Nieuws

Prijs van duurzame woningen schiet omhoog, blijkt uit cijfers van het Kadaster

Huizenkopers vechten om de meest duurzame woningen. De verkoop van minder energiezuinige huizen blijft juist achter. Dat blijkt uit onderzoek van het Kadaster, het instituut dat de eigendom van woningen vastlegt.

Marc van den Eerenbeemt
Inwoners van Soest krijgen hulp bij het nemen van energiebesparende maatregelen. Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant
Inwoners van Soest krijgen hulp bij het nemen van energiebesparende maatregelen.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

De prijzen van woningen met de beste energielabels zijn tot eind september in een jaar tijd sneller gestegen dan die van minder zuinige huizen. Duurzamere woningen brachten ruim 10 procent meer op dan een jaar eerder. Dat zijn huizen met energielabel A, B of C. Voor minder zuinige woningen was de toename minder aanzienlijk. De prijsstijging van woningen met een E- en F-label was circa 6,5 procent. Van de minst zuinige woningen (G) was de toename minder dan 4 procent.

Het verschil in prijsontwikkeling lijkt een rechtstreeks gevolg van de gestegen energiekosten. Eind september 2021 waren oudere woningen (van voor 1940) nog de koplopers op de huizenmarkt, met een prijsstijging van bijna 21 procent op jaarbasis. Maar inmiddels geldt: hoe jonger en duurzamer, hoe beter. Woningen gebouwd na 2010 vormen nu de kopgroep wat betreft prijsstijging, met ruim 16 procent in een jaar.

Verduurzaming van (vooral oudere) huizen is dus niet alleen goed voor het klimaat en de energierekening, maar ook goed voor de verkoopwaarde van de woning, zo lijkt het Kadaster-onderzoek te laten zien. Dat laatste inzicht ontbreekt vaak nog in de berekening van het financiële rendement van energiebesparende maatregelen. Volgens het Kadaster zijn de financiële obstakels voor verduurzaming ‘vermoedelijk alleen maar groter geworden door de gestegen hypotheekrente en de inflatie’.

Meer duurzame woningen verkocht

Het verschil in prijsontwikkeling tussen meer en minder duurzame woningen is vooral bij grotere woningen aanzienlijk. Voor de kleinste woningen (tot 80 vierkante meter) is het onderscheid het kleinst. Omdat de energierekening van grotere woningen hoger is, zal bij oplopende kosten van gas en elektra ook het verschil in prijsontwikkeling groter zijn.

Van alle verkochte woningen hebben er steeds minder een slecht energielabel, aldus het Kadaster. Het aandeel verkochte woningen met een slecht label is gedaald van ruim 43 procent begin 2015 tot ruim 33 procent dit jaar. Het percentage A-woningen onder de verkochte woningen steeg juist van ruim 14 procent naar ruim 24 procent.

Die verschuiving kan het Kadaster niet precies verklaren, zegt onderzoeker Joost Zuidberg in een toelichting. ‘Het is aannemelijk dat de hele voorraad duurzamer wordt, dus worden er ook meer duurzamer woningen verkocht. Het is ook mogelijk dat minder duurzame woningen langer te koop staan.’

Sinds 2015 is een energielabel verplicht, maar pas bij verkoop van de woning. Minder dan 60 procent van alle Nederlandse woningen heeft een geregistreerd energielabel. Bij de percentages van het Kadaster is alleen uitgegaan van woningen mét een label. Meer dan 30 procent van de afgegeven energieverklaringen is een A-label.

Oude binnensteden hebben slechte labels

Ruim een kwart van de Nederlandse woningen met een label is energie-technisch nog zo lek als een mandje. Die woningen hebben een energielabel D of slechter. In ruim de helft van de woningen met de slechtste labels (F en G) wonen de eigenaren zelf. Kleine verhuurders hebben 17 procent van deze huizen in handen.

Het bezit van een woning in een historische binnenstad blijkt niet in alle opzichten een genoegen. Vooral gemeenten met een relatief grote oude stadskern hebben bovengemiddeld veel slechte energielabels. Het gaat om bijvoorbeeld Delft, Haarlem en Maastricht. Jongere steden zoals Almere tellen juist meer duurzame labels.

Van de vier grote steden heeft Den Haag het grootste aandeel woningen met een slecht energielabel: bijna 38 procent. Dat is ruim boven het landelijk gemiddelde van 27 procent. In het landelijk gebied scoort vooral de provincie Groningen slecht, gevolgd door Limburg en Zeeland. In Noord-Brabant staan juist bovengemiddeld veel woningen met een goed energielabel.

Een op de drie huizen met een slecht energielabel is eigendom van een woningcorporatie. De stichtingen zijn bezig met een grote verduurzamingsslag. Zij willen dat hun hele bezit over een kleine dertig jaar is verduurzaamd. Van alle verduurzaamde woningen met een label is 43 procent eigendom van een corporatie.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden