Ontvoerd in de Sahara
Motorrijder Arjen Hilbers wordt sinds 22 februari in de Sahara vermist.
Arjen Hilbers (35) uit IJmuiden wilde terug naar de woestijn. Vorig jaar was de projectmanager bij een energiebedrijf met zes anderen door Noord-Afrika getrokken. Zes landen hadden de Travelmaniacs, zoals de groep zich noemt, bezocht. Hilbers had Algerije het mooist gevonden. Hoewel de zeven halverwege de reis waren opgesplitst wegens onverenigbaarheid van karakter, was vrijgezel Arjen meteen na terugkomst in Nederland weer komen aanwaaien bij de oprichter van het reisgezelschap, de verkoper van medische apparatuur Marcel Vermeij (34). 'Hij belde vaak tegen het einde van de middag en zei dat hij in de buurt was. Natuurlijk bleef hij dan bij mijn vriendin en mij eten.' In hun huis in Delft liggen kaarten, reisgidsen en foto's op tafel. De reden: sinds 22 februari wordt Arjen in de Sahara vermist. Dit voorjaar was hij daar voor een vijfweekse motortocht teruggekeerd, samen met twee Duitsers: de ervaren reiziger Rainer Bracht (46) en de stille bergbeklimmer Martin Hainz (38). Hilbers had het duo tijdens de reis van 2002 onderweg leren kennen. 'Rainer was al een keer of vijftien in Algerije geweest', zegt Vermeij, die de Duitser twee keer ontmoette. 'Ondanks zijn enorme ervaring is het iemand die staat op veilig reizen.' Ook de bereisde Hilbers zal niet snel risico's nemen, zeggen zijn vrienden. Zij noemen hem rustig en weloverwogen. Anneke Hilbers (55), die samen met haar man en twee zonen al drie maanden op hem wacht, zegt dat haar oudste geen domme dingen doet. 'Hij was tot in zijn tenen voorbereid op deze reis.' Begin februari hadden Hilbers, Bracht en Hainz de boot genomen van Genua naar Tunis. Via de standaard route - door Tunesië om Noord-Algerije te mijden - waren ze naar Bordj Omar Driss gereden, waar het off the road-werk begint. 'Arjen glom van geluk toen hij door de woestijn reed', weet Annemarie Schuller (25), die met haar vriend een rondrit van een maand door Zuid-Algerije maakte. Ze reisden een week samen met Hilbers, Bracht en Hainz. 'Vorig jaar leerden we Arjen kennen omdat hij dezelfde tocht bleek te gaan maken. Het klikte', zegt Schuller, communicatiedeskundige. 'Arjen is vol van zijn passie. De kasten in zijn huis staan vol tijdschriften over de woestijn. Zolang als ik hem ken, was hij elk weekend aan het sleutelen aan zijn motor.' Bij Tamanrasset hadden hun wegen zich gescheiden. Hilbers en de twee Duitsers hadden een week extra vakantie en wilden een zuidelijker piste (de onverharde wegen door de Sahara) nemen naar Djanet. 'Zij hebben toen een pick-up met een gids gehuurd', zegt Schuller. Met gps-navigatie (global positioning system) waarmee via satellieten de positie kan worden bepaald, is het niet langer nodig een gids te huren. Niettemin nam het drietal er een mee, omdat ze een auto nodig hadden voor extra water en benzine. Vermoedelijk ook omdat er in het grensgebied met Niger bandieten actief zijn. Ze waren op 19 februari veilig in Djanet gearriveerd, waar Hilbers met het thuisfront belde. We gaan naar Illizi via de Taratpiste, had hij aangekondigd. Een paar dagen later waren ze verdwenen. Alleen in Hassi Messaoud, een dorp in het oosten van Algerije, had assistent-accountant Martin Tot (35) zich ongemakkelijk gevoeld. Iemand had de zwarte tape van de bumper van zijn Toyota Landcruiser gehaald en daarmee een kruis op de voorruit geplakt. Toen daarna werd gevraagd of hij en zijn twee vrienden Amerikanen waren - het was eind 2002, de oorlog in Irak lag aan de einder - hadden ze een andere pleisterplaats opgezocht. Maar in het zuiden van Algerije, op weg naar hun eindbestemming Ghana, hebben ze zich nooit onveilig gevoeld. 'Buitenlandse Zaken adviseerde Algerije te mijden', zegt Tot. 'Op internet had ik gelezen dat er in het zuiden niets aan de hand was. We ontmoetten ook mensen die zeiden dat het geen probleem was. Het was geweldig daar. De schoonheid van de Sahara is ongelooflijk. Wat mij het meeste aantrok is de uitgestrektheid en de verlatenheid. Magnifiek. In het bejaardenhuis zal ik er nog over vertellen.' Ook andere Nederlanders roemen de schoonheid van de natuur en de gastvrijheid van de Toearegs, de plaatselijke nomadenstam. De 62-jarige beeldend kunstenares Gon van Dalsen leidt al tien jaar 's winters groepen rond in de woestijn. 'Als je Algerije zegt, wijzen mensen op hun hoofd', is haar ervaring. 'Dan zeggen ze: ''Daar worden toch zoveel mensen vermoord?'' Maar dat is in het noorden. Ik zit 2200 kilometer zuidelijker.' Kinderkledingontwerpster Daisy de Leeuw (29), die in de afgelopen zes maanden met haar man van Amsterdam naar Kaapstad reed, wil volgend voorjaar het liefst naar Algerije terug. 'Van de dertien Afrikaanse landen die hebben we aangedaan, is Algerije een van onze populairste.' 'Arjen rijdt motor sinds hij kan lopen', zegt Anneke Hilbers. Een vriend stelt dat hij een kapotte motor nog met sardineblikjes in elkaar krijgt. Toen Hilbers niet meer belde en de boot op 7 maart zonder hem in Genua arriveerde, wist de familie dat het fout zat. 'We dachten eerst dat er wat op de Tarat-route was gebeurd, omdat er slecht weer was geweest', zegt Marcel Vermeij. 'De piste loopt daar door kloven die zich bij regen razendsnel vullen. Misschien was hij verdronken.' Onderzoek wees uit dat het drietal Illizi had bereikt en daarna de ruim vierhonderd kilometer lange Gravenpiste was opgedraaid, een van de mooiere routes die door het gebied voert waar de Toearegs een eeuw geleden de Fransen versloegen. 'Op de Gräberpiste kun je niet verdwalen', meent Vermeij. 'Je houdt de oranje duinen van Erg Issouane rechts en de bergen links. Op goede dagen komen er zo tien mensen voorbij. Ze hadden alles goed voorbereid en Rainer had deze route al een keer of vijf gereden.' Vermeij en een andere Travelmaniac boden de familie aan naar Illizi te reizen. 'Ik had hier al twee satelliettelefoons klaarliggen. We zouden een communicatiepost opzetten en gidsen huren.' Het lukte op zo'n korte termijn niet visa te krijgen. Later kreeg Minne Alderlieste (26), de vriend van Schuller, wel een visum. Toen brak de Golfoorlog uit en wilde de familie Hilbers niet dat er nog iemand naar Algerije zou vertrekken. Er werd van alles geprobeerd om Hilbers te lokaliseren. Vermeij: 'Een paragnoste kwam met een plaatsnaam. We hebben alle kaarten afgezocht, maar konden het niet vinden. Zij zei dat ze nog leefden en dat ze overvallen waren. Ze zag donkere mannen met sluiers. Tja, die heb je daar natuurlijk wel.' Op 22 februari bleek niet alleen de groep van Hilbers (waarbij zich een derde Duitser had aangesloten) te zijn verdwenen, maar ook twee andere reisgezelschappen. Binnen een maand raakten 32 toeristen zoek. De wildste geruchten gingen rond, mede doordat Algerijnse ambtsdragers elkaar tegenspraken. Het Algerijnse leger bevrijdde op 14 mei onverwacht zeventien toeristen. Hilbers zat er niet bij. De Zwitserse regering maakte zich publiekelijk kwaad over het uitlekken van de actie, dat de andere vermisten (tien Duitsers, vier Zwitsers en Hilbers) in gevaar kon brengen. Toch lieten enkele bevrijde vakantiegangers zich interviewen. De reisgroepen waren op de piste overvallen door bewapende mannen die een islamitische staat in Algerije willen vestigen. Met het losgeld zouden ze wapens kopen om de regering omver te werpen. Keer op keer werden de gijzelaars verplaatst naar andere schuilplaatsen in de woestijn. De laatste dagen hadden ze lange marsen moeten maken, die veel van hen hadden gevergd. Militaire toestellen waren overgevlogen zonder hen op te merken. Volgens het leger behoren de ontvoerders tot de GSPC: de Franse afkorting voor Salafistische Groep voor Prediking en Strijd. Deze islamitische terreurgroep zou in 1998 zijn opgericht door Hassan Hattab, ex-lid van de Groupe Islamique Armé. De GIA, die een burgeroorlog begon nadat het leger in 1992 een zekere verkiezingswinst van het Front Islamique du Sud (FIS) verijdelde, zou te veel doden onder de bevolking maken. Volgens een recent rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken is de terreurgroep van Hattab de meest effectieve gewapende groep in Algerije. De naam duikt geregeld op bij arrestaties van vermeende terroristen in West-Europa. Sinds 2001 wordt de GSPC in vrijwel elk openbaar rapport van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst genoemd. Aanhangers zouden ook in Nederland actief zijn. Niemand bevestigt dat het de GSPC is die de vakantiegangers heeft ontvoerd. De bevrijde toeristen zeggen dat hun gijzelnemers zich 'mujahedeen' noemden en dat zij met de ontvoering de aandacht wilden vestigen op de obstructie van de democratie. Zij praten opmerkelijk vriendelijk over hun kapers, die hen hoffelijk hebben behandeld. Afgelopen maandag meldde het Duitse persbureau DPA op basis van bronnen in het Algerijnse leger dat ook de tweede groep toeristen was ontzet. Anneke Hilbers, die uiteraard in grote staat van opwinding verkeert, zei van niets te weten, zo ook het ministerie van Buitenlandse Zaken. 's Avonds maakte het Algerijnse leger bekend dat er niemand is bevrijd. Een dag later schreven Algerijnse kranten dat een militaire operatie aanstaande is, weer op grond van anonieme bronnen. Andere media meldden dat er wordt onderhandeld over losgeld; dat de vakantiegangers al een paar dagen vrij zijn; dat legervliegtuigen met infaroodcamera's (die lichaamswarmte waarnemen) de woestijn afspeuren. Hoe zijn jullie gevonden?, was een van de bevrijde toeristen gevraagd. 'Door een spoorzoeker', antwoordde die. 'De ontvoerders hadden een van zijn kamelen doodgeschoten en een andere meegenomen. De nomade heeft vijftien dagen ons spoor gevolgd.'