PLATEN: JAZZ
past net niet..
Unie Houdini's en
Nieuw Sinfonietta
The Houdini's & Nieuw Sinfonietta Amsterdam: Porgy & Bess Suite. Channel Crossings CCS 8395.
The Houdini's Play The Big Five. Challenge Records CHR 70027.
Barend Middelhoff: Soil. A Records AL 73026.
Door een merkwaardig toeval kwamen twee ambitieuze Nederlandse jazzformaties een jaar of twee geleden onafhankelijk van elkaar op hetzelfde idee: bewerk de muziek van George Gershwin's opera Porgy & Bess tot een eigentijdse jazzsuite.
Pianist Jan Laurens Hartong en zijn latin-groep Nueva Manteca wonnen de onbedoelde wedstrijd. Hun cd Porgy & Bess verscheen begin 1994 en werd algemeen geprezen als een gedurfd maar geslaagd experiment.
The Houdini's hadden meer tijd nodig, maar zij grepen nog een stuk hoger. Hun Porgy & Bess is een suite voor jazzsextet en strijkorkest, gearrangeerd door Bert van den Brink, die eerder indruk maakte als arrangeur voor zangeres Denis Jannah.
Het klinkend resultaat is van wisselend gehalte. De langzame, stemmige passages zijn de strijkers van Nieuw Sinfonietta Amsterdam onder leiding van de Amerikaanse dirigent Richard Dufallo wel toevertrouwd. My Man's Gone Now krijgt bijvoorbeeld een bijna negen minuten lange, even sfeervolle als fraaie vertolking.
In de snellere stukken wordt de kloof in timing hoorbaar die nog altijd gaapt tussen jazzmusici en hun klassieke collega's. Daardoor wringt de lange strijkersinleiding van Summertime met de swt best in een stuk waarin The Houdini's een bescheiden aandeel hebben: het afsluitende I'm On My Way, waarin Bert van den Brink diverse melodische motieven uit de opera nog een keer laat terugkeren.
Op hun nieuwe cd The Houdini's Play The Big Five bevinden de musici zich geheel op eigen terrein, met onverdeeld aangename resultaten. The Big Five zijn de vijf componisten die het gouden tijdperk van de Amerikaanse song symboliseren: Irving Berlin, George Gershwin, Jerome Kern, Cole Porter en Richard Rodgers.
Hun repertoire wordt hier door The Houdini's met bijna baldadige originaliteit onder handen genomen. Richard Rodgers zal niet hebben vermoed dat zijn tere ballad My Romance nog eens zou worden herschapen tot een aanstekelijk jump-nummertje. Even prikkelend is het kaleidoscopische effect dat trompettist Angelo Verploegen in Cole Porter's What Is This Thing Called Love bereikt door de bouwstenen van het thema in te krimpen van vier tot drie maten. Bassist Marius Beets komt in Slap That Bass tot de opvallendste solistische prestatie, maar de grote kracht van The Houdini's ligt in het ensemblewerk. Of het sextet nu de gedaante aanneemt van een hard bop-groep, een jump-orkestje of een kleine big band, steeds overheerst het collectieve speelplezier.
Barend Middelhoff, de tenorsaxofonist van The Houdini's, reisde in juni naar New York om daar zijn eigen cd Soil op te nemen, samen met gitarist Anton Goudsmit, bassist Joris Teepe, drummer Joost Kesselaar en in één stuk de Newyorkse trompettist Joe Magnarelli. Vier van de tien thema's vertolkt hij in de bezetting die sinds de grote dagen van Sonny Rollins de beslissende uitdaging voor elke tenorist vormt: tenorsax, bas en drums.
Mede dank zij het sobere, maar zeer solide begeleidingswerk van Joris Teepe houdt de saxofonist zich in die naakte context beter staande dan menige Amerikaanse generatiegenoot. In Rollins' eigen Blues for Philly Joe straalt Middelhoff het natuurlijke gezag van de ware jazzsolist uit. BV