OVER SCHOONHEID, TROOST EN WAARHEID

TELEVISIE is een moeilijk medium. Er gaat zoveel pulp doorheen dat we al gauw geneigd zijn te denken dat de laatst overgebleven alternatieve progamma's of series als de hoogste culturele vormen moeten worden gekoesterd....

Kees Schuyt

Houden kunstenaars van waarheid? Ja, want zij kunnen als weinigen onder ons doordringen tot de essenties van een bepaalde tijd en tot de diepere krochten van de menselijke geest. Ze gaan de kwade kanten van het bestaan niet uit de weg en proberen die een plaats te geven. Houden programmamakers van waarheid? Veel minder. Dit is althans mijn mening nadat ik de boekversie van Kaysers serie heb kunnen vergelijken met de interviews zoals die zijn uitgezonden. Hoewel in de verantwoording van dit boek wordt gewaarschuwd 'dat dit boek fors afwijkt van de televisieserie' valt er een zeer merkwaardige weglating te constateren in het boek.

Tijdens het televisie-interview met de enigszins schuwe Zuid-Afrikaanse schrijver J.M.Coetzee ontstond er een zeer pijnlijk moment voor de interviewer en zijn equipe. Dat interview ging al moeizaam omdat Coetzee op al die uiterst diepzinnige, intellectualistische vragen van Kayser in alle eerlijkheid antwoordde dat hij over die zeer moeilijke vragen eerst goed moest nadenken alvorens een antwoord te kunnen formuleren. Wat wil je ook als je gevraagd wordt of je heel je leven al beelden van schoonheid en troost met je meegedragen hebt, of dat 'de dood uiteindelijk niet de grootste bron van troost' is. Coetzee was een van de eersten die eindelijk eens zei dat het interview een barbaarse vorm van kennisoverdracht is, omdat je over al die moeilijke zaken niet al improviserend iets kan zeggen: 'Het interview ontbeert reflectie'.

Omdat het interview over al die schoonheid en al die troost op deze manier dood dreigde te lopen en Coetzee zich steeds minder op zijn gemak voelde, gooide Kayser het gesprek over een andere boeg en vroeg Coetzee een passage uit zijn eigen werk voor te lezen dat het gevoel van schoonheid en troost het dichtst zou benaderen. Dat was een geweldige opluchting voor Coetzee die onmiddellijk de slotpassage uit zijn roman Life and Times of Michael K. koos als een van de mooiste passages uit zijn werk.

Maar wat gebeurde er toen? Kayser moest bekennen dat hij dit boek, waarmee Coetzee voor de eerste keer de Bookerprize had gewonnen en dat hem bekend had gemaakt, niet in zijn koffer had meegenomen. Zo goed had hij zich dus kennelijk niet voorbereid op het werk van zijn gesprekspartner. Maar hij had wel een van de andere, latere romans, meegenomen, waaruit alsnog een passage werd gevonden. Coetzee las toen maar het slot van de roman Age of Iron voor, een passage die opvalt door kilheid en sterk contrasteert met de lyrische en ontroerende slotpassage van Michael K. In zijn latere werk is Coetzee al veel minder lyrisch en in zijn allerlaatste roman Disgrace bereikte hij zelfs een koudmakende kaalheid in woorden.

Het moet dus veel voor hemzelf betekend hebben dat Coetzee teruggreep op het prachtige slot van Life and Times of Michael K. 'Als de oude man klagend vroeg: ''Hoe komen we nu aan water?'', dan zou hij, Michael K. een theelepeltje uit zijn zak halen, een theelepeltje en een lange rol touw. Hij zou het puin verwijderen bij de opening van de schacht, hij zou de steel van het theelepeltje tot een lus buigen en het touw eraan vastknopen, hij zou het lepeltje langzaam in de schacht laten zakken tot diep in de aarde, en als hij het ophaalde zou er water in het lepelblad liggen; en op die manier, zou hij zeggen, kun je leven.'

Nu ik echter het verslag van dit interview in het door Kayser geproduceerde boek gelezen heb, constateer ik dat er met geen woord wordt gerept van Kaysers blunder. Kayser laat Coetzee nu simpel zeggen: 'Ik vind de laatste zinnen van IJzertijd mooi vanwege het proza en vanwege de manier waarop ze het boek afsluiten. Het is overigens op zich geen troostend moment in het verhaal: het is een nogal zwartgallig slot.' Ik vind dit een onthutsende verdraaiing van de werkelijkheid. Kayser had twee dingen kunnen doen: ofwel het interview in zijn geheel, met de pijnlijke nalatigheid van Kayser zelf, in het boek opnemen als een eerlijke weergave van het gesprek ofwel alsnog de door Coetzee gekozen mooiste passage in de boekversie opnemen (het boek mocht toch immers afwijken van de televisieserie?).

Hij deed geen van tweeën, vermoedelijk omdat hij te bezorgd is om door de mand te vallen als de alwetende interviewer. Hoeveel waarheid kan een mens verdragen? Een hele serie was gedurende meer dan een half jaar gewijd aan het overbewust zoeken naar schoonheid en troost, terwijl een eenvoudige waarheid omwille van het eigen imago van televisiemaker geweld werd aangedaan. Volgend jaar misschien een serie over waarheid en vrijheid?

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden