Poppodia moeten niet zeuren over rookverbod
HALVERWEGE de jaren negentig werden in de milieuwetgeving de normen voor geluidshinder stevig aangescherpt. Voor een aantal poppodia, gevestigd in oude en amper geïsoleerde gebouwen, was dat slecht nieuws....
Met de invoering van het nieuwe belastingstelsel werden de poppodia behandeld als gewone bedrijven. Opnieuw beweerde de VNP dat talloze podia ten onder zouden gaan. Het Amsterdamse podium Winston hield er zelfs acuut mee op. De vrees was dat velen dat voorbeeld zouden volgen door toedoen van een inhalige fiscus die geen oog had voor hun culturele missie. Dat pakte opnieuw totaal anders uit. Een jaar verder draait de branche nog steeds uitstekend. Een enkele achterblijver legt het loodje, maar dat gebeurde ook voor de invoering van het nieuwe belastingstelsel. Ook de verwachte uitdunning van het aanbod bleef uit.
Afgelopen vrijdag opende de Volkskrant met de alarmerende kop 'Rookverbod treft ook popconcert'. De inhoud laat zich raden: de VNP vindt het, bij monde van directeur Siebe Weide, 'onrechtvaardig' dat de regels die voor iedere Nederlander opgaan, ook in popzalen moeten gelden. Hij voorziet 'grote problemen'. Een patroon tekent zich af: de VNP laat zich weer eens meeslepen in het achterhaalde sentiment van een rebellenclub tegen de rest van de wereld, het oude cliché van de rockholen met hun eigen mores. Daarbij ziet Weide voor het gemak even over het hoofd dat de popmuziek, van clubcircuit tot stadionconcert, een miljoenenbedrijf is geworden.
Bezoekers zouden volgens Weide wegblijven als ze niet mogen roken, waardoor de baromzet in gevaar komt en dus het voortbestaan van podia. Een oneigenlijk en onjuist argument. Oneigenlijk, omdat de podia zich als culturele instellingen neerzetten, en juist niet als horecaondernemingen. Onjuist, omdat een minderheid van de Nederlanders rookt. Het is net zo plausibel dat velen concerten mijden vanwege al dat roken. Daar kan een interessante nieuwe doelgroep zitten voor een ondernemende cultuurmanager.
In plaats van te klagen over het onvermijdelijke, kunnen de zaaluitbaters zich beter wat professioneler opstellen. De Tabakswet is een feit en het ministerie heeft al aangekondigd streng te zullen handhaven. Aparte rookruimtes zijn kostbaar en onhandig, en maken de handhaving problematisch. Het wachten is daarom op het eerste VNP-lid dat zich van zijn vereniging niets aantrekt en zelf met een creatieve oplossing komt, of zich uitroept tot rookvrij podium. Een andere mogelijkheid voor de veelgeplaagde podia is het laten varen van de culturele pretenties, en eindelijk eens toegeven dat ze veredelde discotheken zijn geworden met horeca als belangrijkste activiteit - dáár mag namelijk nog wel worden opgestoken.