Vier vragen
Opvallende stijging stamceldonoren na oproep ongeneeslijk zieke perschef PSV. Wie kunnen daarmee worden geholpen?
Na een emotionele oproep van perschef Thijs Slegers van voetbalclub PSV, die leukemie heeft en is uitbehandeld, hebben zich 3.200 nieuwe stamceldonoren gemeld. Hoe gaat donatie in zijn werk en hoeveel zoden zet het aan de dijk? Vier vragen.
Wat is stamceldonatie?
Stamcellen zijn in feite onvolwassen cellen. Ze kunnen zich nog ontwikkelen tot verschillende soorten cellen en worden aangemaakt in het beenmerg. In bloed ontstaan continu nieuwe cellen, zoals rode en witte bloedcellen, die voortkomen uit bloedstamcellen.
Bij mensen met leukemie, ook bekend als bloedkanker, gaat er iets fout in de ontwikkeling van bloedstamcellen naar gewone bloedcellen. Het erfelijke materiaal van de bloedstamcel is beschadigd, waardoor de groei misloopt. Daardoor kunnen patiënten infecties, bloedingen en zuurstofgebrek krijgen.
De eerste behandeling is meestal chemo- of radiotherapie. Maar het kan zijn dat die niet aanslaat. In zo’n geval kan een stamceltransplantatie uitkomst bieden. De aanmaak van stamcellen in een patiënt wordt zo min of meer gereset.
Via een grote dosis chemo- en radiotherapie maken artsen het eigen beenmerg van de patiënt onherstelbaar kapot. Daarna krijgt iemand stamcellen toegediend van een donor en bouwt het beenmerg en het immuunsysteem zich in de loop van een paar weken weer op.
Hoeveel stamceldonoren zijn er?
In acht jaar tijd is het bestand van donoren ongeveer vijf keer zo groot geworden, blijkt uit cijfers van Matchis, de stichting die de donatie van stamcellen regelt. Inmiddels zijn er bijna 400 duizend potentiële donoren in Nederland.
Sinds donderdag zijn er 3.200 mensen bijgekomen, zegt woordvoerder Bert Elberse van Matchis. Toen maakte Thijs Slegers, de perschef van voetbalclub PSV, bekend dat hij is uitbehandeld voor zijn leukemie. Een stamceldonatie had niet geholpen. In een emotionele oproep vroeg hij anderen zich aan te melden als donor. Waar normaal gesproken 70 procent van de donoren vrouw is, is het onder de aanmeldingen sinds donderdag andersom: ongeveer driekwart is man.
Hoewel er dus in algemene zin al jaren sprake is van een stijging van het aantal donoren, is de hoeveelheid aanmeldingen sinds donderdag opvallend. ‘Sinds 2018 hebben we niet meer zo’n snelle stijging gezien', zegt Elberse.
Ook toen speelde het voetbal een rol. De Duitse spits Lennart Thy, destijds speler van VVV, miste een wedstrijd omdat hij was opgeroepen om stamcellen te doneren. Zijn verhaal werd in de media breed uitgemeten. Elberse: ‘Vaak slaan persoonlijke en authentieke verhalen aan en zie je dat het aantal donoren toeneemt als die in de media komen.’
Wat levert het aantal extra donoren sinds donderdag op?
Dat is moeilijk exact te zeggen. De kans op een match is sowieso heel klein: het weefseltype van de patiënt moet redelijk precies overeenkomen met de donor. Maar hoe meer donoren er zijn, hoe groter de kans dat er ergens een match wordt gevonden. Elke aanmelding is dus van belang.
Factoren die van invloed zijn op het maken van een match, zijn onder meer afkomst, geslacht, leeftijd en overeenkomsten in dna. Van de ongeveer 600 patiënten in Nederland die jaarlijks in aanmerking komen voor stamceldonatie, krijgt eenderde stamcellen van een familielid. Als dat geen match oplevert, wordt gekeken naar iemand uit de donordatabase.
In 2022 bleek dat 247 Nederlanders van de bijna 400 duizend ingeschrevenen een match waren voor een patiënt. Dat maakt de kans zo’n 0,06 procent dat je in een willekeurig jaar wordt opgeroepen om je stamcellen te doneren.
Stamcellen van donoren worden overigens niet alleen in Nederland gebruikt. 90 procent van de patiënten die Nederlandse stamcellen krijgen, bevinden zich in het buitenland. Andersom krijgt zo’n 90 van de Nederlandse patiënten stamcellen uit het buitenland.
Hoe gaat donatie in zijn werk?
Wie zich aanmeldt bij Matchis, krijgt eerst een online vragenlijst. Je moet bijvoorbeeld tussen de 18 en 55 jaar oud zijn, en mag niet te dik en niet te dun zijn: een BMI tussen de 18 en 30 is een voorwaarde. Voldoe je daaraan, dan krijg je een aantal wattenstaafjes thuisgestuurd, waarmee een potentiële donor wangslijm afneemt. In het lab stellen onderzoekers dan het weefseltype vast.
Vervolgens is het wachten. De meeste donoren worden nooit opgeroepen. Gebeurt dat wel, dan zijn er twee manieren om stamcellen te donoren. De eerste manier is via bloed. Een donor krijgt een aantal dagen een medicijn ingespoten waardoor die meer stamcellen aanmaakt, die ook in de bloedbaan terechtkomen. Vervolgens wordt dat bloed weer afgetapt en via een infuus aan de donor gegeven.
De tweede manier is iets ingrijpender. In het bekken wordt onder narcose beenmerg afgenomen. Daarna krijgt een patiënt dat weer via een infuus toegediend. Na beide vormen van donatie kan wat vermoeidheid optreden bij de donor, onder meer omdat er nieuwe stamcellen moeten worden aangemaakt.
De gekozen methode is bijvoorbeeld afhankelijk van de leeftijd en de ziektevariant die een patiënt heeft. Een kind krijgt vaker beenmerg dan bloed. Gedoneerd bloed bevat bovendien meer witte bloedcellen, waardoor de kans op afstoting groter is. Maar het bevat ook meer stamcellen. Daardoor kan de behandeling sneller aanslaan.