Paradijs zonder glans
Ik heb altijd meer cd's willen kopen...
Jarenlang stond ik op een rantsoen van een cd in de twee weken. Dat vond ik eigenlijk te weinig. Er was zo veel meer mooie muziek. En in meest ambitieuze momenten droomde ik zelfs van een heus pop-archief. Daar zouden niet alleen de mooiste, maar ook de belangrijkste cd's en lp's een plekje kunnen vinden. Ik zou de Sun Sessions van Elvis Presley kopen, en Sgt Pepper's Lonely Hearts Club Band van de Beatles en al die andere belangwekkende plaatjes waar ik diep in mijn hart niets aan vind.
Een jaar of wat geleden kwam deze droom eindelijk binnen handbereik, dankzij de introductie van de cd-writer. Plotsklaps kostte een cd niet langer fl 39,95, maar fl 2,75. Weliswaar heb je dan een kopie, met een zelf in elkaar geknutseld hoesje met de grafische kwaliteit van een kapitalisties stencilkrantje uit de jaren zeventig.
Maar toch: het gedroomde paradijs kon betreden worden. Voortaan was niet langer geld, maar tijd de beperkende factor. (Afgezien van een lange reeks technische problemen. Het forum van webwereld.nl telt ongeveer 2600 vragen over mysterieuze foutmeldingen, weigerachtige cd-branders en weggegooide schijfjes.)
Het plan voor een poparchief verwierp ik meteen al. Dat is misschien aardig voor de vuttende popliefhebber. Maar verder brandde ik alles wat los en vast zat. Vier, vijf cd's per week was niks. Afro-Celt Soundsystem, de Brooklyn Funk Essentials en Gus Gus (twee keer). Prachtige muziek, maar zonder de cd-writer waren ze in geen honderd jaar in mijn platenkast beland.
De eerste maanden wentelde ik mij in mijn nieuwe luxe. Opeens was ik helemaal bij de tijd. De nieuwste cd's, meteen bij mij in de kast. Ik voelde mij een popjournalist of een talentenjager van een platenmaatschappij die beroepshalve elke week een stapel nieuw werk krijgt toegeschoven.
Na een half jaar begon de lol er een beetje af te raken. Het bijhouden van de nieuwste releases werd steeds meer een vorm van plichtsbetrachting. Wat is het toch veel werk om op de hoogte te blijven!
Bovendien merkte ik iets ergers. De vervlakking sloeg toe. Onwillekeurig dacht ik aan mijn eerste lp, Brothers & Sisters van de Allman Brothers Band, gekocht in de zomer van 1973, van mijn moeizaam bij elkaar geschraapte zakgeld. Nog steeds ken ik elk gitaarloopje en elk pianopingeltje van die plaat. Ik kan me zelfs nog een paar gezichten herinneren van de hippies die de binnenkant van de hoes ontsierden.
Als middelbare scholier leefde ik nog in het weldadige tijdperk van de schaarste. De cd-writer bracht mij naar een era van overvloed en onverschilligheid. Muziek kreeg steeds meer het karakter van een lauwe motregen die mij overal volgde. Een wekelijkse lawine van nieuwe nummers, die steeds anoniemer klonken, omdat ik geen tijd had om ze fatsoenlijk te beluisteren.
Each man kills the thing he loves, zei Oscar Wilde al. Genot wordt vernietigd door een voortdurend bombardement van genot. Er was een tijd dat ik 's middags vol spanning naar het radionieuws luisterde, om te horen of de Europa Cupwedstrijd van die avond live op tv zou komen. Dat hing destijds nog af van het aantal verkochte kaartjes. Nu kijk ik met een half oog naar het zoveelste zouteloze potje in de Champions League.
Heerenveen tegen Olympique Lyon. Wat heeft het paradijs weinig glans! De Champions League kan ik niet afschaffen, maar mijn cd-collectie heb ik in eigen hand. Daarom heb ik me zelf weer op rantsoen gezet. Een cd per twee weken. Zo blijf je hongerig.