Onno Rudings les voor Annemarie Jorritsma

'Ik hoop oprecht dat u niet verzuipt in de stapels papier en evenmin in de vele details van individuele begrotingsartikelen', zei oud-minister van Financiën Onno Ruding woensdag 16 mei tegen de Tweede Kamer....

Frank Kalshoven

Nemen we deze aansporing ter harte en passen wij haar toe op de minister van Economische Zaken, dan is de samenvatting: Annemarie Jorritsma, dik onvoldoende.

Ruding, tegenwoordig bankier bij Citibank, deed zijn oproep tijdens Woensdag Gehaktdag, een initiatief dat een Haagse traditie moet worden om ministers af te rekenen op het in het voorgaande jaar gevoerde beleid. De derde woensdag in mei wordt de tegenvoeter van de derde dinsdag in september (Prinsjesdag) wanneer het kabinet zijn plannen presenteert voor het komende jaar.

Zover is het nog niet. Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de plannen en het resultaat, gaat de hele begrotingssystematiek op z'n kop. Twee setjes van drie dodelijke vragen vormen de kern van het nieuwe systeem. De vragen voor september luiden voor elk ministerie: Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag dat kosten? Dit jaar zullen de begrotingen voor het eerst op deze vragen antwoord geven. In mei van het jaar daarop volgen de controlevragen. Hebben we bereikt wat we hebben beoogd? Hebben we gedaan wat we daarvoor zouden doen? Heeft het gekost wat we dachten dat het zou kosten?

Deze even simpele als fundamentele vragen zullen de komende jaren een spoor van nuttige vernieling trekken door de begrotingen van de departementen. In tegenstelling namelijk tot de gevestigde opinie is aan de doelgerichtheid van de overheid nog heel wat te verbeteren.

Ook Onno Ruding koestert hoge verwachtingen. Zijn 'politieke ervaring' heeft hem geleerd 'dat in een aantal gevallen wordt gepoogd falend beleid te maskeren door extra begrotingsgelden te vragen om beleidsproblemen ''op de lossen'''. Het jongste begrotingsakkoord over de extra uitgaven voor de gezondheidszorg is hiervan volgens hem een mooi voorbeeld. Ruding roept de Kamer op kritischer te zijn, en ziet hiertoe uitgelezen mogelijkheden in de nieuwe regels voor het opzetten van de begrotingen.

Dit jaar zijn het dus nog probeersels, de verantwoordingen van de departementen, maar ook nu kunnen al heel wat gemene vragen worden gesteld. Neem het 160 pagina's dikke document Financiële verantwoording van het ministerie van Economische Zaken, min of meer willekeurig uit de dikke stapel getrokken.

Volgens de begroting die in september 1999 werd gepresenteerd, zou het ministerie van Jorritsma in 2000 3,7 miljard gulden uitgeven. Ze heeft, blijkt nu, 4,2 miljard uitgegeven, een half miljard gulden (dik 13 procent) extra. Economische Zaken, het departement dat een voorbeeldfunctie heeft, is hierdoor een van de minst gedisciplineerde ministeries in Den Haag. Het antwoord op de vraag 'wat mag het kosten' is in elk geval verkeerd ingeschat.

Wat wilde Jorritsma bereiken? Daar worden in het 160 pagina's tellende document geen woorden aan vuil gemaakt - dat wordt in de toekomst dus anders - , maar de cijfers van de onderliggende begrotingsposten spreken boekdelen. Put your money where your mouth is, maar dan omgekeerd.

De grote winnaars binnen Economische Zaken zijn Industriebeleid (van 99 miljoen in de begroting naar 321 miljoen in werkelijkheid), Technologiebeleid (van 1,05 miljard naar 1,15 miljard) en Exportbevordering (71,5 miljoen bovenop de begrote 387,7 miljoen gulden). De verliezers zijn Energiebeleid (per saldo 31,7 miljoen eraf vergeleken bij de begroting van 797,9 miljoen) en Ruimtelijk Economisch beleid (385,5 miljoen begroot, 371,9 uitgegeven).

Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting bouwt Jorritsma EZ om in wat bij gebrek aan een betere term een domrechtse richting heten moet. Ze geeft veel extra belastinggeld aan bedrijven, terwijl niet duidelijk is waarom dat zinnig is. Tegelijk beknibbelt ze op evidente overheidstaken zoals het bevorderen van energiebesparingstechnologie (min 71 miljoen op een begroot totaal van 219,5 miljoen) en duurzame energie (23 miljoen minder dan de 93,6 begrote miljoenen).

Wat ze wil bereiken?

Het Ministerie van Staatssteun.

Het Ministerie van Scheeps- en Automobielbouw. Het Ministerie van Export. Althans, daar lijkt het verdacht veel op.

Ruding constateert dat bij al het zegenrijke werk dat is verricht door de introductie van de Zalm-norm, het gevaar bestaat dat Kamerleden zich blind staren op het begrotingstotaal. 'Zolang het totaal der uitgaven maar binnen die norm blijft, vrees ik dat gedane individuele uitgaven te weinig kritisch worden beoordeeld.'

Of die vrees gegrond is moet nog blijken - de Kamer discussieert in juni over de op Gehaktdag aangeboden stukken - maar dat individuele uitgaven kritische aandacht vragen, is duidelijk.

Jorritsma mag dan rare dingen hebben gedaan - veel meer uitgegeven dan begroot plus grote verschuivingen binnen de begroting - ze is vast de enige niet.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden