Transition TwentiesVirtual reality
Ongemakkelijke vragen bij de (langverwachte) doorbraak van virtual reality
Als virtual reality het komende decennium eindelijk doorbreekt, zijn er ongemakkelijke vragen te beantwoorden. Want ‘virtuele’ betasting kan akelig echt voelen.
‘Je moet me even vasthouden.’ Het is maart 2014, een zenuwachtige Matthijs van Nieuwkerk staat in de studio van De Wereld Draait Door, op zijn hoofd een virtualrealitybril. Vaste techcommentator Alexander Klöpping heeft zijn hand stevig beet. En niet zonder reden, want de zwalkende Van Nieuwkerk, die in een virtuele achtbaan zit, zakt ineen zodra zijn karretje naar beneden raast. Luid applaus van het publiek. Simpelweg zo’n apparaat opzetten geldt als spectaculaire televisie.
Het televisiefragment illustreert hoe ver de technologie is gekomen. De zogeheten VR-brillen geven niet langer een blik op een exotische toekomst, het zijn ‘gewoon’ gadgets, in prijs vergelijkbaar met mobiele telefoons en draadloze oortjes. Zet er een op en het scherm voor je ogen plaatst je in een virtuele realiteit. Van in drie dimensies geschoten films waarin je kunt rondkijken tot volledig in de computer opgetrokken spelwerelden.
De brillen zijn lichter en comfortabeler geworden, met dank aan miljardeninvesteringen van bedrijven als Sony en Facebook (dat VR-merk Oculus bezit). Kabels zijn steeds vaker overbodig, afstandsbedieningen vertalen echte handbewegingen soepeltjes naar de virtuele wereld. Wie geen speciale bril bezit, kan met een goedkoop houdertje – karton volstaat – een smartphone voor de ogen schuiven om een eenvoudige VR-bril te maken.
In Nederland staan spelhallen die met een VR-bril op veranderen in post-apocalyptische landschappen vol zombies; het nepgeweer in de hand wordt een geladen wapen. Via Oculus Venues kun je sportevenementen en concerten bijwonen vanaf de bank – afgelopen zomer nog een optreden van zangeres Billie Eilish.
Er worden oefeningen tegen angststoornissen aangeboden met virtual reality, zoals het bezoeken van een drukke plek om van pleinvrees af te komen. En begin volgend jaar komt Horizon uit, een driedimensionale ontmoetingsplek van Facebook, waarin je rondzweeft als zelfontworpen avatar.
Virtual reality zit kortom in een ‘ontluikende fase’, aldus een eerder dit jaar uitgekomen rapport van marktanalyseplatform Juniper. Dat de sector fors blijft groeien, lijdt volgens het rapport geen twijfel. Maar hoe groot de rol van virtual reality in ons dagelijks leven precies zal zijn, is een stuk minder duidelijk.
Want ondanks de stormachtige ontwikkelingen, zie je de VR-bril nog steeds niet rondslingeren op de gemiddelde keukentafel. De torenhoge verwachtingen van enkele jaren geleden zijn niet uitgekomen, zegt marktonderzoeker Sam Barker van Juniper tijdens een videogesprek – dat dan ook gewoon via de laptop plaatsvindt.
Dat ligt vooral aan het beperkte aanbod, volgens Barker. Voor de meeste consumenten zijn er te weinig films en games beschikbaar om de aanschaf van een duur apparaat te rechtvaardigen. En smartphones mogen de virtuele realiteit toegankelijker hebben gemaakt, geavanceerdere toepassingen als zware games kunnen ze niet aan.
‘Het is een kip-eiverhaal’, duidt Barker. ‘Zolang VR-brillen niet massaal verkopen, wordt er weinig inhoud voor geproduceerd, en zolang er niet genoeg inhoud is, kopen weinig mensen een bril.’ Hij verwacht dat vooral de fabrikanten van brillen zelf met nieuwe films en spellen zullen komen. Slaan die aan, dan kan het alsnog hard gaan. Anders blijft virtual reality vooral iets voor gadgetliefhebbers.
‘Vijf jaar geleden dacht ik nog: die brillen gaan als de brandweer in de woonkamer belanden’, zegt Sander Martinec van Smart2IT, in zijn kantoor in het Overijsselse Hengelo. Zijn bedrijf maakte indertijd een softwarepakket waarmee bedrijven eenvoudig zelf toepassingen in virtual reality kunnen ontwikkelen, zonder veel technische kennis. Zodat ze massaal konden inspringen op de onherroepelijke opmars van de technologie.
Het liep anders. Reisorganisatie Thomas Cook, bijvoorbeeld, zag het volgens Martinec best voor zich, klanten die in virtual reality vast rondkijken in een hotelkamer. Klein probleem: die klanten hebben vaak helemaal geen VR-bril.
Nee, je moet de specifieke toepassingen opzoeken waarin virtual reality een overduidelijke oplossing biedt, weet Martinec nu. Zo bouwde zijn bedrijf een nieuw platform, afgestemd op trainingen. ‘Het Maxima Medisch Centrum gaat het gebruiken om crisissituaties te oefenen. Wat zijn de protocollen als er brand uitbreekt in een operatiekamer? Wat te doen als er een ambulancemelding binnenkomt? Voor zulke organisaties is een paar brillen geen grote investering. Maar ook hier geldt: we zitten nog in de beginfase.’
Augmented reality
Een gerelateerde technologie die opkomt is augmented reality, aangevulde realiteit. Hierbij worden virtuele objecten op de echte wereld geprojecteerd. Dit kan via augmentedrealitybrillen, maar deze zijn nog te duur en onhandig voor het brede publiek. Alledaagser is de smartphone als instrument om de realiteit aan te vullen. In telefoonspellen als Pokémon Go en Harry Potter: Wizards Unite loop je fysiek rond en worden gamepersonages in de echte omgeving geplaatst via het telefoonscherm. Of neem de Ikea-app waarmee je kunt uitproberen of een meubel bij de rest van het interieur past, door een digitale versie in de kamer te projecteren.
Ondertussen gaat de ontwikkeling van de apparatuur door. Zo bracht het in Geldrop gevestigde Manus VR dit jaar handschoenen op de markt waarmee je in virtual reality objecten kunt oppakken en aanraken, gewoon met je handen. Tril-elementjes in de handschoenen geven een sensatie als je iets aanraakt.
Toen twee oud-studenten van de TU Eindhoven het bedrijf in 2014 oprichtten, was het plan de handschoenen te gebruiken voor games, vertelt Serdal Yeter van Manus VR in het kantoor van het bedrijf. Alleen bleek het zo ingewikkeld om alle metingen van de vingerbuigingen en handbewegingen te verwerken, dat de handschoenen nu 5.000 euro per paar kosten. Flink boven het budget van de huis-tuin-en-keukengamer.
De kopers zijn volgens Yeter vooral bedrijven. Zoals Audi, dat de handschoenen gebruikt tijdens het ontwerpproces: prototypes van auto’s worden nagebouwd in de computer, waarna in virtual reality wordt getest hoe een ontwerp voelt en waar aanpassingen nodig zijn. Ook het Nederlandse leger zet de handschoenen in, voor trainingen, bijvoorbeeld om de ontmanteling van een bom te oefenen.
Feilloos werken de handschoenen nog niet, blijkt tijdens een demonstratie, waarbij bestellingen in een fastfoodrestaurant moeten worden afgehandeld door dienbladen te pakken en hier bestelde hamburgers of bekers cola op neer te zetten. Soms raken de sensoren de positie van de handschoenen even kwijt en zweeft één van je virtuele handen ervandoor. Ook is het niet mogelijk om je virtuele vingers te spreiden. Handschoenen die dit kunnen, zijn in ontwikkeling, zegt Yeter. Dit is pas versie één.
Opvallend overtuigend is de simulatie van aanraking. De tril-elementjes mogen boven op de vingers zitten, als je een object vastpakt, voelt de aanraking volkomen natuurlijk, alsof ze op de vingertoppen zitten. Zo sterk is de onderdompeling van virtual reality.
Maar dergelijke steeds overtuigender wordende onderdompelingen zijn niet zonder risico, waarschuwt Dhoya Snijders. Hij schreef mee aan een rapport van het Rathenau Instituut over die risico’s, dat afgelopen november uitkwam. ‘Er is een publieke discussie ontstaan over de maatschappelijke effecten van bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie en algoritmen. Rond virtual reality blijft het stil.’
Je hoeft maar te kijken naar de op de grond zakkende Matthijs van Nieuwkerk tijdens De Wereld Draait Door om te zien hoe realistisch virtuele ervaringen zijn. Snijders: ‘De grens tussen echt en virtueel vervaagt, je identificeert je met je virtuele lichaam.’ Dat levert ongemakkelijke vragen op.
In Medium beschrijft journalist Jordan Belamire hoe ze in virtualreality-game QuiVR werd ‘betast’ door een andere speler, wiens zwevende handen ‘virtueel over mijn borst begonnen te wrijven’, waarna hij haar bleef achtervolgen. Hij kon fysiek niets doen, toch voelde het beangstigend, beschrijft Belamire.
QuiVR reageerde door de handen van spelers te laten verdwijnen als ze dichtbij een ander komen. ‘Maar dit soort beslissingen moeten we niet bij marktpartijen laten’, vindt Snijders. ‘De overheid moet hiervoor regels opstellen. Die moet de vraag beantwoorden: kan er in een virtuele situatie sprake zijn van aanranding?’
Het raakt aan een ander kritiekpunt: virtuele werelden zijn in handen van bedrijven. Zonder regulering kunnen die allereerst toegang krijgen tot intiemere data dan ooit, zoals de bewegingen van handen en ogen (de eerste commerciële VR-brillen die oogbewegingen volgen voor een realistischere ervaring bestaan al). Snijders: ‘Bedrijven zouden een medisch profiel kunnen opbouwen met die data. Of je parkinson ontwikkelt, bijvoorbeeld.’
En stel nu dat zo’n sociaal medium als Horizon van Facebook aanslaat. ‘Dat is geen publieke ruimte, maar een digitale wereld in bezit van een partij met winstoogmerk’, zegt Snijders. Advertenties kunnen zich hier bijvoorbeeld sterker dan ooit vermengen met de wereld om je heen. Zoals filmpersonages nu onopvallend in de auto van een adverteerder rijden. Alleen zit je dan zelf in die auto.
Jaren 20: De bioscoop breekt door
Bij het krieken van het decennium is de carrière van Charlie Chaplin al op stoom, maar in de jaren twintig breekt de bioscoop door als gangbaar uitje, zeker in Nederland. Dat is grotendeels te danken aan de groeiende welvaart en de steeds betere filmtechniek – zo komen in de jaren twintig de eerste films met spraak en geluid naar het brede publiek (de zogeheten ‘Talkies’). Schermen begonnen een bescheiden, maar steeds groter rol te spelen in het dagelijks leven.
Iconisch is Theater Tuschinski, in 1921 geopend in Amsterdam, met zijn luxueuze uitstraling en hoge mate van comfort dankzij vooruitstrevende verwarming en ventilatie. De films die je in dit soort cinema’s kunt zien worden gedomineerd door Hollywood, met aanbeden sterren als Gloria Swanson en Douglas Fairbanks.
Lees hier meer van de serie Transition Twenties
Zelfrijdende auto? Rij nog maar even zelf
Reken niet te veel op de grote revolutie van de zelfrijdende auto. Evengoed zal er genoeg veranderen.
Insectenburgers maken weinig kans, maar wat gaan we wel eten in de jaren twintig?
De kansen voor kweekvlees, vegan ribs, puree uit de printer, ‘functional foods’ of – veel verder weg – brandnetels.
Gaan we nu eindelijk van vrouwelijke kunstenaars houden?
Eeuwenlang – ook, of nee: júíst in de 20ste eeuw – zijn vrouwelijke kunstenaars doelbewust genegeerd, verzwegen, niet op waarde geschat. Nu is alles anders, toch? Wat hebben de jaren twintig voor hen in petto?
Hoe een pleister de zorg op stelten zette – en misschien weer gaat zetten
Een slimme pleister kan helpen de zorg van het ziekenhuis naar thuis te verplaatsen. Daarbij moeten nog wel de eenvoudigste dingen worden uitgevogeld.
Wordt dit het decennium waarin roken de genadeklap krijgt?
De komende jaren belandt roken nog verder in het verdomhoekje, al blijft de tabaksindustrie een geduchte tegenstander.
Contant geld wordt schaars en dat is niet zonder risico
Cashloos betalen maakt de afhankelijkheid van de commerciële banken groter. Om een crisis te voorkomen zijn alternatieven gewenst. Zoals direct digitaal geld van de centrale bank.
Van massamedicijn naar maatwerk: de precisiegeneeskunde rukt op
De patiënt van de toekomst zal steeds vaker een doelgericht geneesmiddel krijgen. Aan dat precisiewerk hangt wel een stevig prijskaartje.
In de jaren twintig zal vooral het liberale element van de democratie onder druk komen te staan
De schaduw van de vorige jaren twintig valt vaak over het hedendaagse debat, met populisten als nieuwe fascisten.
Wie hip wil zijn in de twenties, hult zich in dikke, duurzame, donkerbruine capes
Hoe lopen we er het komende decennium bij? Moderedacteur Cécile Narinx voorziet veel dikke, wijde, donkerbruine kleding vol technologische snufjes. En, verrassing: draagschaamte wordt een ding.
Interview Klaas van Egmond: ‘We moeten naar een stationaire economie’
Meer materiële groei kan de aarde niet aan, waarschuwt Klaas van Egmond. Besef hiervan moet leiden tot een herziening van het financiële bestel, hoopt de hoogleraar milieukunde. ‘Alle problemen die we nu hebben, hebben te maken met gebrek aan bewustzijn.’