Pleidooi voor engagement
amsterdam Het Nederlandse theater sluit niet goed aan bij de wereld om zich heen. Al gebeurt er de laatste tijd dan misschien veel om het publiek naar de voorstellingen te lokken – met nagesprekken, voorgesprekken, (gratis) maaltijden, iPhone applicaties en wat niet al –, ‘door al die aandacht voor de...
Adelheid Roosen, juryvoorzitter van het Nederlands Theater Festival 2010 was haar voorgegaan, met de feestelijke opening van de vijfde editie van het festival in de Stadsschouwburg Amsterdam. In het festival zijn de mooiste en belangwekkendste voorstellingen van het afgelopen seizoen te zien.
Nederlof hield een gloedvol betoog, waarbij ze ook haar eigen doen en laten als theatermaakster en ‘gewoon’ lid van de Nederlandse samenleving kritisch bezag. ‘Zonder te willen dat theater opeens radicaal politiek geëngageerd wordt, zou ik graag willen dat het meer verbinding heeft met die hedendaagse wereld’, zo zei ze.
Maar die wereld verandert snel, en rigoureus. Meer dan ooit heeft die wereld een een dringende behoefte aan verhalen die haar proberen te duiden. Het theater zou die verhalen moeten vertellen, aldus Nederlof. ‘Maar juist nu is dat zo moeilijk. Want we leven in een cultuur waarin ‘echt’ bijna niet meer van ‘onecht’ is te onderscheiden. Waarin wat werkelijk waar is, bijna niet meer te herkennen valt. Als ik een simpel voorbeeldje mag noemen, ik ken niemand die de onopgesmukte waarheid spreekt in interviews. Ook ikzelf niet.’
Het snelle moderne leven maakt het vervolgens mogelijk (en makkelijk) om moeilijke vragen nog even voor ons uit te schuiven en het brandpunt van onze gedachten te verlaten. Maar als we niet uitkijken worden we op enig moment meegesleurd door de stroom van dat moderne leven. Nederlof: ‘Mijn stelling is dat het hedendaags theater zich te veel mee laat sleuren door die stroom. We moeten ons er uit oprichten en vanuit die positie zoeken naar wat het theater voor de samenleving kan betekenen.’
Voorts verwees ze naar het gedachtegoed van de Poolse dichter Adam Zagajewski, als meester in waarachtigheid en als iemand die kan helpen je te verhouden tot de samenleving. In zijn kielzog verklaarde ze: ‘De theatermaker, verwikkeld in de permanente krachtmeting tussen waarheid en ijdelheid, heeft een ernstige taak. Hij moet proberen in zijn tomeloze verbeelding nooit het wezenlijke onderscheid tussen goed en kwaad uit het oog te verliezen.’
Uiteindelijk, concludeerde Nederlof, ligt de grootste noodzaak van het hedendaags theater niet alleen in het spiegelen van de werkelijkheid, maar ook in het maken van ‘onderscheid tussen wat waardevol is en wat niet’.
‘Als ik een theatermaker wil zijn die haar taak als wetgever van de wereld serieus neemt, erkend of niet, dan moet ik aan de slag. Ik heb veel in te halen. Ik zal de postmoderne stemmen in mijn hoofd met uitspraken van giganten als Zagajewski moeten confronteren. (...) Ik zal mijn opmerkzame blik niet alleen op de stromen van het innerlijk leven richten, maar ook op de beschaving waarin ik leef. Ik zal altijd leven in de permanente krachtmeting tussen waarheid en ijdelheid.’