Vijf vragen

Personeel streekvervoer staakt deze week, ondanks 8 procent loonsverhoging in vooruitzicht. Wat speelt er?

Na de boa’s en vuilnismannen gaan ook werknemers in het streekvervoer de komende week weer vijf dagen lang staken. En dat terwijl de werkgevers meer dan 8 procent loonsverhoging hebben geboden. Hebben de stakers een punt of spelen er andere belangen?

Marieke de Ruiter
Het streekvervoer staakte eerder dit jaar ook al.  Beeld ANP
Het streekvervoer staakte eerder dit jaar ook al.Beeld ANP

Wat staat er komende dagen te gebeuren?

Werknemers in het streekvervoer leggen vijf dagen lang het werk neer. Het gaat met name om buschauffeurs en machinisten van de regiotreinen. Hoeveel van de 13 duizend werknemers aan de acties zullen meedoen is nog onbekend. Aan de stakingen eerder dit jaar namen zo’n 5.500 FNV-leden deel en reed 40 procent van het regionale vervoer niet. Nu zullen ook de circa 2.500 leden van vakbond CNV meedoen. De acties volgen op de wederom stukgelopen onderhandelingen over de nieuwe cao Openbaar Vervoer voor komend jaar. Vakbonden FNV en CNV gingen niet akkoord met het loonbod van 8 procent.

Een loonbod van 8 procent, is dat redelijk?

De werkgevers in het streekvervoer vinden in elk geval van wel. Voorzitter Fred Kagie van de Vereniging van Werkgevers in het Openbaar Vervoer (VWOV), waaronder onder meer QBuzz en Arriva vallen, rept zelfs van een ‘buitengewoon goede deal’ en ‘meer dan ik eigenlijk kan geven’. Het loonbod ligt immers hoger dan de loonstijging van 6 procent die in januari gemiddeld overeen werd gekomen aan de cao-tafels. Hoger ook, dan de 5 tot 7 procent die De Nederlandsche Bank eerder voorspiegelde als redelijke loonsverhoging. Dat de vakbonden niet instemmen, is volgens Kagie omdat het ov een ‘zichtbare sector’ is waar het loont om ‘lawaai te maken’. ‘De vakbond is niet uit op een akkoord’, meent hij. ‘Toen we om tafel gingen, lagen de spandoeken en pamfletten al klaar in de stalling. Staken is marketinginstrument, de bond wil leden werven.’

Hebben de werkgevers een punt?

De vakbond vindt uiteraard van niet. Volgens FNV-bestuurder Marijn van der Gaag moeten werkgevers zorgen voor koopkrachtbehoud en -verbetering. Daarom moet de loonsverhoging gelijk zijn aan de inflatie. ‘Maar nog belangrijker is het aanpakken van de werkdruk’, stelt hij. ‘Die is onacceptabel hoog geworden omdat er steeds meer lucht uit de dienstregeling is geperst.’ Ook universitair hoofddocent Alex Lehr, gespecialiseerd in stakingen, denkt dat de beschuldiging van Kagie de staking niet helemaal recht doet. ‘Het klopt dat een succesvolle staking leidt tot meer leden dus in dat opzicht is het een marketinginstrument’, zegt hij. Dat was bijvoorbeeld ook te zien na de stakingen bij NS, waardoor voor het eerst in jaren de ledenaantallen van de vakbonden weer in de lift zaten. ‘Maar leden moeten zich wel laten mobiliseren en dat doen zij niet alleen zodat de vakbond meer mensen kan inschrijven. Dat doen ze omdat ze denken dat er wat te halen valt en omdat ze vinden dat wat zij vragen redelijk is.’ Volgens Lehr is er op het moment sprake van een perfect storm die de actiebereidheid in veel sectoren aanwakkert: bedrijven boekten afgelopen jaar recordwinsten waarvan een kleiner deel naar arbeid ging, de inflatie heeft geleid tot ontevredenheid over die achterblijvende lonen en dankzij de krapte op de arbeidsmarkt is de macht aan de werknemer. ‘Alle seinen staan op groen.’

Toch tekenen de vakbonden in andere sectoren wel voor minder dan 8 procent loonsverhoging. Waarom dan niet in het streekvervoer?

Het is niet voor het eerst dat het streekvervoer staakt. Het gebeurde ook al in 2018 en 2019. Diezelfde actiebereidheid is ook te zien onder de boa’s en vuilnismannen, die komende week eveneens het werk neerleggen – net zoals in 2014 en 2010. Dat in deze sectoren veel wordt gestaakt, heeft volgens Lehr een weinig originele verklaring: ‘De grootste voorspeller voor een staking is het aantal vakbondsleden in een sector, want alleen zij krijgen een vergoeding uit de stakingskas en zijn beschermd tegen negatieve gevolgen als dwangsommen en, in het uiterste geval, ontslag.’

De plekken waar de vakbond nog een grote achterban heeft, zijn met name de ‘oude’ beroepen, zoals die in de industrie en het openbaar vervoer. In de steeds dominanter geworden dienstensector zijn de bonden juist minder sterk vertegenwoordigd, die kwamen veelal op toen de vakbeweging al aan macht had ingeboet en tellen bovendien meer flexwerkers. ‘Dat beeld van de staker als de sterke man aan de fabriekspoort is daardoor nog steeds heel sterk’, zegt vakbondshistoricus Rosa Kösters van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. ‘Toch zie je wel steeds meer ‘nieuwe’ sectoren, zoals de schoonmaak en de Bijenkorf, waar de vakbond langzamerhand voet aan de grond krijgt.’

In welke sectoren kunnen we nog meer stakingen verwachten?

Staken werkt besmettelijk, blijkt uit onderzoek. Als een werkonderbreking leidt tot een hoger loonbod (dat gebeurt in 59 procent van de gevallen) zal dat werkenden in vergelijkbare beroepen motiveren ook te staken. Dat betekent niet dat een succesvolle staking in het ov of bij de ambtenaren straks een oncontroleerbare stakingsgolf zal ontketenen. ‘In Nederland wordt vooral gestaakt rondom cao-onderhandelingen’, aldus Kösters. ‘Dus het is maar net afhankelijk van welke cao’s binnenkort verlopen.’ Onder meer in de ziekenhuizen en bij bouwleveranciers wordt al gedreigd met acties.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden