'Overdaad aan wedstrijden schaadt'
Sammy Korir liep drie weken geleden naar 2.04.56 op de marathon van Berlijn, over twee weken start de Keniaan op de 42 kilometer van New York....
Tanui is zelf het levende bewijs dat een loopbaan als hardloper lang kan duren. Tijdens de Olympische Spelen van 1988 startte hij al op de 10.000 meter. Hij werd achtste, drie jaar later werd hij wereldkampioen op deze afstand.
Sindsdien waren er vele andere successen. Tanui was wereldkampioen halve marathon, de afstand waarop hij in 1993 als eerste mens de één-uurbarrière doorbrak (59.47). Hij won de marathons van Boston en Chicago.
Hij is inmiddels 38 jaar, maar weet nog niet van opgeven. Dat hij morgen, tijdens de ING Amsterdam marathon, zijn record van 2.06.16 zal benaderen, ligt niet voor de hand. Hij traint nog steeds net zo hard als voorheen, maar 's ochtends bij het opstaan voelt hij zijn ledematen vaker protesteren dan tien jaar terug.
Moses Tanui loopt voor een snelle tijd, daarnaast draaft hij met een missie: 'Ik wil jonge atleten in mijn land laten zien dat een sportcarrière langer dan drie jaar kan duren.'
Hij ergert zich mateloos aan jonge Keniaanse talenten die, al dan niet onder druk van westerse managers, te veel wedstrijden binnen een kort tijdsbestek lopen. 'Er zijn er tientallen die zo opereren. Ze verdienen aardig, maar na drie jaar zijn ze weer vergeten.'
Een overdaad aan wedstrijden schaadt, zegt hij. 'Als je voor een marathon traint, dan moet je niet tussentijds ook nog veel andere, kortere races willen lopen.'
Het lid van de Nandi-stam is weer zo'n Keniaan die als jochie dagelijks vele kilometers naar school liep. Vanaf het gehucht Turbo was het vijf kilometer naar school. Tussen de middag ging hij even op en neer naar huis. En als hij de kudde van zijn vader moest hoeden, ging hij vaak voor de grap achter de antilopen aan.
Nu is hij, dankzij zijn goed opgebouwde loopbaan, een rijk man. Hij bezit drie boerderijen, rijdt rond in een Mercedes, draagt mooie pakken. Voor zijn vader kocht hij een huis en een tractor. Hij betaalt het schoolgeld voor al zijn neefjes en nichtjes, plus ook nog veertig andere buurkinderen.
De jonge atleten die hij in zijn kamp in Kaptagat begeleidt, houdt hij bij voortduring voor dat het leven van hardloper meer dan een decennium kan beslaan.
'Maar dan moet je je beperken tot maximaal twee marathons per jaar. Bovendien mag je niet te vroeg aan die 42 kilometer beginnen', zegt de atleet die zelf 28 was toen hij in 1993 in New York van start ging.
Zijn de meeste Oost-Afrikaanse atleten timide mensen, Tanui komt altijd voor zijn mening uit. Drie jaar geleden kwalificeerde hij zich in Boston voor de olympische marathon van Sydney. De Keniaanse bond koos op de valreep echter voor een ander. Tanui is daar nog steeds boos over, hij stapte naar de rechter, maar die deed nog geen uitspraak.
Het Keniaanse selectiebeleid voor WK's en Spelen is steevast een puinhoop, zegt Tanui, die zich niet verbaasd over de magere resultaten die de Keniaanse équipe bij de WK in Parijs behaalde.
Hij heeft inmiddels, op verzoek van de overheid, zitting genomen in een commissie die daar verbetering in moet brengen. Tanui kent de oplossingen al: 'Het Amerikaanse systeem is het beste. Alleen de nummmers 1, 2 en 3 van het nationale kampioenschap gaan naar de WK of Spelen. En marathonlopers kwalificeren zich bij een voorjaarsmarathon als in Boston, Rotterdam of Londen.'
Bond, trainers, managers én atleten moeten beter gaan samenwerken. Nu is het een 'rommeltje' en doet iedereen maar wat, tot vlak voor grote, mondiale evenementen.
Atleten die dachten dat ze naar de evenementen mochten, worden toch nog thuis gehouden. Atleten als Richard Chelimo en Paul Kipkoech zouden zelfs aan de gevolgen van deze frustraties gestorven zijn, meent Tanui.
Eigenlijk, zegt Tanui, leidt het rigide Ethiopische systeem, met aan het hoofd bondscoach dr. Woldemeskel Kostre, tot betere resultaten bij WK's en Spelen.
Twee maanden voorafgaande aan zo'n evenement mogen de Ethiopische atleten niet meer het land uit om aan andere buitenlandse wedstrijden mee te doen. 'Dat is spijtig voor organisaties van Golden League-wedstrijden, maar leidt tot betere resultaten.'