Van onze verslaggeefster

AMSTERDAM

In het rapport Onder schot, vuurwapengebruik van de politie in Nederland (1978-1995) komen de onderzoekers tot de 'voorzichtige' conclusie dat de politie in Nederland 'niet weinig' schiet en relatief meer personen verwondt dan in Duitsland. Ook zou de politie vuurwapengebruik slechter registreren en verantwoorden dan gewenst is.

Vanaf 1978 zijn in Nederland 297 mensen door een politiekogel geraakt. Daarbij vielen 53 doden en 244 gewonden. Tien doden en 28 gewonden vielen door 'ongewilde' schoten.

Niet bekend

In achtereenvolgende gewelds- en ambtsinstructies voor politie en marechaussee, behalve in de Ambtsinstructie 1994, is het schieten op bewegende voertuigen altijd sterk afgeraden en in sommige regio's zelfs bij dienstvoorschrift expliciet verboden. De risico's worden te groot geacht, omdat de effectiviteit van het schieten op een auto twijfelachtig zou zijn.

De kans dat een auto door een raak schot uit zichzelf tot stilstand komt, is miniem. Er wordt over het algemeen van uitgegaan dat een auto waarvan de bestuurder is getroffen, een 'ongeleid projectiel' wordt. Het Openbaar Ministerie blijkt het schieten op voertuigen veelal te beoordelen als strijdig met de geweldsinstructies voor politie en marechaussee.