Onze nationale trots: de huisarts

Bankiers hebben geen ander karakter dan huisartsen

Evelien Tonkens

Huisartsen als graaiende bankiers: dat lazen veel mensen in mijn column van vorige week. Huisartsen als ‘door financiën gedreven, graaiend ten koste van de argeloze burger en belastingbetaler. Ik herken mijzelf of mijn beroepsgroep hierin volstrekt niet’, betoogde Tim Linssen, voorzitter van de organisatie voor huisartsen in spe, LOVAH (Geachte redactie, 13 mei).

Dat artsen graaiers zijn, heb ik nooit betoogd. Als marktwerking ongebreideld doorzet, kunnen ze dat ooit worden. Het is geruststellend te denken dat bankiers van nature graaiers zijn en artsen van nature altruïsten. Maar helaas: ons gedrag hangt in hoge mate af van de wijze waarop de samenleving ons aanspreekt en aanstuurt. De artsen die ik citeerde (uit het proefschrift van Jolanda Dwarswaard) worstelen daarmee. Zij merken dat ze beïnvloed worden door de financiële prikkels waarmee marktwerking hen bestookt.

Reclamepraatje
Dat was ook de bedoeling, zoals Linssen memoreert: ‘Met de marktwerking in de zorg heeft de overheid beoogd dat dokters via financiële prikkels’ hun gedrag zouden veranderen. Alleen zouden ze ‘meer en betere zorg gaan leveren voor minder geld’. Een misleidend reclamepraatje waar veel mensen ingestonken zijn. (Of Linssen daartoe behoort laat hij in het midden). Het siert de artsen in het onderzoek van Dwarswaard dat ze hier zo open op reflecteren. Zo maakbaar zijn gedrag en samenleving dus. Stelselwijzigingen veranderen niet alleen verantwoordelijkheden en geldstromen maar ook streven en gedrag. Ook huisarts Hedwig Vos erkent ‘dat er specialistische verrichtingen worden verricht omdat dit geld oplevert.’ (Geachte redactie, 14 mei). ‘Maar nooit met als neveneffect dat de patiënt geschaad wordt.’ Hoe weet ze dat zo zeker? Ontkent ze dat splinters vaker met een boor verwijderd worden, met een medisch onnodige wond tot gevolg?

Ik zie ook liever artsen die onder alle omstandigheden medische motieven voorop stellen. Maar als ze dat niet doen, mogen we niet wegkijken. Linssen erkent het probleem eigenlijk wel: ‘Evident probleem is (..) dat meer verdienen in de zorg op dit moment (..) betekent: meer productie. Een kritische houding van artsen ten aanzien van nut en noodzaak wordt financieel afgestraft.’ Precies! Het stelsel stimuleert financieel lucratief onderzoek en behandeling. ‘Om huisartsen die hierin meegaan zo zwart te maken als Tonkens doet, is dus niet geheel verdiend’, vindt Linssen. Ik maak echter niet de artsen zwart, maar het stelsel. Plus de politici en kiezers die dit in het zadel hebben geholpen.

Hypocriet

Ook vindt Linssen mij hypocriet, want ‘als lid van de Raad van Toezicht van Meander Medisch Centrum heeft Tonkens ongetwijfeld ook meegedacht over hoe omzet en winst van deze ‘zorgonderneming’ te optimaliseren.’ Zeker! Het erge van het stelsel is dat het allen - ook toezichthouders - ertoe aanzet om financiële opbrengsten meer mee te wegen. Als ik daar immuun voor zou zijn, zou ik, binnen dit stelsel, een slechte toezichthouder zijn. Dit geeft mij echter slechts meer redenen voor kritiek op het stelsel.

In veel boze reacties op mijn column wordt de invloed van maatschappelijke structuren op ons gedrag gemist of ontkend. Iemand mailde mij bijvoorbeeld dat nu dan wel bewezen was dat het altruïstisch overschot (waarover ik ook wel eens schrijf) niet bestaat. Onzin, dat bestaat nog steeds. Er zijn nog steeds veel mensen die graag iets voor de samenleving willen betekenen maar niet goed weten hoe. Een samenleving kan zulk altruïsme aanwakkeren of afstraffen. Dit zorgstelsel doet het laatste.

Karakter

Bankiers hebben niet massaal andere karakters dan huisartsen. Wel staan bankiers aan andere invloeden bloot en werken ze in een andere subcultuur. Het zou geruststellend zijn als het alleen het karakter van bankiers was die hen tot graaiers maakte. Maar het zijn ook de omstandigheden.

Misschien is het meest verontrustende dat zelfs huisartsen niet boven externe invloeden verheven zijn. Zelfs huisartsen, onze bakens van vertrouwen in een woelige, onbetrouwbare wereld. En nog efficiënt ook. ‘Huisartsen zien 95 procent van alle patiënten tegen vijf procent van de totale zorgkosten’, memoreert Linssen.

Ja, goed hè? De huisarts is onze nationale trots. Het is een van onze allerbeste instituties. Daar moeten we zuinig op zijn. Door financiële prikkels uit de huisartsenpraktijk te weren. En door artsen aan invloeden bloot te stellen die hun beroepsethiek niet op de proef stellen, maar versterken.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden