Oprichting nieuwe school onmogelijk gemaakt
Bestaande scholen en gemeenten verzetten zich tegen de komst van nieuwe middelbare scholen. Dat maakt het oprichten van een school in Nederland vrijwel onmogelijk. 'De vrijheid van stichting bestaat niet meer.'
Sinds 2004 zijn er in Nederland slechts vijf nieuwe middelbare scholen begonnen door besturen die nog niet in een regio actief waren, blijkt uit cijfers die de Volkskrant heeft opgevraagd bij de Dienst Uitvoering Onderwijs van het ministerie van Onderwijs. Zeven andere nieuwkomers hebben toestemming van het ministerie. Zij starten later dit jaar of wachten tot de gemeente een huisvestingsbesluit neemt.
Vernieuwing
'Dat is bijzonder weinig', zegt Paul Zoontjens, hoogleraar onderwijsrecht aan Tilburg University. 'De overheid stelt zulke zware eisen aan nieuwe scholen, dat vrijwel niemand eraan kan voldoen. Feitelijk bestaat de vrijheid van stichting niet meer.'
Volgens Ben Mom van de Verenigde Bijzondere Scholen, waarbij 236 schoolbesturen zijn aangesloten, is dat slecht voor het onderwijs. 'Er is altijd vernieuwing nodig', zegt hij. 'En vernieuwing komt eerder van nieuwkomers dan van bestaande besturen.'
De vrijheid van stichting ligt vast in artikel 23 van de Grondwet, die de vrijheid van onderwijs regelt. Wie het ministerie van Onderwijs ervan overtuigt dat er voldoende behoefte is aan een nieuwe school - wat niet makkelijk is - krijgt toestemming om van start te gaan. De gemeente moet dan binnen vijf jaar voor een pand zorgen of geld voor huisvesting beschikbaar stellen.
Dwarsliggende gemeenten
Gemeenten liggen echter dikwijls dwars, zegt Misha van Denderen, voorzitter van de Stichting voor Persoonlijk Onderwijs (SvPO). Die stichting begon de afgelopen jaren scholen in Kapelle en Hardegarijp en probeert in vijf andere gemeenten voet aan de grond te krijgen. 'Overal is sprake van weerstand', zegt Van Denderen. 'Gemeenten vrezen dat bestaande scholen minder leerlingen trekken door de komst van een nieuwe school.'
Die vrees lijkt vooral buiten de grote steden terecht. 'Komt er ergens een school bij', zegt hoogleraar Zoontjens, 'dan moet elders een school krimpen of verdwijnen. Ik kan me voorstellen dat bestaande scholen en gemeenten daar huiverig voor zijn.'
Gemeenten en scholen tekenen beroep aan tegen besluiten van het ministerie, vertragen procedures en stellen de definitieve beslissing over de huisvesting uit tot het laatste moment, zegt Van Denderen. Zo kreeg de SvPO al in 2009 toestemming van het ministerie om nieuwe scholen in Geldermalsen en Harderwijk te beginnen. Pas in december 2014, vlak voor het verlopen van de wettelijke termijn, lieten beide gemeenten weten dat er geen gebouw beschikbaar komt, maar een geringe huisvestingsvergoeding per leerling.
Te kort
Met die kennis moet de SvPO vóór 1 augustus van start. Zeven maanden is echter te kort om een school te starten, zegt Van Denderen. 'We moeten een gebouw regelen, het bestemmingsplan wijzigen, personeel aanstellen, leerlingen werven. De gemeenten hopen dat dat niet lukt en dat de minister besluit dat ons recht op bekostiging vervalt.'
In een schriftelijke reactie ontkent de gemeente Harderwijk de procedure te hebben vertraagd. 'We hebben het conform de termijn in behandeling genomen en er heeft besluitvorming hierover plaatsgevonden', aldus een woordvoerder. Of Harderwijk zit te wachten op de nieuwe school, wil hij niet zeggen.
Cor van Tilborg van de gemeente Geldermalsen erkent dat de SvPO lang heeft moeten wachten. Volgens de beleidsambtenaar waren er geen geld en geen locatie beschikbaar om een pand voor een nieuwe school neer te zetten. Een bestaand pand was er evenmin.
Lastig
In 2012 concludeerde de Onderwijsraad al dat het lastig was om nieuwe scholen te stichten. De raad pleitte voor een systeem van richtingvrije scholenplanning, waarbij levensbeschouwing minder zou tellen. Het moest ook mogelijk worden scholen te stichten op basis van didactische visie.
Staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker zei eerder de mogelijkheden van richtingvrije scholenplanning te willen onderzoeken. Hij zal daarbij ook naar huisvestingsproblemen kijken, aldus een woordvoerder. Dekker wil de Kamer nog voor de zomer informeren op welke punten de wet volgens hem gewijzigd moet worden.