Oude havik werd vredesduif
Het spandoek van de campagne van de rechtse Israëlische oppositieleider, Ariel Sharon, is zo vastgemaakt dat het aan de andere kant van de grens, in Libanon, goed te zien is....
Likud-leider Ariel Sharon, bijgenaamd Arik, bezoekt de Israëlische landbouwcoöperatie Zarit, pal aan de Libanese grens, als onderdeel van zijn campagne voor de premiersverkiezingen die op 6 februari worden gehouden. Hij staat al weken ver voor op de huidige premier, Ehud Barak, van de Arbeidspartij en voelt zich zeker genoeg van zijn zaak om de grens met Libanon aan te doen. Barak heeft immers vorig jaar mei Israël eindelijk teruggetrokken uit het Libanese moeras, waar het sinds Sharons invasie van 1982 in vastzat.
Barak en de linkse partijen die hem steunen, proberen het publiek eraan te herinneren dat Sharon in zijn lange militaire en politieke carrière keer op keer voor kostbare avonturen of regelrechte rampen heeft gezorgd. De slogan van de linkse Meretz-partij luidt: 'Sharon, Libanon, rampzalig. . .'
Hoewel Sharon voorstaat in de peilingen, zien zijn campagnevoerders het als hun belangrijkste taak het publiek te verzekeren dat hij met zijn verwachte harde optreden stabiliteit kan brengen zonder nieuwe conflicten uit te lokken. De Likud-leider profiteert van het gevoel onder veel Israëli's dat ook Baraks aanpak tot conflicten heeft geleid. De Palestijnse intifada woedt nog altijd voort, het vredesproces zit in een impasse en Barak krijgt nauwelijks lof voor zijn geslaagde terugtrekking uit Libanon.
David Ouzana, wiens huis pal tegenover de grens staat in Zarit, is een oude kennis van Sharon en lid van het bestuur van diens Likud-partij. Hij zegt meer vertrouwen te hebben in Sharon dan in Barak als het erom gaat de stabiliteit van de noordgrens te garanderen. 'Arik heeft ervaring. Hij heeft geleerd van de fouten die hij in het verleden heeft gemaakt, ook van de invasie van Libanon.'
Ouzana is een enthousiaste aanhanger van Sharon. 'Ik heb onder hem gediend tijdens de Jom Kipoer oorlog in 1973, het is een prachtvent.' Ondanks zijn Likud-lidmaatschap heeft Ouzana bij de vorige verkiezingen, in 1999, op Ehud Barak gestemd en niet op de toenmalige Likud-premier, Benjamin Netanyahu. 'Ik heb een hekel aan Netanyahu, dat is een leugenaar. Voor hem wilde ik me niet inzetten, voor Arik wel.'
De 72-jarige Sharon heeft iets gemoedelijks . Als hij uit zijn lange, gepantserde, grijze Cadillac stapt, omgeven door veiligheidsmensen, klinkt er meteen vriendelijk gelach en gegrinnik om zijn grappen. In het huis van Ouzana gaat hij om de tafel zitten met Likud-vertegenwoordigers uit de noordelijke Israëlische grensstreek, wat in Israël de confrontatielijn wordt genoemd.
Sinds de terugtrekking van de Israëlische troepen uit Libanon in mei is er nauwelijks meer sprake van confrontatie langs dat deel van de grens. 'Er is vorige maand nog een schot gelost op dit huis vanuit Libanon', zegt Ouzana. Dat zinkt echter in het niet bij de frequente artilleriebeschietingen over en weer waar het gebied tot mei vorig jaar mee had te kampen.
Sharon wil geen kritiek leveren op de terugtrekking uit Libanon, waar hijzelf de troepen bijna twintig jaar geleden naar binnen stuurde.
'Ik had zelf al lang gezegd dat de troepen daar weg moesten', zegt hij. 'Ik heb geen probleem met de terugtrekking, maar wel met de schandelijke manier waarop premier Barak die heeft uitgevoerd. Dat heeft ernstige gevolgen gehad voor onze relaties met de Arabische landen en voor de onderhandelingen met de Palestijnen', vertelt Sharon de inwoners van Noord-Israël.
De Likud-leider ziet zichzelf als de ideale kandidaat, zowel om de rust te herstellen in de Palestijnse gebieden als om vrede en veiligheid te brengen. 'De Arabieren weten waar ik voor sta, dat ik meen wat ik zeg. Dat stellen ze op prijs want dan weten ze waar ze aan toe zijn.'
Op het dakterras van David Ouzana's huis kijken zijn 12-jarige tweelingdochters, Hadas en Einav, uit over de rotsachtige heuvel waar de Libanese grens loopt. 'Ze schreeuwen soms nare dingen naar ons, dat is eng', zegt Einav over de Libanese buren.
'We hoeven dan wel niet meer de schuilkelders in omdat er beschietingen zijn', zegt Hadas, 'maar ik vind het nu enger, nu ze zo dichtbij zijn.'
Davids vrouw Badia is het daar mee eens. Ze vindt dat Barak had moeten onderhandelen over een goede veiligheidsregeling langs de grens voordat hij de troepen terugtrok. 'Dat had Arik anders gedaan.'