'Palestijnen moeten stoppen met dromen'

Lang heeft Sari Nusseibeh zich ingezet voor de tweestatenoplossing in het Midden-Oosten. Nu gelooft de vooraanstaande Palestijn daar niet meer in. Hij is zelfs bereid genoegen te nemen met minder rechten voor Palestijnen dan voor Joden.

Theo Koelé
Sari Nusseibeh Beeld Foto: Basso Cannarsa. Illustratie: Gees Voorhees.
Sari NusseibehBeeld Foto: Basso Cannarsa. Illustratie: Gees Voorhees.

Een welhaast euforisch gevoel overviel de Palestijn Sari Nusseibeh toen Israël zegevierde in de Zesdaagse Oorlog tegen de Arabische buurlanden. Het was de zomer van 1967, en Nusseibeh studeerde filosofie aan Christ Church, een van de prestigieuze faculteiten van Oxford.

'Ik voelde een vreemd gevoel van blijdschap, want 'we' waren verslagen', zegt Nusseibeh. 'Ik was opgewonden, ik wilde Israëli's spreken en hun gedachten lezen. Misschien was er nu een unieke kans om één staat te vormen waarin Israëli's en Palestijnen zouden samenleven.'

Nusseibeh, telg uit een voorname Arabische familie, groeide op aan de rand van het 'niemandsland': het gebied tussen het westelijke deel van Jeruzalem - onder controle van de Israëli's - en het oostelijke deel, dat in handen was van de Jordaniërs. Een plek vol landmijnen en prikkeldraad. 'Ik wist niet beter dan dat het land in tweeën gedeeld was.'

Na de Israëlische overwinning op de Jordaniërs spoedde hij zich voor een visum naar het Israëlische consulaat in Londen. Hij wilde maar één ding: snel terug naar Jeruzalem, de plek waar zijn familie en voorouders al 1.300 jaar leefden. Zou het mogelijk zijn, dacht hij: één land voor twee volken?

Precies vijftig jaar later blikt Nusseibeh (67), hoogleraar islamitische filosofie aan de Al-Quds-universiteit in het Arabische oosten van Jeruzalem, in zijn eeuwenoude, oriëntaals ingerichte villa terug op een geschiedenis die zo anders verliep dan de hoopvolle verwachting die hij als bevlogen filosofiestudent koesterde. Inmiddels ziet hij nog maar één - cynische - oplossing voor het conflict dat zijn leven heeft gevormd: een staat waarin Palestijnen als tweederangsburgers samenleven met Israëli's.

Nusseibeh was als jongen gefascineerd door de Israëli's. Hij had veel gelezen over kibboetsen, door hem omschreven als 'spartaanse en op socialistische leest geschoeide woon-en werkgemeenschappen die waren opgericht door idealistische Joodse jongeren'. In 1968 bracht hij zelfs een maand door in een kibboets. Niet zozeer om 'de vijand te leren kennen', als wel uit een zekere nieuwsgierigheid en bewondering. 'Ik was onder de indruk van de mensen die er leefden, hun levenslust, hun dadendrang. Misschien konden wij, Palestijnen, er nog iets van leren.'

Maar wat hij in Israël helaas niet vond, was de wil om samen te leven met de Palestijnen. Ook aan Palestijnse zijde ontbrak die bereidheid. 'Ik ontdekte al gauw dat Israëli's en Palestijnen elkaar kwijt wilden. Toen dacht ik: als beide partijen dat willen, moet het maar. Vanaf dat moment was de stichting van een onafhankelijke Palestijnse staat mijn doel. Fantastisch leek het me niet, wel realistisch.'

Nusseibeh begon zich vanuit Jeruzalem in te spannen voor zo'n staat. Hij onderhield begin jaren tachtig contacten met leidende politici van de Likud-partij, de centrum-rechtse partij die toen aan de macht was - en nu weer is onder leiding van Benjamin Netanyahu . Hij werd strateeg van de eerste Palestijnse intifada - de volksopstand die in 1987 begon. Nusseibeh schopte het begin jaren negentig tot vertrouweling van de Palestijnse leider Yasser Arafat, die de metamorfose van terrorist tot gespreksparter van Israël onderging.

De eerste Palestijnse intifada was 'een vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid' die ontaardde in geweld. In zes jaar tijd vielen aan Palestijnse zijde naar schatting 1.000 doden, onder Israëli's ongeveer 150. Nusseibeh: 'Ik was, en ben, principieel tegen geweld. Maar ook om pragmatische redenen wijs ik het af. Het doel, een onafhankelijk staat, kwam waarschijnlijk niet dichterbij door het geweld, maar raakte juist verder uit zicht'.

De intifada, beklemtoont Nusseibeh, was gericht op 'een staat voor onszelf én een staat Israël'. Zijn boodschap was: vrijheid en onafhankelijkheid voor de Palestijnen, via onderhandelingen met Israël.

Het is de stellige overtuiging van Nusseibeh dat de intifada - ondanks of dankzij het geweld - de weg effende voor de Oslo-akkoorden van begin jaren negentig. Die hadden de grondslag moeten vormen van een eigen Palestijnse staat. Nusseibeh was betrokken bij de voorbereiding van de geheime onderhandelingen in Oslo. 'Ik werkte mee aan de architectuur van een staat.'

Had u er vertrouwen in dat de Oslo-akkoorden werkelijk tot die staat zouden leiden?

'Na Oslo dacht ik: ik keer terug naar het academische leven, die Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook komt er wel binnen een jaar of twee, drie. Onze inspanningen leken resultaat te hebben.'

Hij verwierp een aanbod van Arafat, die vanuit zijn ballingsoord Tunis was teruggekeerd, om minister te worden. In 1995 werd Nusseibeh rector van de Al Quds-universiteit. 'Het spannende werk was gedaan. Ik had geen zin in een saaie baan in de politiek.'

Gaandeweg realiseerde hij zich 'dat er iets mis was met Oslo'. Elke nieuwe Israëlische regering stimuleerde de bouw van nederzettingen in de bezette gebieden. 'Het hart van Israëlische politici lag kennelijk niet bij de tweestatenoplossing. Ze geloofden niet echt in vrede met ons.'

De Amerikaanse president Bill Clinton, onder wiens auspiciën de Oslo-akkoorden waren gesloten, zag ook dat het misging. Hij nodigde in 2000 Arafat en de centrum-linkse Israëlische premier Ehud Barak uit op zijn buitenverblijf Camp David. De top liep uit op een mislukking.

Gastheer Clinton legde de schuld voornamelijk bij Arafat. Was dat terecht?

'Nee. Clinton zette Arafat voor het blok. Arafat had gesmeekt om de top uit te stellen, maar de Amerikanen weigerden. Het gevolg was dat aan beide zijden, de Israëlische en de Palestijnse, het gebrek aan vertrouwen alleen maar groeide.'

In de gespannen sfeer na Camp David was het een kwestie van tijd voordat de tweede Palestijnse intifada uitbrak. Nog in hetzelfde jaar, en gewelddadiger dan de eerste. Meer dan drieduizend Palestijnen kwamen in een tijdsbestek van vijf jaar om het leven, en bijna duizend Israeli's - de meesten van hen door zelfmoordaanslagen.

Palestijnen staan in de rij voor het checkpoint van Qalandia om Jeruzalem binnen te komen Beeld ap
Palestijnen staan in de rij voor het checkpoint van Qalandia om Jeruzalem binnen te komenBeeld ap

Nusseibeh probeerde een grassroots-beweging van de grond te krijgen, een samenwerkingsverband van Israëli's en Palestijnen die hun leiders tot kalmte moesten manen en weer aan de onderhandelingstafel zouden brengen. Het kwam niet tot hernieuwd vredesoverleg. Arafat stierf in 2004, kort voordat de intifada eindigde. 'Arafat wilde werkelijk vrede. Hij was een moedig man.'

Met Arafats opvolger, de huidige president Mahmoud Abbas, stond Nusseibeh al jarenlang op slechte voet. Nusseibeh had het ooit gewaagd de terugkeer van miljoenen vluchtelingen, merendeels nazaten van Palestijnen die tijdens de Israëlische onafhankelijksheidstrijd van 1947-'48 verdreven waren of op de vlucht sloegen, irreëel te noemen. Abbas was de rechterhand van Arafat, en het 'recht op terugkeer' een eis die de Palestijnen altijd gesteld hadden. Nusseibeh zou zijn uitspraak moeten terugnemen. 'Maar ik liet me door Abu Mazen (nom de guerre van Abbas, red.) niet de les lezen. Van Arafat kreeg ik de vrijheid om te zeggen wat ik wilde, ook al waren we het vaak niet eens.'

Nusseibeh, tot nu toe minzaam, wordt fel als hij spreekt over Abbas en diens corrupte regime. Hij wijst met een priemende vinger naar de verslaggever: 'Jullie Europeanen hebben de kas gespekt waarin Abu Mazen en de zijnen gretig graaien.' Met honderden miljoenen euro's per jaar zijn de EU en de lidstaten de grootste donor van de Palestijnse Autoriteit onder Abbas.

Wat Nusseibeh Abbas bovenal kwalijk neemt, is dat de 82-jarige halsstarrig vasthoudt aan de bekende trits eisen: oostelijk Jeruzalem als hoofdstad van een Palestijnse staat binnen de grenzen van 1967, Palestijns gezag over de ook voor Joden heilige Haram Al-Sharif/Tempelberg, de terugkeer van vluchtelingen. 'Alsof de wateren stilstaan.'

U gelooft niet meer in een onafhankelijke Palestijnse staat?

'Het is te laat. Dertig, veertig jaar geleden was het mogelijk geweest. De situatie is sinds 1967 dramatisch veranderd. Nu wonen er meer dan een half miljoen kolonisten op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem. Israël heeft zijn tentakels uitgeslagen. De hele wereld heeft het laten gebeuren. En nog blijven de Europeanen lippendienst bewijzen aan de tweestatenoplossing. Stop die maskerade!

'De nieuwe Amerikaanse president Donald Trump laat in het ongewisse wat hij wil. Ik heb bij hem nog geen begin van een visie gezien. Heeft hij ons iets te bieden? Niemand die het weet.

'Bij zowel Israëli's als Palestijnen bespeur ik geen enkel enthousiasme meer voor de tweestatenoplossing - als dat er al ooit was. Ik sprak onlangs tijdens een diner een 80-jarige Israëli, een bekend academicus. Hij had dezelfde opvatting als ik: de situatie is ten slechte veranderd. Israël is lelijk geworden. Het land was altijd onze vijand, maar ik zag soms nog iets moois in de jeugd, hun idealen. Als ik nu naar Israël kijk, zie ik racisten en chauvinisten.'

Valt de Palestijnen dan niets te verwijten?

'Aan Palestijnse zijde is ook alles ten slechte gekeerd. We waren een mooi volk, eerlijk, gastvrij, open. Daarin is verandering gekomen door de geldstromen uit het Westen. Nu zien we corruptie, hebzucht, ongelijkheid. Israëli's en Palestijnen kunnen zich aan elkaar spiegelen.'

Wat is het alternatief voor een eigen staat?

'Een binationale staat waarin Israëlische en Palestijnse burgers gelijke rechten hebben. Let wel: burgerrechten, geen politieke rechten. Palestijnen worden geregeerd door Israëli's, in ruil voor bewegingsvrijheid, de mogelijkheid om overal te werken, een eerlijke rechtsgang, het recht op onderwijs en andere voorzieningen. Kortom, betere levensomstandigheden. We moeten niet de ministeries van Defensie en Financiën claimen, maar een gelijkwaardige behandeling als burgers.'

Minder rechten voor Palestijnen dan voor Joden. Dat riekt toch naar apartheid, waarvoor u al in uw boek What is a Palestinian State Worth? (2011) waarschuwde?

'Er zijn gradaties van apartheid. Als je niet langer derde- of vierderangsburger bent, ga je erop vooruit. Natuurlijk is het niet ideaal. Stel, je gaat naar God en vraagt: wat zijn de mogelijke oplossingen voor het Palestijns-Israëlische conflict? Hij antwoordt: er zijn drie opties. Een staat met gelijke rechten voor iedereen. Twee staten. Of een staat waarin je wel economische en burgerrechten hebt maar geen politieke rechten. Niemand zal zeggen: geef ons alsjeblieft optie drie. De werkelijkheid is dat we de eerste twee opties niet hebben.'

Als u een eigen staat opgeeft, is dan al het bloedvergieten (twee intifada's, drie Gazaoorlogen, nog altijd voortdurende aanslagen) voor niets geweest?

'Ik heb een groot deel van mijn leven energie en tijd gestoken in de tweestatenoplossing. Die bleek niet mogelijk. Moeten we er dan nog vijftig jaar naar streven? Als een medicijn niet werkt, vraag je de dokter toch ook om een ander recept? We hebben alles geprobeerd, van onderhandelingen en vreedzaam verzet tot opstanden en terrorisme. Wat zijn de resultaten? Die zijn er niet.

'De meeste Palestijnen kennen slechts een ellendig leven onder een bezettingsmacht. Ze kunnen er alleen maar op vooruitgaan. Wat is daar mis mee?'

De Palestijnen moeten een eigen staat dus maar vergeten?

'De Palestijnen moeten stoppen met dromen. Stoppen ook met het geloof in magische oplossingen. De VS, Europa en de Arabische wereld kunnen die niet bieden. We vragen de Israëli's: geef ons gerechtigheid. Mogen we ons eigen leven inrichten zoals we dat willen? De buitenwereld kan druk uitoefenen op Israël. Neem de situatie van de duizenden Palestijnen in Israëlische gevangenissen. Onze gevangenen worden niet behandeld met hetzelfde respect als in Europa (Nusseibeh spreekt uit ervaring: hij zat in 1991 vast als 'spion voor Irak', nadat Arafat in de eerste Golfoorlog de kant van Saddam Hussein had gekozen, red.). Laat Europa stoppen met het financieren van het Palestijnse gezag en zich inspannen voor verbetering van onze leefomstandigheden. Niet alleen in gevangenissen natuurlijk.

'Betere leefomstandigheden vormen op dit moment het hoogst haalbare. Die hoeven niet het einde van onze aspiraties te betekenen. Na een jaar of tien, vijftien kunnen we misschien streven naar politieke rechten. Via vreedzaam protest en burgerlijke ongehoorzaamheid, niet met geweld.'

Israël zal nooit toestaan dat het Joodse karakter van de staat aangetast wordt door Palestijnen politieke rechten te geven.

'Als ik iets geleerd heb sinds 1967, is het dat de realiteit langzaam of snel veranderen kan. Oude mantra's volstaan niet langer. We moeten doorgaan met nadenken over nieuwe vormen van coëxistentie. Misschien realiseren de Israëli's zich uiteindelijk dat wij aardiger mensen zijn dan ze gedacht hadden. Of ben ik nu net zo naïef als toen ik jong was?'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden