INTERVIEW

'Opeens pakte hij mijn hand en ging daarmee onder zijn pij'

Broeder Delphinus nam de jongen mee uit fietsen langs de boeren. Een eer, tot de priester hem ging betasten. Omdat hij nu de enige klager is, kreeg hij geen erkenning.

Peter de Graaf
De Heibloemseweg bij Helden in Limburg. In dit gebied werd Piet Verhaegh (71), die zelf niet op de foto wil, in zijn jeugd misbruikt door een priester. Beeld Mike Roelofs
De Heibloemseweg bij Helden in Limburg. In dit gebied werd Piet Verhaegh (71), die zelf niet op de foto wil, in zijn jeugd misbruikt door een priester.Beeld Mike Roelofs

'Formeel snap ik het. Ik weet hoe het juridisch werkt', zegt Piet Verhaegh (71) uit Deurne. 'Maar het geeft ook een gevoel van onrechtvaardigheid. Anderen hebben het geluk gehad, als je dat zo mag zeggen, dat ze met meerdere slachtoffers van dezelfde priester waren. Ik was kennelijk de enige die door broeder Delphinus is misbruikt. Nou ja, mijn oudere broer is het ook overkomen, maar die is al overleden.'

Verhaegh, gepensioneerd planner/capaciteitsbeheerder bij een grote kabelfabriek in Venlo, heeft enkele jaren geleden een klacht ingediend bij het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK. 'Ik begeleidde in de zomer van 1956 broeder Delphinus bij zijn rondgang op de fiets langs de boeren in het buitengebied in Helden. Daar was ik best trots op. Ik was 12 en kende de omgeving goed. Mijn ouders kregen zelfs een financiële vergoeding voor mijn diensten', vertelt hij.

'Op een zekere dag, het was mooi weer, gingen we aan een bosrand even zitten om uit te rusten. Opeens pakte hij met zijn handen mijn kruis en begon spelende bewegingen te maken. Snel daarna zat hij in mijn broek. Ik zei dat ik daar niet van gediend was, maar hij vond dat het moest kunnen. Hij wilde ook dat ik het bij hem deed. Ik weet nog dat ik schrok van de grootte van zijn geslachtsdeel.'

Herhaalde ontucht

Volgens Verhaegh gebeurde er de volgende dagen verder niets meer, voor zover hij zich kan herinneren, maar in de zomer van 1957 herhaalde de ontucht zich. 'Ik ging weer een weekje met hem mee en al op de eerste dag werd er op een rustig plekje over en weer gestreeld. Hij stak zijn handen onder mijn kleren en moedigde mij aan hetzelfde te doen. Daarna vervolgden we onze weg. Er werd verder niet over gesproken.'

De volgende dag ging het misbruik verder, aldus Verhaegh. 'We zaten te wachten in een café in Panningen, waar hij om geld voor zijn orde ging vragen. Opeens pakte hij mijn hand en ging daarmee onder zijn pij. Ik moest hem strelen en voelde dat het vochtig en plakkerig was. Kennelijk schrok ik zo zichtbaar dat hij mij geld beloofde als ik door zou gaan met strelen. Achteraf denk ik dat ik bezig was om hem te bevredigen.'

Verhaegh heeft het nooit aan zijn ouders verteld ('ze zouden me niet geloven') en later ook niet aan zijn vrouw en kinderen. Pas na zijn scheiding, na een huwelijk van 38 jaar, durfde hij zijn verhaal te doen aan zijn nieuwe vriendin. Dat was nadat de misbruikaffaire in de katholieke kerk vijf jaar geleden in volle hevigheid en omvang was losgebarsten.

Excuses

Met zijn vriendin sprak hij 'een route' af in welke volgorde hij het zijn naasten zou vertellen. 'In familiekring werd toentertijd al veel gesproken over het misbruik in de katholieke kerk. Dat vond ik nog het moeilijkst, om mijn kinderen, broer en zus te vertellen: het is mij ook overkomen. Via mijn zus kwam ik er vervolgens achter dat mijn oudere broer hetzelfde was overkomen bij broeder Delphinus. Dat heeft hij haar op zijn sterfbed verteld, zonder details te noemen.'

Broeder Delphinus, lid van de minderbroeders franciscanen in Weert, is in 1986 overleden. In de rechtszitting voor de klachtencommissie werden zijn belangen behartigd door de minister provinciaal van de franciscanen. De overste zei geen reden te hebben het verhaal van Verhaegh voor onwaar te houden, betreurde het misbruik en bood zijn excuses aan.

Op 20 september 2012 deed de klachtencommissie uitspraak: zijn klacht werd ongegrond verklaard wegens gebrek aan steunbewijs. 'Het is een elementair rechtsbeginsel dat iemand niet wordt veroordeeld op grond van één enkele verklaring', aldus de klachtencommissie. 'Waarmee overigens bepaald niet gezegd wil zijn dat de door klager gestelde feiten niet waar zouden zijn.' Volgens de commissie was hij zelfs 'zeer oprecht' overgekomen.

Dubbel gevoel

'Dat geeft best een dubbel gevoel', zegt Verhaegh. 'Ze geloven je, maar toch weer niet helemaal. Omdat ze geen steunbewijs hebben, is mijn klacht ongegrond verklaard. Ik sta er alleen voor, dat is mijn ongeluk. Ze zeggen: we geloven je, maar we kunnen er geen consequenties aan verbinden. Het is ja, maar toch nee. Dat is onrechtvaardig.'

Verhaegh heeft nog geprobeerd zijn zus te bewegen tot een schriftelijke verklaring over de laatste woorden van zijn oudere broer op zijn sterfbed. Dat zou dan als steunbewijs kunnen dienen. Maar na een aanvankelijke toezegging heeft zijn zus daar toch vanaf gezien. 'Ze wil er niets meer mee te maken hebben', verzucht Verhaegh.

Wat resteert, is een onbevredigend gevoel. Hij is opgelucht dat hij eindelijk na 56 jaar zijn 'geheim' heeft gedeeld met anderen. 'Ik vraag me nu ook wel af waarom ik het nooit eerder heb verteld. Ik heb het weggestopt. Ik voel me ook schuldig dat ik me destijds niet krachtiger heb verweerd tegen het misbruik en waarom ik het niet meteen tegen mijn ouders heb gezegd. Maar zo lagen de verhoudingen nu eenmaal destijds. De priester stond op een voetstuk.'

Gelovig

Erg veel last heeft hij er tijdens zijn leven niet van gehad, denkt hij. 'Ik ben een keer bij zo'n bijeenkomst van de commissie-Deetman geweest. Daar stonden mensen te huilen achter de microfoon. Die misbruikslachtoffers hebben het veel zwaarder gehad dan ik.'

Hij is nog steeds gelovig en kerkelijk. 'Een individu is ver over de grenzen heengegaan. Ook anderen hebben misschien misbruik gepleegd. Maar dat kan ik de kerk of de franciscanen niet aanrekenen.'

Hij juicht het toe als de kerk alsnog een gebaar maakt naar de slachtoffers van wie de klacht ongegrond is verklaard. Verhaegh: 'Nu zit je in zo'n schemerzone: ze geloven je wel, maar erkennen het leed ook weer niet. Als ik toch een vergoeding krijg, voelt het meer als een erkenning. Het geld wil ik aan een goed doel schenken.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden