Oude Kerk (NH), Batenburg
De heilige Victor is waarschijnlijk ooit vooraf gegaan door de heilige Willebrord, omdat die persoonlijk de heer van Batenburg zou hebben bekeerd....
Kan een kerk zich een mooiere omgeving voorstellen? Misschien is het wel de perfecte omgeving: een dorpspleintje, stokoude witte huisjes waaronder de Custerie, een statige pastorie, een schilderachtige ruïne en op de achtergrond de Maas. Plus een koster, Jan van de Bovenkamp, die zelfs zijn aanstekelijk enthousiasme niet verliest wanneer hij vertelt dat hij als jongetje op zondagochtend om vijf uur moest opstaan om de kerkkachel aan te steken.
'Het is wel een museaal iets', wijst hij om zich heen. Menig museum zou zijn jaloezie maar moeilijk kunnen verbergen. Jaloers bijvoorbeeld op Nederlands oudste ridderzerk. De datering is 1429, het sterfjaar van Gijsbrecht van Bronckhorst Batenburg. Pas in 1901 kwam de steen letterlijk boven de grond toen de ladder van een metselaar in een tot dan onbekende grafkelder zakte.
Of jaloers op het orgel uit 1770 van de Culemborgse bouwer Mattheus de Crane. Nog maar drie staan er in Nederland, hier, in Est en in Waspik. Of jaloers op de fraaie preekstoel (1665).
De rouwborden zijn een attractie op zich. Drie grote, twee iets kleinere, zes beduidend kleinere. In vlammende kleuren op een zwarte achtergrond en met veel goud doorspekt verhalen ze van hun doden. Van Willem Adriaan, graaf van Horne (overleden in 1694), van Lodewijk van Nassau-Ottweiler (1699), van - vermoedelijk - Anna van Nassau Grimhuizen (1721), van Statius Philippus, graaf van Bentheim-Steinfurt (1749), van Johanna Sidonia (1752).
Ooit was de graven- of herenbank tijdens de diensten hun 'loge'. De overhuifde bank staat er nog steeds. Van de Bovenkamp: 'Die noemden wij in mijn jeugd domineesbank omdat de domineesvrouw er altijd zat. Die bank had status.'
Op het domineesbord zijn alle namen terug te vinden van de predikanten die vanaf 1608 tot de dag van vandaag in de Batenburgse dienst voorgingen. In totaal zijn het er 28, beginnende met Wilhelmus Isfordink.
Zoals de historie van veel Nederlandse kerken is die van Batenburg er ook een van vallen en opstaan. Aan de dikke pilaren - met gemarmerde omtimmering - is af te lezen dat het gebouw beduidend groter moet zijn geweest. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog maaide in 1600 een bombardement de toren weg en brandde het koor achter het altaar af. Vandaar dat het schip nu vierkant is, wat trouwens de intimiteit van de kerk met zijn zachtgroene banken ten goede komt.
De huidige toren lijkt uit het groenbeslagen dak te groeien. Hij is wel massief, maar niet hoog. Op de zijgevel vormen muurankers het jaartal 1612. Boven de zijdeur staat 1714. Het bord naast de hoofddeur heeft het over twee diensten op zondag. Dat is er inmiddels eentje om de veertien dagen. De rijen dunnen uit.
In 1978 verkocht de kerkraad het gebouw aan de Stichting Oude Gelderse Kerken. Van de Bovenkamp: 'Een erg verstandige zet. De restauratie kostte bijna twee miljoen. Dat had deze kleine gemeenschap nooit kunnen opbrengen.'