Onterecht van een misdrijf beschuldigd
Lina (64) en Greult (73) werden onterecht van een misdrijf beschuldigd. Het veranderde hun leven voorgoed. 'Mijn eigenwaarde was in één dag weg.'
Greult (73) zit in de serre van zijn villa in een dorpje in Gelderland. Hij kijkt naar de vogels in zijn zelfgemaakte vogelhuisjes. 'Kijk, een specht. Ik heb er vanochtend pindakaas neergelegd.' Zo, starend naar buiten, zat Greult tot een paar jaar geleden ook vaak. Oog voor vogelhuisjes en spechten had hij toen niet. Wel voor de weg waaraan zijn huis ligt. 'Bij iedere auto die langsreed, dacht ik: o god, daar heb je ze, daar heb je de politie. Ze komen me halen.'
In 2012 kreeg Greult een brief. Er was aangifte tegen hem gedaan van seksuele mishandeling van een kind. Specifieker: zijn kleinkind. Na een kort verhoor door twee rechercheurs werd de aangifte geseponeerd. Een jaar bleef het stil. Daarna werd opnieuw aangifte gedaan en moest Greult naar het politiebureau. Acht uur lang is hij 'als een schooier behandeld'.
Na dat verhoor mocht hij gaan. Om zes maanden later een brief thuis te krijgen dat hij onterecht als verdachte was aangemerkt. 'Ik was opgelucht, maar ook boos. Ik wilde een gesprek met de rechercheurs die me hadden verhoord, maar dat wilden ze niet. Na dat verhoor ben ik aan mijn lot overgelaten. Zoek 't maar uit, meneer. Ik kreeg door de spanning hartklachten en bleef lang bang.'
Wie onterecht als verdachte is aangemerkt, kan in aanmerking komen voor een schadevergoeding voor de 'ondergane vrijheidsbeneming'. Rechters kenden in 2015 bijna 17,6 duizend keer een schadevergoeding toe aan ex-verdachten voor onterechte hechtenis of onterecht gemaakte kosten, zo telde het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat is bijna vier keer zoveel als in 2004. De schadevergoeding is bedoeld, zo stelt justitie, om de opgelopen materiële én immateriële schade te compenseren.
Het College voor de Rechten van de Mens vindt dat burgers in Nederland soms te makkelijk in voorlopige hechtenis worden gezet en dat rechters hun beslissing niet altijd voldoende onderbouwen. Dat concludeerde het College, de wettelijk toezichthouder op de naleving van de mensenrechten, begin dit jaar na het bestuderen van honderden dossiers bij rechtbanken en gerechtshoven. Het wil rechters wijzen op minder ingrijpende maatregelen, zoals een enkelband of een vrijlating op borgtocht, omdat het afnemen van iemands vrijheid een heftige ervaring kan zijn.
Het CDA vindt een schadevergoeding voor mensen die onterecht als verdachte zijn aangemerkt onvoldoende; volgens de partij moet deze 'vergeten groep' betere en zo nodig psychische begeleiding krijgen. 'Mensen zijn totaal ontredderd', zegt Kamerlid Madeleine van Toorenburg.
Logeerpartij
Voor Greult begint de ellende in 2007, als hij meningsverschillen krijgt met zijn zoon. Samen runnen ze een bedrijf in ozontechnologie. Greult is een selfmade man en doet goede zaken. Hij krijgt zelfs een lintje van de koningin, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. 'Niet echt crimineel, hè?' glimlacht hij.
Toch gaat het ergens mis. Zijn kleinzoon logeert af en toe bij opa Greult. 'Er was iets met hem. Hij maakte gekke opmerkingen. 'Opa, mag ik mee naar de wc?'' Op een zaterdagmiddag, nadat Greult baantjes heeft getrokken in zijn zwembad in de achtertuin, stapt hij onder de douche. Zijn kleinzoon blijft beneden, dat hebben ze zo afgesproken. Toch glipt het kind naar boven. Waar hij zijn neus tegen de douchedeur drukt: 'Ik kan je piemel zien!' Greult wordt boos en stuurt hem terug naar beneden.
Na die logeerpartij wordt het contact tussen Greult en zijn schoondochter grimmiger. Greults kleinzoon mag niet meer komen logeren. 'Ik hoorde via via dat hij rare, seksueel getinte opmerkingen op school maakte. Hij trok broeken van klasgenootjes naar beneden.'
Het jongetje gaat naar een kinderpsycholoog, die vermoedt dat het gedrag wordt veroorzaakt door seksueel misbruik. 'Voor mijn zoon en schoondochter was één en één twee.' Een bevriende advocaat waarschuwt hem: 'Greult, je moet oppassen. De aanpak van justitie is niet mals in dit soort zaken.' 'Toen werd ik bang.'
Er is aangifte tegen hem gedaan en Greult wordt meegenomen naar een cel. Schoenen uit, manchetknopen inleveren, broekzakken legen, stropdas af. Hij krijgt badslippers aan. Wordt gefouilleerd. 'Alsof ik een moordenaar was.'
Daar zit Greult dan, in een betonnen hok, als in een film. 'Ik dacht alleen maar: goddomme. Goddómme nog aan toe. Ik zei: 'Ik heb niets gedaan!' Niemand luisterde. Die machteloosheid doet pijn. Mijn eigenwaarde was in één dag weg. Eng dat dit je kan overkomen.'
Acht uur lang wordt Greult verhoord. De vragen ervaart hij als indringend. Hoe zijn seksleven is. Slaapt hij naakt? Wat speelt zich af in de slaapkamer van Greult en zijn vrouw Anita? 'Je bouwt je hele leven aan je eigenwaarde. 57 jaar was ik ondernemer, ik heb keihard gewerkt. Ik hielp mensen uit de stront, was goed voor mijn personeel. En dan word je als een schooier afgemaakt. Zelfs mijn eigen dochter twijfelde lange tijd aan me.'
Na het verhoor komen Greult en zijn vrouw - die ook is verhoord - thuis. 'Hier, in deze serre, zaten twee mensen die in één dag tijd zijn kapotgemaakt.'
'Mensonterend'
'Mensonterend'
Ton Derksen is emeritus hoogleraar wetenschapsfilosofie en schreef het boek Onschuldig vast. 'Onschuldige burgers, die geen strafblad hebben, lopen vaak een trauma op. Vooral omdat de aanpak allesbehalve zachtzinnig is.'
Derksen hoort vaak termen als 'vernederend' en 'mensonterend'. Het heeft volgens de hoogleraar alles te maken met botsende werelden: 'Die onschuldige mensen denken: ach, ik leg even uit dat ik niets heb gedaan en dan kan ik weer naar huis. Maar die agenten horen de hele tijd mensen zeggen dat ze onschuldig zijn. Zij doen gewoon hun werk. Daar horen nu eenmaal regels bij: handboeien, fouilleren. Agenten bedoelen het niet mensonterend, voor de burger is het dat wel.'
Derksen zag mensen die na drie dagen 'kapot waren'. 'En de mensen die na een paar weken pas vrijkomen, krijgen vaak grote problemen.' Een huurachterstand, moeite met werken, relatieproblemen. 'Het OM ziet het als onbedoelde schade. Zo van: waar gehakt wordt, vallen spaanders. Ik denk dat het belangrijk is de klachten van deze mensen serieus te nemen. Daar hebben ze behoefte aan.'
Wie in (voorlopige) hechtenis zit, kan worden afgesloten van de buitenwereld. Voor het geval de verdachte bijvoorbeeld sporen wil laten verdwijnen. Dat betekent: geen tv, geen krant, niet bellen, geen bezoek; alleen contact met de advocaat. 'Voor een onschuldig iemand is dat onbegrijpelijk', zegt Derksen. 'Je hebt minder rechten dan wanneer je bent veroordeeld.'
Dan is er nog het waar-rook-is-is-vuurprincipe. Derksen: 'Er kleeft een smet aan je, of je nu bent veroordeeld of niet. Want de buurvrouw heeft van achter de geraniums gezien dat je bent meegenomen. De mensen zelf zijn na hun vrijlating argwanend, denken bij iedereen: weet hij van mijn celstraf? Het wordt een obsessie. Het is het beste als er een dader wordt gevonden, dan kun je naar iemand anders wijzen.'
Ook Greult had moeite met de rook die figuurlijk om hem heen hing. De dorpen waar hij woont en werkt zijn klein, Greult is er een bekende zakenman. 'We zouden die avond uit eten gaan, maar Anita twijfelde. Ik zei: we gáán. En we gaan vooraan op het terras zitten, zodat iedereen ons kan zien. We horen er gewoon nog bij. We hebben niets fout gedaan.'
Zes maanden later is het OM daar ook van overtuigd. Greult krijgt een brief: hij is ten onrechte als verdachte beschouwd. Het is een zogenoemde sepotbrief, die automatisch uit de systemen van het OM rolt. 'Geen excuses, niemand aan de deur. Alleen zo'n lullige brief.'
Ontvoering? Wát?
Excuses. Ook voor Lina (64), een dansdocent uit Gelderland, was dat het enige wat ze wilde nadat ze vier dagen onterecht had vastgezeten voor de ontvoering van miljonairsdochter Claudia Melchers. De auto waarmee de vrouw werd ontvoerd en het appartement waarin ze twee dagen is vastgehouden, stonden op Lina's naam. 'Een vriend wilde een woning en auto huren, maar had geen geld. Ik ben goed van vertrouwen.'
In september 2005 worden Lina en haar man, wiskundeleraar, om zes uur 's ochtends gewekt door geschreeuw: 'Opstaan! Opstaan!' Er staat een arrestatieteam in hun slaapkamer. 'Mijn man en ik mochten niet met elkaar praten en ik werd met veel bombarie in een politieauto gezet. De hele buurt zag het.'
Op het bureau wordt Lina op 'zo'n smoezelig bankje' in een cel gezet, waar de urinegeur haar verwelkomt. 'Ik durfde niets aan te raken en bleef maar roepen: 'Waarom zit ik hier? Wáárom?' Ik ben een hardwerkende burger, betaal mijn belasting. Ik probeerde te bedenken of ik iets over het hoofd had gezien, maar kwam niet verder dan een parkeerboete. Ik ben zó naar behandeld. Ze keken me niet aan als ze met me praatten, noemden me niet bij mijn naam. Alsof ik geen mens was.' Om zichzelf bezig te houden, telt ze de tegeltjes op de muur - het zijn er zeshonderd.
Tijdens het eerste verhoor hoort Lina waarvan ze verdacht wordt. Ontvoering? Wíe? Claudia Melchers? Nog nooit van gehoord. Na vier dagen wordt ze vrijgelaten, dankzij haar advocaat. Als Lina wil opstaan om naar huis te gaan - 'ik verlangde zó naar mijn douche' - valt ze flauw. Lina heeft een hersenschudding en een schouderblessure en moet naar het ziekenhuis.
Bij terugkomst is haar huis een bloemenzee. 'Het deed me goed dat mensen in mijn onschuld geloofden.' Ze was geen verdachte meer, uiteindelijk is de dader opgepakt. Maar het gaat niet goed met Lina: door de val is ze arbeidsongeschikt. En ze kampt met een posttraumatisch stresssyndroom. Ze slaapt slecht, eet amper, durft niet naar buiten. De gordijnen moeten dicht - ook overdag. 'Zodra het op tv over de zaak-Melchers ging, was ik bang dat mijn foto in beeld kwam. En nog steeds: als ik een agent zie, voelt het alsof er een vuist om mijn hart sluit.'
Nu, twaalf jaar later, gaat het goed. Ze zucht even, legt haar hand op haar voorhoofd. 'Maar mijn hoofd is als een ladekast. Als ik de lade met deze ellende opentrek, komt het in no time terug.'
Ze zocht hulp bij een psycholoog, haar man, vrienden en familie. 'Bij het OM waren ze me snel vergeten. Niemand heeft na die tijd nog gevraagd hoe het met me ging, of ik behoefte had aan een gesprek met de agenten die me hebben verhoord of met een psycholoog. Dat kwetste me. Ik heb een schadevergoeding gekregen, maar ik wil dat ze toegeven dat ze mijn eigenwaarde hebben vertrapt.'
Omgekeerde wereld
Patrick van der Meij, strafrechtadvocaat bij Cleerdin & Hamer Advocaten en als onderzoeker verbonden aan de Universiteit Leiden, ziet hoeveel schade het aanricht bij mensen als ze onterecht in voorarrest zitten. Van der Meij stelt dat mensen 'veel te makkelijk' en te lang kunnen worden vastgehouden als verdachte. 'De rechterlijke macht neemt de wet veel te ruim en voelt te weinig verantwoordelijkheid om zo'n ingrijpende beslissing goed te motiveren', zegt hij. 'Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft als uitgangspunt dat een verdachte zijn proces in beginsel in vrijheid mag afwachten, tenzij dat niet kan. In Nederland is de situatie tegenovergesteld: eerst wordt getoetst of de verdachte kan worden vastgezet, daarna kijkt men of de verdachte geschorst kan worden uit voorlopige hechtenis. De omgekeerde wereld.'
Mocht de burger in kwestie onschuldig blijken, dan is nazorg nodig, stelt het CDA. Van Toorenburg pleit voor psychische hulpverlening en voor hulp bij praktische zaken. 'Je komt als onschuldige naar buiten en dan is er niemand die je helpt je leven weer op de rails te krijgen', zegt ze. 'De overheid ontfermt zich wél over mensen die terecht met justitie in aanraking kwamen, maar nauwelijks over mensen die onterecht in de raderen van justitie verzeild zijn geraakt.' Van Toorenburg vindt dat de reclassering hierbij een rol moet spelen. 'Het gaat niet alleen om een schadevergoeding. Juist nazorg is belangrijk.'
Ook Greult had daar behoefte aan. 'Ik heb erom gesmeekt. Ik belde de kinderpsycholoog die met de verdenking kwam. Met haar had ik een fijn gesprek. Moedig dat ze wilde praten. Maar de rechercheurs van het verhoor kreeg ik niet te spreken. Het had geholpen als ik ze de hand had geschud, ze in de ogen had kunnen kijken en ze bij het afscheid een vriendschappelijk klopje op de schouder had kunnen geven.'
Zijn kleinzoon spreekt Greult niet meer. Hij is nu een tiener, gaat naar het speciaal onderwijs. Of het kind echt misbruikt is vroeger, door wie dan ook? Greult betwijfelt het. 'Er is nog steeds geen zaak, geen nieuwe aangifte, geen verdachten.'
Met Greult gaat het nu goed. Daar had hij wel even voor nodig. 'Na mijn hartoperatie zei ik tegen Anita: 'Lieverd, ik geloof dat ik moet wandelen.' Greult liep in drie maanden naar Santiago de Compostella. 'Ik raakte alle negativiteit eindelijk kwijt en besloot mijn verhaal te doen.' Bang is hij niet meer. 'Als er nu een auto de oprit op komt, denk ik niet meer aan politie, maar: hé, leuk, visite.'
De achternaam en woonplaats van Greult en Lina zijn bekend bij de redactie.
OM: streven naar 'meer maatwerk'
Na Kamervragen van Madeleine van Toorenburg (CDA) en Michiel van Nispen (SP) bekijkt het Openbaar Ministerie of het mogelijk is 'meer maatwerk' te leveren in plaats van een geautomatiseerde brief te sturen naar ex-verdachten. Het OM zegt ervan doordrongen te zijn dat de impact van een aanhouding of voorlopige hechtenis groot kan zijn. 'Daarom is het belangrijk dat personen die ten onrechte als verdachte zijn aangemerkt, op een persoonlijkere manier op de hoogte worden gebracht', aldus een woordvoerder.
Verder zegt het OM er met de politie alles aan te doen om te voorkomen dat mensen (reputatie)schade oplopen. 'Als de situatie het toelaat, wordt de verdachte uitgenodigd voor verhoor en niet in zijn woning aangehouden.'
Daarnaast benoemt het OM de mogelijkheid om een financiële compensatie te krijgen en verwijst het naar een convenant uit 2014 waarin staat dat de ex-gedetineerde voor reïntegratie - huisvesting, werk, zorg - bij de gemeente terechtkan. Het gaat hierbij niet om psychische begeleiding. 'Het is in principe niet aan het OM om nazorg te verlenen aan personen die ten onrechte als verdachte zijn aangemerkt.'