Prestaties politie moeilijk te meten

De rekenmeesters wilden nagaan wat er is terechtgekomen van de plannen van het tweede paarse kabinet om Nederland veiliger te maken. Het kabinet wilde vooral meer aandacht voor jeugdcriminaliteit, verkeersveiligheid, geweld op straat, zware en georganiseerde criminaliteit en milieu.

Het gebrekkige informatiesysteem van de 25 politiekorpen is een oud euvel. De prestaties van de korpsen kunnen maar moeilijk vergeleken worden. Volgens de Algemene Rekenkamer treft ook de verantwoordelijke ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie blaam omdat zij verzaakten meetbare doelstellingen te formuleren.

De korpsen blijken bijvoorbeeld niet in staat om het aantal met succes afgeronde zaken te noemen. Zij vinden het systeem waarin zij hun werkzaamheden moeten verantwoorden gebruiksonvriendelijk. Daardoor worden fouten gemaakt bij de invoer van gegevens. Volgens één van de zes onderzochte korpsen zou opschoning van de gegevens het criminaliteitscijfer met 10 procent doen dalen.

De Rekenkamer probeerde er ook achter te komen hoeveel van de politiecapaciteit op straat wordt ingezet. Bijna de helft van de agenten doet bureauwerk, volgt een opleiding of is afwezig wegens verlof of ziekte. Ongeveer 10 procent doet recherchewerk. Gemiddeld 40 procent is dagelijks beschikbaar voor algemene politietaken als noodhulp en surveilleren.

Een woordvoerder van de politiekorpsen zei donderdag in een reactie dat de politie wel degelijk meer presteert. Zo stijgt het aantal bij justitie aangebrachte zaken sinds 2000 met 10 procent per jaar. Hij gaf toe dat de informatievoorziening nog steeds te wensen overlaat. 'Maar aan verbetering wordt gewerkt.'