Pianist met fluwelen vingers, dichter met lichtvoetige ironie

Het Concertgebouw luidt het reguliere concertseizoen uit met twee feestjes tegelijk: terwijl in de serie Brendel Breeduit de zeventigste verjaardag van de meesterpianist nog volop wordt gevierd, maakt cellist SLAVA!...

Jolande van der Klis

Brendel pakt zijn feestje iets bescheidener, maar niet minder persoonlijk aan. Tijdens een onderonsje van voornamelijk genodigden met diner na, las hij in de Kleine Zaal voor uit eigen dichtwerkt, treffend ondersteund door korte pianostukken van Ligeti en Kurtág uitgevoerd door specialist Pierre-Laurent Aimard. Nu is het altijd leuk als beroemdheden een uitstapje buiten hun vakgebied maken, maar bij Brendel loont het zeker de moeite.

Deels sluit zijn poëzie aan bij de lichtvoetige surrealistische traditie van Lewis Caroll en Edward Lear, maar als het over muziek gaat wordt zijn fijnzinnige ironie pas echt geestig. De uitwassen van het operawezen krijgen in diverse gedichten een treffende portrettering, zoals in Three Tenors: 'When Christo had wrapped the Three Tenors on the balcony of La Scala...'. Sterke beginzinnen als 'When Mozart was murdered/ no one/ not even Haydn/ would have guessed/ that it was Beethoven...' leiden tot krankzinnige ontsporingen.

In Amerika veroorzaakte de passage 'Beethoven was BLACK/ and Mozart FOUND OUT' naar verluidt zelfs een relletje. Brendels voordracht was er niet minder vergenoegd om. Vreemd overigens dat deze gedichten alleen voorkomen in de Engelse bundel van Faber & Faber, en niet in de Nederlandse vertaling van Tinke Davids Een vinger te veel.

De pianist Brendel begeleidde de dag erop met evenveel verve bariton Matthias Goerne in liederencycli van Beethoven en Schubert. Brendels subtiliteiten in An die ferne Geliebte waren echter niet aan Goerne besteed, waarna de piano zichzelf even hoffelijk als subtiel verder naar de achtergrond manoeuvreerde. Maar de Heine-liederen uit Schuberts Schwanengesang resulteerden wel in grote hoogten. Hierin verkende Goerne, geïnspireerd door Brendels fluwelen vingers, de uiterste fluistermogelijkheden van zijn stem, en besloot met Der Doppelgänger in een onaards langzaam tempo, door Brendel moeiteloos zwevend voortgedragen tot het bittere einde.

Inmiddels was ook het publiek zo geboeid geraakt dat de oeverloze natte-voorjaarshoest in aller kelen werd gesmoord. Dat zal Brendel deugd hebben gedaan, die in zijn gedicht De hoesters van Keulen de milde ironie voor één keer verving door regelrechte hoon: 'Herhaald serieel of aanhoudend hoesten wordt bekroond met de Hoest-vooral-medaille.' Een tekst die standaard zou moeten worden opgenomen in alle programmaboekjes.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden