Primaten en termieten
Het is een serieus genre aan het worden, het soort boeken waarvoor de auteur iets wetenswaardigs heeft uitgezocht en het resultaat van zijn onderzoek voorlegt, vermengd met het verhaal van zijn onderzoek....
In De plaag van de Vlaamse wetenschapper en journalist David Van Reybrouck komen historische anekdotiek, wetenschappelijke belangstelling en een goede journalistieke pen op aangename wijze samen. Van Rey brouck verdiept zich als archeoloog in de oudste geschiedenis van de mensheid en is om die reden eveneens geïnteresseerd in het primatenonderzoek: misschien kunnen we door naar mensapen te kijken wel iets leren over de oudste menselijke gemeenschappen.
Dat bracht hem op de curieuze Zuid-Afrikaanse geleerde en dichter Eugène Marais. Die heeft in het begin van de twintigste eeuw goed naar die primaten gekeken en naar termieten, die immers een hoog ontwikkeld sociaal bestel kennen. Zijn bevindingen heten indertijd geplagieerd te zijn door Maurice Maeterlinck, de symbolistische Belgische schrijver die in 1911 de Nobelprijs voor de literatuur kreeg.
Die ingrediënten prikkelden Van Rey brouck tot zijn onderzoek dat hem naar Zuid-Afrika voerde. In De plaag doet hij verslag van zijn bevindingen, op de onderhoudende toon van de reisverslaggever, wiens reis hem niet alleen naar een ander continent voert, maar vooral ook het verleden in. Het scheelt dat hij een geduchte wetenschappelijke vorming genoten heeft: hij wordt weliswaar gedreven door nieuwsgierigheid, maar beschikt over genoeg discipline om alles wat hij tegenkomt ook goed uit te zoeken.
En zo komen we veel te weten over termieten, primaten, de wetenschappelijke wereld van toen, het symbolisme en de huidige mores in Zuid-Afrika.