Postuum: Boris Jeltsin 1931 -2007
Op 17 augustus 1991, toen de communisten door een coup de macht dreigden te grijpen, klom Boris Nikolajevitsj Jeltsin op een tank voor het Witte Huis in Moskou en veroverde hij een plaats in de geschiedenis. Hij stond op dat moment alleen en kon er niet eens zeker van zijn dat zijn oproep tot verzet zou worden gehoord. De coupplegers hadden het leger naar de stad gestuurd, het buitenland kon alleen morele steun geven, zijn bondgenoten waren bang en wachtten af.
De coup mislukte uiteindelijk door de incompetentie van de samenzweerders en de stemming in het land, maar door zijn heldhaftige optreden werd Jeltsin het symbool en de onbetwiste leider van het volksverzet. Hij had in één klap een einde gemaakt aan zeventig jaar Russisch communisme, het Sovjet-imperium, en de macht van zijn politieke rivaal Gorbatsjov.
Eerste gekozen president
Toen Jeltsin als eerste gekozen president van Rusland eenmaal de macht had om hervormingen door te voeren, bleek hij een heerszuchtig leider. Hij bewees nooit veel meer dan lippendienst aan de democratie en leek vooral geïnteresseerd in het uitbouwen van de macht van de president. Hij maakte wel korte metten met het verkalkte plansysteem. Maar in plaats van de westerse welvaartsstaat die hij de Russen had beloofd, ontstond er een vorm van gangsterkapitalisme die velen in armoedde stortte en de rijkdom concentreerde in de handen van enkelen.
Hij stuurde het Russische leger naar Tsjetsjenië om zijn reputatie op te vijzelen. Het slecht voorbereide leger faalde; tienduizend Russische soldaten - merendeels dienstplichtigen - en honderdduizend burgers kwamen om het leven.
Tegen alle verwachtingen in werd Jeltsin in 1996 voor de tweede keer tot president gekozen. Het was een pyrrusoverwinning. Terwijl de staatsschuld steeds sneller opliep en de hervormingen stokten, wist de futloze president niets anders te doen dan de ene regering na de andere regering te ontslaan. Na de roebelcrisis in augustus 1998 takelde Jeltsin politiek en fysiek af. Hij deed alsof hij de touwtjes nog in handen had, maar bleef alleen maar zitten waar hij zat omdat het grondwettelijk zo goed als onmogelijk is de president tot aftreden te dwingen.
Omstreden man
Boris Jeltsin gaat de geschiedenis in als een omstreden man: tegelijk Ivan de Verschrikkelijke en Peter de Grote, autocraat en hervormer, manipulator en staatsman, populair en verafschuwd, een potsierlijke dronkenlap en een dappere held.
De tegenstrijdigheden komen voort uit zijn karakter en zijn loopbaan. Hij werd in 1931 geboren in een dorpje in de Oeral. De Jeltsins waren arm; voor de warmte sliep de geit bij de rest van de familie. Toen Boris zes was, werd zijn vader op een nacht gearresteerd en wegens ‘anti-socialistische propaganda' gestraft met drie jaar werkkamp. Boris was een doorzetter. Hij raakte twee vingers kwijt toen een gestolen handgranaat ontplofte, maar werd ondanks zijn verminkte hand een fanatieke volleyballer. Hij haalde de hoogste cijfers, trouwde met Najna, een flatgenoot uit zijn studententijd, en werd ingenieur.
Hij begon pas na zijn dertigste te werken voor de partij. Maar Jeltsin viel op door de tomeloze inzet waarmee hij steeds het plan vervulde, of zelfs overtrof, en werd benoemd tot eerste secretaris van de provinciestad Sverdlovsk (nu Jekaterinenburg). Tot zijn vijftigste onderscheidde hij zich nauwelijks van andere provinciale functionarissen. Zijn voornaamste zorg was op tijd op het podium te staan voor de 1-meiparade, op congressen loofde hij de ‘titanenarbeid' van de demente partijleider Breznjev, en toen het politbureau hem in het geheim beval het huis waar de tsaar en zijn familie in 1918 waren vermoord met de grond gelijk te maken, aarzelde hij geen moment.
Kritiek op perestrojka
In 1985 werd hij door Gorbatsjov tot kandidaatlid van het politbureau bevorderd en kreeg hij opdracht de perestrojka in Moskou in praktijk te brengen. Jeltsin maakte naam met zijn strijd tegen de corrupte partijfunctionarissen, zijn onverwachte inspectiebezoeken in de stad en zijn in het openbaar beleden afkeer van de privileges van de nomenklatoera. In de partijbaron uit de provincie bleek een populistische politicus te schuilen die de taal van het volk sprak. Zijn hervormingen liepen stuk op de bureaucratie en Jeltsin vervreemdde van de partij. Hij waagde het op een zitting van het politbureau Gorbatsjov zelf te bekritiseren, en werd zonder omhaal aan de kant gezet.
Het was niet alleen uit opportunisme dat hij zich bij de opkomende democraten aansloot, zoals zijn tegenstanders toendertijd beweerden. Zeker, nu zijn carrière binnen de partij voorbij was, zocht hij andere wegen om zich te laten gelden. Maar hij begreep dat de Russen teleurgesteld waren over de resultaten van de perestrojka en voorvoelde bijna instinctief het failliet van het Sovjet-systeem. De verandering van zijn politieke ideeën vielen, zoals steeds, samen met de eisen die de situatie aan hem stelde. Na twintig jaar als partijfunctionaris moest hij zichzelf hervormen.
Onbetwist leider
Jeltsin greep de eerste enigszins vrije verkiezingen aan voor zijn comeback. Door zijn kritiek op de perestrojka en door zichzelf af te schilderen als een slachtoffer van het partijapparaat, werd hij eerst gekozen in het Congres van Volksafgevaardigden, later tot voorzitter van het parlement, en tenslotte in 1990 tot president van de Russische Sovjetrepubliek. Hij bepleitte minder gezag voor de Unie (en dus voor Gorbatsjov) en meer voor de republieken (dus voor zichzelf) om sneller hervormingen te kunnen doorvoeren. Toen Russische veiligheidstroepen in 1991 het tv-gebouw in de Litouwse hoofdstad Vilnius bestormden, reisde Jeltsin naar de Oostzee om zijn steun te betuigen aan de onafhankelijkheidsbeweging. Hij was er gaandeweg van overtuigd geraakt dat Rusland de andere republieken van de Unie niet moest overheersen. Toen het Sovjet-imperium na de mislukte augustus-coup uit elkaar viel en het resultaat van eeuwen Russische expansie in enkele maanden ongedaan werd gemaakt, stak hij geen vinger uit.
Boris Jeltsin was nu de onbetwistte leider van Rusland. Hij vernederde zijn rivaal Gorbatsjov voor het oog van de tv-camera's en dwong hem de partij te ontbinden. Hij had het bolwerk van het communisme met de grond gelijk gemaakt, maar stond voor de onmogelijke opgave op de ruïnes snel een marktgerichte, democratische staat te bouwen.
Mislukte hervormingen
zijn ambitieuze hervormingsprogramma liep bijna meteen vast. De inflatie steeg razendsnel, miljoenen Russen raakten hun spaargeld kwijt, veel bedrijven stopten met werken, en welvaart leek onbereikbaarder dan ooit. Het conservatie parlement, dat Jeltsin in speciale volmachten had gegeven om hervormingen door te voeren, begon zich te verzetten. Er volgde een felle machtsstrijd, die twee jaar zou duren. Jeltsin offerde de hervormingsgezinde premier Gajdar op om het parlement tegemoet te komen, en benoemde in diens plaats de techocraat Tsjernomyrdin. In september '93 was Jeltsins geduld uitgeput en ontbond hij het parlement. Toen de aanhang van parlementsvoorzitter Chasboelatov en vice-president Roetskoj - een mengeling van wraakzuchtige communisten en ultra-nationalisten - het tv-gebouw bestormden riep Jeltsin het leger te hulp. Tanks bestookten het parlementsgebouw - ironisch genoeg hetzelfde Witte Huis, van waaruit Jeltsin in 1991 het verzet tegen de coup had geleid - tot zijn tegenstanders zich overgaven. Jeltsin maakte van de gelegenheid gebruik om er een nieuwe grondwet door te drukken, die hem enorme macht verleende en het praktisch onmogelijk maakte hem af te zetten.
Jeltsin mocht dan naar hervormingen streven, zijn stijl van regeren was allesbehalve democratisch. Zoeken naar compromissen en consensus lag niet in zijn aard. In veel opzichten bedreef hij nog steeds politiek op de manier van een provinciale partijbaron. Hij vond het niet nodig zijn eigen partij te vormen, en speelde liever de rol van een vader des vaderlands die in laatste instantie zelf alle beslissingen nam. Hij blonk uit in achterkamerdeals en verving voortdurend premiers, ministers en stafleden. Als hij om een of andere reden steun nodig had, wendde hij zich over het parlement heen rechtstreeks tot de Russen. In het Kremlin kwam een sfeer van intrige en corruptie te hangen.
Jeltins achterkamertjespolitiek had twee belangrijke gevolgen. De ontwikkeling van de democratische instellingen stokte, om van een verinnerlijking van het democratische gedachtengoed onder de politieke elite maar te zwijgen. En de economie kwam in handen van een handvol gehaaide zakenlieden - de oligarchen - die goede connecties onderhielden met het Kremlin en voor niets terugschrokken om hun belangen te beschermen. Dit, samen met de tegenwerking door de communisten, was de oorzaak dat de hervormingen zulke teleurstellende resultaten opleverden.
Verzet
Jeltsin had met de ontbinding van het parlement niets opgelost. De schuld aan het Internationale Monetaire Fonds liep op, de bevolking morde, en de communisten en ultra-nationalisten veroverden in de nieuwe Doema weer een meerderheid. Soms verdween Jeltsin weken uit het openbaar. Hij had last van zijn gezondheid, leed aan depressies en dronk. De invloed van een paar vertrouwelingen zoals Aleksandr Korzjakov, zijn vriend, drinkmaatje en chef van de veiligheidsdienst van het Kremlin, was buitensporig groot.
Korzjakov wist Jeltsin ervan te overtuigen de opstandige Tsjetsjenen met geweld tot de orde te roepen. De operatie liep uit op een fiasco. De Russen waren verbitterd over de vele doden, en de democraten die ondanks hun bedenkingen nog aan Jeltsins kant hadden gestaan, keerden zich van hem af.
Comeback
In 1996, aan de vooravond van de presidentsverkiezingen, was Jeltsins populariteit teruggelopen tot vijf procent. Maar zoals altijd was de stijfkoppige en charismatische president op zijn best in schijnbaar hopeloze situaties. Nog één keer wist hij de energie op te brengen voor een comeback. Het Kremlin buitte slim uit dat Jeltsin het enige alternatief was voor de communisten. Hij was geen ideale democraat, maar had ook niet geprobeerd de pas veroverde vrijheden in te perken of af te schaffen. Met financiële steun van de oligarchen en medewerking van zo goed als alle televisiestations joeg hij de bevolking zoveel schrik aan voor de communisten dat het hem - met de hakken over de sloot - lukte de verkiezingen weer te winnen.
Het Westen reageerde opgelucht. Hoewel de nogal boerse Jeltsin nooit zo populair werd als Gorbatsjov, gold hij als een betrouwbare partner. Het Westen was net zo bang voor de communisten als de Russische kiezers. Jeltsin bemoeide zich misschien meer dan nodig was met de nieuwe buurlanden, maar hij verlangde in ieder geval niet terug naar het Sovjet-imperium en dreigde nooit met militair ingrijpen.
De verkiezingscampagne kwam Jeltsin op twee hartaanvallen te staan. Pas na zijn inauguratie gaf hij toe dat hij moest worden geopereerd; het woord bypass raakte ingeburgerd in het Russisch. Jeltsin kwam magerder, maar een stuk gezonder uit het ziekenhuis. Hij was opgehouden met drinken en had weer iets teruggekregen van zijn oude energie. De opleving bleek tijdelijk. Het Kremlin deed alsof er niets aan de hand was, maar in 1998 was het voor iedereen duidelijk dat Jeltsin weer kwakkelde. Hij liep moeilijk, sprak met horten en stoten en scheen soms in de war.
Armoede en corruptie
Jeltsin had geen antwoord op het uitblijvende succes van de hervormingen. De economie weigerde te groeien. De Russen ontvingen maanden achter elkaar geen loon en overleefden dankzij hun volkstuintjes. De welvaart die Jeltsin had beloofd, was in handen gekomen van een klein, gehaat groepje zakenlieden. Corruptie was eerder regel dan uitzondering. Geen wonder dat veel Russen de democratie verafschuwden. De grillige Jeltsin ontsloeg en benoemde, ontsloeg en benoemde (in maart '98 verving hij premier Tsjenomyrdin door het politieke lichtgewicht Kirijenko), en hield daardoor steeds minder bondgenoten over. Hij zonderde zich af van de buitenwereld en leunde steeds zwaarder op zijn dochter Tatjana en haar vertrouwelingen in de staf van het Kremlin. President Jeltsin werd tsaar Boris.
Toen Rusland in augustus '98 bankroet bleek, stond Jeltsin alleen. De communisten in de Doema waren een impeachmentprocedure begonnen, officieren gaven hem de schuld van de aftakeling van het leger, regionale leiders namen geen orders aan meer uit Moskou, en op de gewone Russen hoefde hij allang niet meer te rekenen. Om te voorkomen dat de crisis zou uitdraaien op een politieke confrontatie waarin hij het onderspit zou kunnen delven, moest Jeltsin uiteindelijk toegeven aan zijn tegenstanders. Minister van Buitenlandse zaken Primakov werd premier en nam in de praktijk het landsbestuur van over.
Medelijden
Jeltsin verscheen zelden nog in het Kremlin en takelde zienderogen af. Dan was hij oververmoeid, dan had hij weer bronchitus, dan een maagbloeding. De zeldzame keren dat hij in het openbaar verscheen om te laten zien dat hij nog niet afgeschreven was, hadden het omgekeerde effect. Vroeger maakten de Russen grappen over hun blunderende president, nu begonnen ze medelijden met hem te krijgen. Jeltsin bleef bijna instinctief vasthouden aan de macht, aangemoedigd door zijn corrupte politieke hofhouding die bang was dat ze zonder hem ter verantwoording zou worden geroepen.
Misschien was Boris Jeltsin de minst slechte president die Rusland in de jaren negentig had kunnen hebben. Hij was niet de wijze en doortastende hervormer die van het land een stabiele democratie maakte. Zijn politiek verergerde in veel gevallen de problemen die waren veroorzaakt door zeventig jaar communisme, in plaats van ze op te lossen. Maar hij was ook niet de heerser die regeerde zoals in Rusland eeuwenlang gebruikelijk was: door het uitvaardigen van verboden en alle kritiek te smoren. Hij bezweek nooit voor de verleiding terug te grijpen op het autoritaire regiem dat hij had helpen omverwerpen. In zekere zin was Boris Jeltsin de verpersoonlijking van de chaotische overgangstijd waarin Rusland terecht is gekomen: te eigengereid, te koppig, te ambitieus en te moedig voor een brave partijfunctionaris, maar ook voor een democratisch staatsman.