Oorlogsdocumentatie

LOE DE JONG, de legendarische oprichter van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, was in 1988 klaar met zijn geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog....

De papieren van het instituut, her en der rondslingerend in een matig onderhouden herenhuis aan de Amsterdamse Herengracht, zouden dan kunnen worden opgeborgen in een daartoe meer geëquipeerde instelling als het Algemeen Rijksarchief.

Het Instituut werd echter niet opgeheven. Het beschikt zelfs over een nieuwe pand (aan dezelfde Herengracht) dat niet alleen beschikt over een Turks bad, maar ook over een moderne leeszaal en een keldercomplex waarin de archiefstukken veilig zijn.

Bovendien wist het RIOD een opdracht buiten zijn werkterrein binnen te halen: een onderzoek naar de aftocht van Dutchbat in Srebrenica.

Niettemin stelde de verantwoordelijke minister Ritzen terecht de vraag naar het wetenschappelijke bestaansrecht van een zelfstandig Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Op die vraag zijn twee antwoorden mogelijk. Het eerste is dat van De Jong, we zijn klaar, dus het instituut moet worden opgeheven. Het tweede antwoord is: we zijn niet klaar, want het werk van De Jong is niet het laatste woord over de bezetting.

De commissie-Kossmann, die Ritzen heeft geadviseerd over de toekomst van het RIOD, ontwijkt dit dilemma. Enerzijds stelt Kossmann dat onderzoek op het terrein dat De Jong reeds heeft afgegraasd weinig nieuwe gezichtspunten zal opleveren. De huidige RIOD-wetenschappers zijn tot nu toe niet uit de schaduw van De Jong getreden, hun onderzoek wordt door Kossmann afgedaan als 'individueel'. Anderzijds wil de commissie-Kossmann ook niet dat het RIOD moet worden omgesmeed tot een instituut voor hedendaagse geschiedenis.

Althans niet officieel. Want de facto wordt het terrein uitgebreid tot de periode van 1914 tot 1989, door de Britse historicus Hobsbawm kernachtig omschreven als the short twentieth century. Dat is een opportunistische tussenoplossing.

Het RIOD moet zichzelf blijven. Zijn bestaansrecht ligt in de tweede wereldoorlog. Er liggen honderden meters ongelezen archiefmateriaal. Nieuwe generaties historici zullen de geschiedenis van de tweede wereldoorlog steeds opnieuw herschrijven. Een taak waarvoor Hans Blom, de nieuwe directeur van het RIOD, geknipt lijkt. Hij immers was de eerste historicus die wees op de beperkingen van de 'in de ban van goed & fout benadering', die zo kenmerkend was voor het epos van De Jong.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden