Opgepoetste keizerlijke glorie en soms nog een Ossi-maaltijd

Het was de plek waar DDR-burgers in vakbondsverband vakantie vierden, maar wandelend over de glanzende promenade aan de kust is daar weinig meer van te merken....

Merlijn Schoonenboom

Steffi (29) wordt even nostalgisch, daar op de glanzend gerenoveerde promenade van het eiland Usedom. Goed, het is nu natuurlijk allemaal veel mooier geworden. De keizerlijke villa’s zijn weer opgebouwd, de toeristenstromen zijn toegenomen over dat wat ze trots de ‘langste promenade van Europa’ noemt.

Maar zij kwam hier als kind al, iedere zomer naar het ‘Duits-Tsjechische vriendschapskamp’. Het zag er toen een stuk grauwer uit, ‘maar het was er eigenlijk best leuk’. Een keuze was er ook niet; een DDR-burger kon niet naar Thailand of de Nederlandse Noordzee. Hij had alleen de Oostzeekust, en trok in communistisch vakbondsverband naar de eilanden.

Vandaag, op de promenade bij het dorpje Ahlbeck tegen de Poolse grens, oogt het echter alsof de 20ste eeuw er nooit is geweest. Enorme villa’s in zogeheten badarchitectuur, met anachronistische namen als Villa Germania, verrijzen langs het water. Ze zien eruit alsof ze net zijn gebouwd, en roepen de tijd op van het 19de-eeuwse Duitsland van Bismarck, Wagner en Fontane, de tijd voor de wereldoorlogen.

Zet echter één stap verder van de kust weg, en je ziet de andere kant van het eiland. Een oude stal is omgebouwd tot dorpsdisco, ruïnes uit de Keizertijd staan naast een paar döner-snackbars. In Ahlbeck is een kerkhof voor Sovjet-soldaten. Verder richting het noorden staan vooral huisjes uit de DDR-tijd.

Het tekent de situatie op Usedom, het meest oostelijke eiland van de Duitse Oostzeekust. Qua populariteit is er in eerste instantie niet eens zo veel veranderd op het eiland; alleen dat het meer is geworden. Het bezoekersaantal is met 1,2 miljoen bezoekers nu drie keer zo groot als in DDR-tijden. Maar er is meer aan de hand. Niet alleen is de historische architectuur voor een astronomisch bedrag van voornamelijk West-geld gerenoveerd, ook is dit gebied voor veel Duitse bezoekers zelfs relatief nieuw terrein te noemen.

Zoals voor Berlijner Matthias (42), die af en toe een weekend overkomt. Van nostalgie is bij hem geen sprake. Integendeel: de vis die hij gisteravond kreeg, zegt hij grinnikend, dat ‘was toch echt Ossi-voedsel’, en dan had de vrouw achter de balie hem om zeven uur ook nog eens gezegd dat hij snel moest beslissen, want ze wilde sluiten. Het is duidelijk: Matthias, die oorspronkelijk uit Frankfurt komt, is één van het groeiend aantal ‘West-Duitsers’ op het eiland.

Ook op de promenade kan je daarom weer even de oude grenslijnen tegenkomen. Geconcentreerder dan op dit eiland, met drie uur rijden het dichtstbijzijnde Oostzee-eiland bij Berlijn, krijg je de geschiedenis van Duitsland immers niet zo snel opgediend.

Het eiland is onderdeel van de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern, en hier voltrekt zich één van de meest paradoxale ontwikkelingen van de Duitse eenheid. Aan de ene kant heeft deze nieuwe deelstaat te maken met schrikbarende leegloop. De weg van de hoofdstad naar de eilanden voert door mooie, uitgestrekte natuurgebieden, maar veel dorpen zijn treurig leeg. Ruïnes staan verlaten langs de kant van de weg, de werkloosheid is zo hoog dat veel jonge mensen naar de stad vertrekken.

Aan de andere kant is Mecklenburg de ‘shooting star’ van het Duitse laagland, zoals men het bij het Duits verkeersbureau noemt. Hier is de sterkste toename te zien van Duitsers die in eigen land vakantie vieren. Het merendeel van de bezoekers komt uit het oosten van Duitsland, maar ook de voormalige ‘Wessi’s’ blijken opnieuw naar de Oostzeekust te trekken.

In de toeristenbranche jubelt men zelfs van een ‘herontdekking’ van de oostelijke kustlijn. In feite treden de hedendaagse Duitsers op Usedom namelijk in de voetsporen van de Duitse keizer. Wilhem II, de man die zich in de Eerste Wereldoorlog stortte, verklaarde het dorpje Heringsdorf op Usedom eind 19de eeuw zelfs tot zijn vakantieoord.

In het kielzog van zijn vader Wilhelm I trok de complete Berlijnse elite naar het eiland. De ‘badkuip van Berlijn’ werd het toen genoemd. De promenade van Usedom langs de drie voormalige vissersdorpjes Heringsdorf, Bansin en Ahlbeck is er het resultaat van. Anno 2010 oogt dit deel van het eiland daarom nog steeds ‘pittoresk-historisch’.

Of beter gezegd: opnieuw. De kustlijn is in een jarenlange operatie weer opgepoetst. Een goed voorbeeld is Villa Oppenheim in Heringsdorf. Eind 19de eeuw was dit de luxe eilandwoning van de joodse bankier Benoît Oppenheim, in de Tweede Wereldoorlog zat de SS er, en in de DDR Russische officieren. Na 1990 kregen de erfgenamen van de oorspronkelijke eigenaars het huis terug en knapten het op.

Alle kaarten worden in dit deel van het eiland op de keizerlijke glorie gezet. Heringsdorf, Bansin en Ahlbeck worden nu, alsof er niets is gebeurd, de ‘drie Keizersbaden’ genoemd. Gepoogd wordt de oude gebouwen van binnen met moderne wellness te vullen, nieuwe hotels mogen niet te modern detoneren.

Maar achter de glimmende promenade ligt gewoon nog de realiteit van Mecklenburg. Hier zijn uitgestrekte bossen en merengebieden, grijze dorpjes. Bezoekster Steffi noemt dit het ‘contrastprogramma van Usedom’. Bij het plaatsje Karlshagen ligt haar communistische jeugdkamp er bijvoorbeeld volledig vervallen bij. Een plakkaat in een ander dorp wijst er op dat hier dwangarbeiders in de Tweede Wereldoorlog omkwamen bij een bomaanval. In het achterland vieren nog steeds de meeste Oost-Duitsers hun vakantie, zoals dat voor 1989 ook al zo was.

Bezoeker Matthias reist daarom liefst nog een stuk verder, als hij tijd heeft. Zoals naar het buureiland Rügen, het eiland met de beroemde krijtrotsen, die Caspar David Friedrich geschilderd heeft. Matthias zegt: ‘Op Rügen zie je het verleden minder.’

Berlijner Eric, ook een frequent bezoeker, ziet het probleem niet zo. Op het eiland komen een nieuwe en een oude eilandgeneratie samen, zegt hij. ‘De oudere generatie in de horeca heeft decennialang weinig hoeven doen om klanten te trekken. Bezoekers kwamen toch wel, de vakbond regelde alles. Bij de nieuwe generatie in de restaurants zie je een andere, moderne mentaliteit.’

Meer contrast, zegt hij, toont zich vijf minuten fietsen in oostelijke richting, over de grens met Polen, in het dorp Swinemünde. Na de oorlog moesten de Duitsers Oost-Pruisen aan Polen afstaan. In het bos naast Ahlbeck staan de grenspalen kleurig naast het fietspad, maar in feite is de grens pas sinds 2007 zonder moeite te overschrijden.

Qua architectuur oogt alles hier even keizerlijk als Ahlbeck, maar de ontwikkeling sinds 1990 is anders gelopen. Minder villa’s zijn gerenoveerd, en overal hangen reclameposters. ‘Het Poolse deel heeft nu eenmaal minder geld gekregen na 1990’, zegt Eric fijntjes; ‘En ze hebben lang niet geweten of ze er echt zouden mogen blijven.’

Eric vindt de contrasten op Usedom er juist bij horen. Zoals dat nu eenmaal soms gaat in Duitsland, waar je zelfs op een ‘gewoon’ strandeiland nog een soort archeologie van de 20ste-eeuwse geschiedenis kan bedrijven.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden