Plofbal
Het Nederlandse zaalvoetbal kreeg dit seizoen naast de nieuwe naam, het Braziliaans klinkende futsal, ook zijn nieuwe bal: de plofbal....
Het is een geniaal gevonden woord - de KNVB zegt de uitvinder van de term niet te kennen - voor de bal die het futsal simpeler moet maken en die in de terminologie van de wereldbond FIFA wordt aangemerkt als low bounce ball: de bal met de lage stuit. Als het speeltuig van twee meter hoogte wordt gedropt, dan hoor je een lichte plof te horen. De bal dient tussen de 55 en 65 centimeter hoog op te stuiten. Niet lager, maar zeker niet hoger.
De plofbal, iets kleiner dan het normale vijfje, voelt 'dooier' aan en werd, volgens ballengoeroe Arjen Bolink van Adidas Benelux in het begin door kritikasters zelfs gekarakteriseerd als 'een zak zand waar weinig leven in zit'. Die ervaring heeft te maken met de buitenste laag van de bal.
Bolink: 'De plofbal is net zo opgebouwd als elke andere voetbal, met een binnenbal en enkele lagen eromheen. Alleen de laatste laag is bij een plofbal van wat dikker materiaal gemaakt. Het is gelijk aan het materiaal, waaruit de tussenzool van een hardloopschoen is samengesteld. Dat zorgt voor de dempende werking.'
De plofbal is daarmee iets zwaarder (430 gram maximaal) dan de vroeger gebruikte lichte bal, waarmee na het schrappen van de schietlijn van grote afstanden gevaarlijk hard werd geschoten. Futsal-bondscoach Vic Hermans erkent dat schieten lastiger is geworden. 'De plofballen schieten zwaarder dan de vroegere types. Wij moeten er echt een trainingsprogramma op loslaten om het schietbeen sterker maken. Zodat we de schietafstand van acht naar veertien meter kunnen opvoeren.'
Met de nieuwe bal, door de FIFA voorgeschreven na 1992, zijn internationaal reeds vele ervaringen opgedaan. Hij was al lange tijd in gebruik in grote futsal-landen als Brazilië, Spanje en Argentinië. Om de verwarring in die jaren compleet te maken: het calcetto van Italië kent juist weer een andere bal, een drietje.
De plofbal is bedoeld voor meer controle, voor meer combinatievoetbal. Het is wonderbaarlijk hoe de bal nu aan ieders voet kleeft, zelfs na een keiharde pass. Een groot deel van de zestigduizend futsal-spelers van de KNVB heeft de plofbal daarom al omarmd.
Er komen ook nieuwe technieken om de hoek zetten. Bondscoach Hermans: 'Het drijven van de bal gebeurt onder de voetzool. Als je de bal op de oude manier drijft, dan loop je de kans erover heen te vallen. De punter, de snelle beweging om kort voor doel uit te halen, wordt nu speciaal getraind. De bal blijft zo kort bij je, dat je deze techniek kunt hanteren. En de lob, waarvoor je vroeger de bal moest terughalen, kun je nu uit stilstand.'
In eerste instantie werd er in de Nederlandse Futsal Brandstaff Eredivisie - elke zondagochtend op SBS6 - wel eens gevloekt om de nieuwe bal. Dat geluid is verstomd. Hermans, speler op het WK van 1989: 'Ik denk wel eens: had ik deze bal in mijn jaren ook maar gehad.'