Ook de Palestijnen moeten iets te verliezen hebben
Na elke Palestijnse aanslag gaan er in Israël stemmen op om de vredesonderhandelingen te staken. Maar volgens Amos Oz dient het vredesproces juist te worden bespoedigd....
ZELFS als blijkt dat het moordlustige geboefte inderdaad zijn instructies uit Damascus ontvangt, moeten we doorgaan met de vredesonderhandelingen. Sterker nog: dan moeten we meer vaart achter de onderhandelingen zetten, maar tegelijkertijd moeten we hen die ons pijn willen doen, pijnlijk treffen.
President Assad van Syrië kan dus kiezen uit twee opties:
a. Tijdens de onderhandelingen wordt niet geschoten, door Syrië noch door Israël;
b. Wel schieten, maar de onderhandelingen gaan niettemin door.
Van dat laatste zijn in de geschiedenis genoeg voorbeelden te vinden. Maar als Assad voor deze tweede optie kiest, moet hij niet de illusie hebben dat de Syrische kogels onbeantwoord zullen blijven.
Dit geldt ook voor Palestina: we praten met hen over een rechtvaardige, allesomvattende en duurzame vrede. Praten en niet schieten, of praten en wel schieten. Als Palestina doorgaat met Israël pijn te doen, zal Israël Palestina pijn doen, zonder de vredesonderhandelingen stop te zetten.
Dat laatste ligt echter een stuk gecompliceerder dan in het geval van Syrië, omdat Syrië een bestaande staat is en Palestina niet. We zouden het veel gemakkelijker hebben gehad als er een Palestina was geweest. Want nu kunnen deze moorddadige tegenstanders van vrede ongestoord hun terreurcampagne tegen ons voeren, en wij kunnen niets anders doen dan met politionele middelen tegen hen optreden. Dat wil zeggen, proberen de daders op te sporen, wat neerkomt op het zoeken van een speld in een hooiberg.
Het is onmogelijk een militaire aanval te doen op Palestijnse militaire en strategische doelen, want Palestina bestaat niet en er zijn geen militaire en strategische doelen, en bovendien zijn Hebron en Tul-Karem nog steeds door ons bezet. Met andere woorden, de krijgsmacht inzetten tegen een Palestijnse regering die niet bereid of in staat is het vredesakkoord uit te voeren kan niet, en er zit voor ons dus niets anders op dan in Hebron en Tul-Karem te volstaan met het inzetten van politie en ordetroepen.
Het is dus om verschillende redenen van het grootste belang dat er zo snel mogelijk een Palestijnse staat komt naast de staat Israël. In de allereerste plaats omdat ieder volk het onvervreemdbare morele recht heeft om in vrede in zijn eigen land te kunnen wonen.
Ten tweede omdat er met de vestiging van een Palestijnse staat naast Israël een gerede kans bestaat dat het afgrijselijke fanatisme zal verdwijnen of op zijn minst zal afnemen.
Ten derde omdat er een gerede kans bestaat dat een Palestijnse regering uit angst, de drang tot lijfsbehoud of uit andere overwegingen haar best zal doen deze moordenaarsbendes krachtig te bestrijden.
Ten vierde omdat een Palestijnse regering die niets doet om deze bloedige aanvallen op Israël te voorkomen, Israël het recht geeft Palestijnse doelen aan te vallen, zodat er een einde komt aan dit uitzichtloze kat-en-muisspel.
Wie zijn de Israëli's die het vredesproces willen stopzetten? Precies dezelfde mensen die altijd al tegen de onderhandelingen waren. Tot de intifada uitbrak, werden de Palestijnen beschouwd als horige werkezels, die dienst konden doen als bouwvakker, ober, of putjesschepper.
De tegenstanders van vrede hebben steeds hooghartig verkondigd dat het nergens voor nodig was om ook maar een centimeter grondgebied op te geven. Waarom zouden we ook? Alles is toch goed zoals het is nu, zowel voor ons als voor hen? Als we niet vergeten hen zo nu en dan een geldstuk toe te werpen, zullen ze niet alleen onze schoenen kussen, maar ze ook met alle plezier blijven poetsen tot het einde der dagen.
Sinds de intifada hebben deze grote geesten ons voortdurend voorgehouden dat 'hoe meer concessies we doen, hoe brutaler ze worden'. Zolang de Palestijnen hun lot met lijdzaamheid dragen, hoeven ze van ons niets te verwachten, behalve vernedering en uitbuiting. En als ze verzet plegen, zullen ze met harde hand worden onderdrukt.
De filosofie van deze morele autisten is te vatten in vier woorden: Geef ze ervan langs.
Palestijns extremisme? Verzoeningsgezindheid? Leed? Armoede? Terreur? Honger? Het uitzichtloze bestaan van dakloze vluchtelingen? Wat maakt het allemaal uit. Verkoop ze een flinke dreun en we zijn van ze af. Deze mensen zijn kennelijk vergeten dat we hen al heel lang de ene na de andere dreun verkopen: we hebben hun legers verslagen, hun land bezet, slachtingen aangericht in Kibya en Kfar Kassem, op de Tempelberg in Jeruzalem en in de grot van de aartsvaders in Hebron. We geven ze ervan langs, maar we zijn nog niet van ze af.
Het conflict tussen ons en de Syriërs is 'zwart-wit': Syrië is de agressor, Israël het slachtoffer van die agressie. We hebben de Syriërs ettelijke malen verslagen en grondgebied van hen veroverd, dat we niet zullen prijsgeven voor er met hen een vredesakkoord is gesloten. Zo is het met Egypte en Jordanië ook gegaan.
HET conflict tussen ons en de Palestijnen is niet 'zwart-wit'. Het is voornamelijk te wijten aan hun meedogenloze, extremistische leiders dat het Palestijnse volk alles is kwijtgeraakt wat het ooit had: zijn steden en dorpen, zijn huizen en zijn landbouwgrond, zijn identiteit, zijn zelfrespect en bovenal zijn vertrouwen in de toekomst. Met iemand die helemaal niets meer heeft, is het lastig ruzie maken, want hij is wanhopig en verbitterd en er is bijna niets meer waarmee je nog kunt dreigen.
Als een peuter zijn knie heeft bezeerd, heeft hij de neiging om er hard met zijn vuisten op te slaan om de pijn te stoppen, zodat het weggaat, ophoudt, weer overgaat.
Het probleem tussen ons en de Palestijnen brengt veel lijden met zich mee. Het is een diepe wond, en je kunt een wond nu eenmaal niet genezen door er tegenaan te trappen. Ze moet behandeld worden. De behandeling zal onaangenaam en pijnlijk zijn, en een chirurgische ingreep is niet te vermijden; enerzijds omdat het een uiterst gecompliceerde wond is, en anderzijds omdat wij door angst en kortzichtigheid alle pogingen haar te genezen jaar in jaar uit hebben gesaboteerd, zodat de wond inmiddels ontstoken is geraakt.
Ze zit vol pus en bloedt hevig. Het genezingsproces zal soms voorspoedig verlopen, dan weer stagneren. Er zullen goede dagen zijn en bar slechte dagen. Maar één ding moeten we geen moment vergeten: dat we eindelijk, na jaren van verdriet, vijandschap en dodelijk geweld het genezingsproces in gang hebben gezet, zij het voorzichtig. We moeten onze tanden op elkaar zetten en doorgaan met de behandeling. We hebben geen andere keus.
Voor de joden is het land van Israël hun enige vaderland. Voor de Palestijnen is Palestina hun enige vaderland. We zullen het moeten delen: van dit punt tot dat punt is het van ons, en van daar tot daar is het van hen. En indien nodig wordt er prikkeldraad gespannen, worden er mijnenvelden gelegd om ons van hen gescheiden te houden, tot de tijd komt dat onze ideeën en gevoelens veranderen.
De vestiging van een Palestijnse buurstaat is in het belang van de staat Israël, en bovendien zijn we er moreel toe verplicht, omdat alleen zo de poel van wanhoop en fanatisme kan worden drooggelegd, de broedplaats van blinde haat die hun en onze Goldsteins drijft tot hun terreurdaden. Opdat er weer vertrouwen in de toekomst zal zijn, voor hen en voor ons, want ons vertrouwen in de toekomst hangt af van het hunne.
En opdat er voor hen eindelijk ook iets te verliezen valt. Opdat ze zich voortaan twee keer bedenken.
Amos Oz is een Israëlisch schrijver. Zijn laatste boek verscheen in Nederland onder de titel De ware oorzaak van mijn grootmoeders dood (Uitg. Meulenhoff).
Amos Oz 1995
Vertaling Brigit Kooijman