volkskrant-columnist die in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een kritisch artikel schreef over de screening. ‘Die mensen zitten in de rats, rennen allemaal naar hun huisarts, daar zitten veel vervolgkosten aan. Uit onderzoek bij borstkanker blijkt dat de kwaliteit van leven van de fout-positieven een tijdje zelfs slechter is dan bij de terecht-positieven die een behandeling ondergaan. Je kunt het beter gehad hebben dan onterecht denken dat er iets mis is. Mensen kunnen slecht tegen onzekerheid.’

Uiteindelijk, zegt Zaat, zijn dit soort bevolkingsonderzoeken het gevolg van de drang van artsen om te kunnen handelen. ‘Als je er vroeg bij bent als arts, kun je iets dóen. En longkanker is natuurlijk ook buitengewoon ellendig. Maar ik verwacht toch dat wetenschappers gewoon naar de feiten blijven kijken. En die zijn niet in het voordeel van screening.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden