Column

Peter Buwalda deed eens vakantiewerk in een staalharderij en werd toen per ongeluk besneden

Peter Buwalda
'In die fabriek was het loeiheet, dat mag u geloven' Beeld  ANP
'In die fabriek was het loeiheet, dat mag u geloven'Beeld ANP

Een klein hoekje kan een ongeluk bevatten, of hoe zeg je dat. Zelf ben ik een keer per ongeluk besneden. Ik deed vakantiewerk bij Hauzer, de staalharderij van mijn vader. In die fabriek was het loeiheet, dat mag u geloven. Ze bakten er staal op 900 graden in mastodontische ovens waartussen wij ons brood stonden te verdienen. Nou ja, een cassettedeck van Akai - ik, tenminste. Die Akai ging ik na de zomer 'halen', een column op zich.

Maar eerst moest mijn voorhuid eraf. Omdat de verwarming zo hoog stond, waren we onder onze blauwe overalls bloot. Klinkt dat sexy? Dan spijt me dat. Geloof me, het was sexyer om met die dikke overall aan onder een zonnebank te kruipen.

Mijn werk was om samen met een of andere kerel ijzeren manden af te vullen met vuistgrote hijskraanhaken van het merk Crosby. Met een schep. Loodzwaar werk. Als ik tegenwoordig Crosby, Stills, Nash & Young draai, zie ik drie zoetgevooisde hippies zitten en ernaast een stalen haak - zó zwaar. De vent en ik schepten die Crosby-haken in die manden, tot de weegschaal 400 kilo aangaf. Erna moesten we zo'n volle mand, waaruit het slecht kersen eten ging worden, ik meld het alvast, op de vorige zetten. Met de blote rug? Nee, dat niet. Ze hadden dan wel geen airco in die sauna, er hing wel een hijskraan.

Goed geregeld.

Die vent bediende de kraan. Hij was daar niet voor een cassettedeck, maar voor z'n spreeuwenbekjes. Ik moest die manden een beetje bijsturen. We deden onszelf denken aan Buurman & Buurman, al zou ik mijn kleipoppetjes niet op 900 graden bakken.

'Iets naar links, Buurman.'

'Oké. Zo, Buurman?'

'Ja, prima. Ho, Buurman. Iets naar rechts.'

'Okidoki. Zakken maar?'

'Zakken maar, Buurman.'

Drie dingen.

1. Ik was 15 en in het bezit van een gezonde eetlust. Mijn moeder schilde in die jaren 5 kilo aardappelen voor vier man. Zelf at ze een crackertje met Hüttenkäse, want het oog wil ook wat. Deze emmer piepers kon mede tot stand komen dankzij onze groeispurt. Maar niet alleen ikzelf zat erin, ook mijn penis trok een groeispurt, of hoe zeg je dat. Dat ten eerste.

2. Buurman & Buurman waren inmiddels aanbeland bij de, even rekenen... vijfde mand? Ja, ik denk het. De stapel was inmiddels een metertje hoog. Feit is dat de stalen bovenkant van mandje vier en de eveneens stalen onderkant van mandje vijf tezamen waar ze elkander aanstonds gingen ontmoeten - 'Kom maar, Buurman, zakken, bijna' - een op grote schaal uitgevoerd sigarenschaartje imiteerden.

3. De bolknak. Voornoemd geslachtslid. Daarover moet ik helaas mededelen dat die niet van klei was, Buurman, maar van vlees en bloed. Dat laatste zeker. Goed. Het zat er natuurlijk aan te komen, maar die 400 kilogram zware mand met Crosby-haken landde natuurlijk precies op mijn, nou ja, eikel/voorhuid. Of beter: éérst op mijn voorhuid én eikel, maar na een seconde of tien (die kleigolem begreep namelijk niet meteen waarom ik als een speenvarken tekeer ging) keihard terugdeinzen alleen nog op mijn, nou ja, tuutje. Toen Buurman de mand weer ophees, maar eigenlijk pas uren later, was ik ook wel weer blij met die overall er nog tussen, tegen het bloeden, en überhaupt.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden