nieuwsverkiezingen Oostenrijk
Oud-kanselier favoriet in verkiezingen Oostenrijk ondanks val van zijn coalitie na Ibiza-schandaal
De Oostenrijkse conservatief Sebastian Kurz blijft verbazen. Hij is niet alleen nog heel jong maar hij lijkt nu al een politicus met meerdere levens. Hij begon eind 2017 op zijn 31ste aan een gewaagd avontuur door kanselier te worden van een coalitie met de rechts-populistische FPÖ. Deze samenwerking ging afgelopen mei ten onder in een schandaal. Toch gaat Kurz weer ruim aan kop in de peilingen voor de verkiezingen van zondag. Ogenschijnlijk onaantastbaar en onverstoorbaar.
Oostenrijk is een klein land met 8,8 miljoen inwoners, ingeklemd tussen de machtige noorderbuur Duitsland met zijn Teutoonse zwaarmoedigheid en de speelse zuiderbuur Italië met zijn politieke commedia dell’arte. Wat er gebeurt, veroorzaakt doorgaans geen rimpelingen elders. Desondanks is het geen land in de luwte.
Alle spanningen die in de rest van Europa voelbaar zijn, doen zich ook hier voor, soms in versterkte mate. Tijdens de vluchtelingencrisis kreeg Oostenrijk de volle laag als toegangspoort tot Noordwest-Europa en zag het zich gedwongen de oude Habsburgse banden met Zuidoost-Europa te reactiveren om de Balkanroute af te sluiten. Als een van de eerste lidstaten van de Europese Unie kreeg het te maken met een sterke populistische beweging die ageerde tegen immigratie, islam, elites en de EU. Niet zelden fungeert Oostenrijk als proeftuin in een Europa waar oude volkspartijen krimpen, nieuwe bewegingen opkomen, onorthodoxe politici breken met tradities en parlementen versplinteren.
In dat voortdurend veranderende krachtenveld toont Kurz zich een lenige politicus. Hij maakte van zijn christendemocratische ÖVP een beweging, veranderde de partijkleur van zwart in turquoise en mobiliseerde jonge vrijwilligers die vanuit pop-up offices streven naar vernieuwing van het uit de vorige eeuw stammende politieke bestel. Zo modern allemaal dat Kurz ook wel ‘de Macron van de Alpen’ wordt genoemd.
Tegelijkertijd is hij naar rechts opgeschoven op het gebied van immigratie en integratie. Als onderminister voor Integratie stond hij nog als progressief bekend. Oostenrijk moest een modelsmeltkroes worden. Maar in de vluchtelingencrisis van 2015/2016 begon hij ideeën over te nemen van de FPÖ. Voor sommige critici is hij nu ‘een Orbán-in-de-dop’ .
In beton gegoten scheiding
De Hongaarse premier en de Franse president zijn tegenpolen, om met beiden te worden vergeleken zegt veel over het fenomeen-Kurz en de hedendaagse politiek. De oude, in beton gegoten scheiding tussen links en rechts is er niet meer, jonge politici als Kurz (33) en de sociaaldemocratische Deense premier Mette Frederiksen (41) tonen zich ideologisch wendbaar en winnen daarmee verkiezingen.
Kurz ligt in de peilingen met 34 procent ver voor op de sociaaldemocratische SPÖ (23 procent) en de FPÖ (20 procent). Hij weigerde in 2017 in navolging van andere West-Europese landen de rechtspopulisten in de ban te doen, ging een coalitie aan met ze, maar zag dat experiment al na achttien maanden stranden vanwege een video, waarin FPÖ-leider en vicekanselier Heinz-Christian Strache zich in een villa op Ibiza bereid toonde Oostenrijkse belangen in de uitverkoop te doen in ruil voor Russisch oligarchengeld. Het schandaal betekende het einde van Kurz’ regering maar niet van Kurz zelf.
Zijn coalitie stortte in, er kwam een waarnemende regering maar hij herrees uit de brokstukken met zijn gepommadeerde haar nog strak intact. Met die 34 procent in de polls staat hij zelfs op een winst van 2,5 procent in vergelijking met zijn verkiezingsoverwinning in 2017. De sociaaldemocraten verliezen 4 procent, de FPÖ 6 procent. De ruk naar rechts die Oostenrijk na de vluchtelingencrisis maakte, is blijkens de peilingen tamelijk schokbestendig. Zelfs de FPÖ is als gevolg van Ibizagate niet helemaal weggevaagd en strijdt met de sociaaldemocraten om de tweede plaats.
Kurz voelt de stemming in zijn land, land waar een op de vijf bewoners een buitenlandse achtergrond heeft, haarfijn aan. Hij is voor strengere taaleisen voor immigranten en wil hun toegang tot de verzorgingsstaat bemoeilijken. Hij coöpteert zo rechts-populistische thema’s in een poging kiezers weg te trekken bij de populisten. Daar is hij redelijk in geslaagd.
Eurofobie van de FPÖ
In 2017 was de FPÖ in de peilingen even de eerste partij van Oostenrijk, maar Kurz boog die trend om, drong de populisten terug naar de derde plaats en won de verkiezingen in dat jaar. Anderzijds stelde hij zich als kanselier nadrukkelijk pro-Europees op, distantieerde hij zich van de eurofobie van de FPÖ, stofte hij zijn ÖVP af en trok hij jongere kiezers aan.
Kurz lijkt ervan uit te gaan dat het populisme niet snel zal verdwijnen. Als een dompteur probeert hij het te bezweren door de ene keer er dicht tegenaan te kruipen en de andere keer er afstand van te nemen. Het is een geraffineerd spel, waarbij hij in mei als gevolg van Ibizagate een knauw opliep, maar inmiddels gewoon weer favoriet is voor de verkiezingszege. En niet de sociaaldemocraten, die weigeren te winkelen in het populistisch gedachtegoed.
Als Kurz wint, is de volgende vraag met wie hij gaat regeren. De FPÖ, sinds kort onder leiding van de voormalige presidentskandidaat Norbert Hofer, wil een herkansing, maar Kurz is daar niet voor. Zestig procent van de Oostenrijkers vindt de populisten niet geschikt om te regeren. Terug naar de Grote Coalitie van ÖVP en SPÖ kan ook, maar van dat decennialange coalitiekartel wil Kurz de vernieuwer juist af. Hij heeft een voorkeur voor de Groenen, die in het kielzog van de klimaatdiscussie de wind weer mee hebben. Het zou na zijn coalitie met de populisten het ultieme bewijs van Kurz’ ideologische elasticiteit zijn, maar waarschijnlijk komen voor die optie zetels te kort. Dat probleem kan worden opgelost door een driepartijencoalitie met de liberale Neos-partij aan te gaan, maar die combinatie is inhoudelijk moeilijk te realiseren.
Het avontuur met Kurz als politieke pionier in een onbestendig Europa lijkt nog lang niet voorbij.